Forums  ›  Gezellig Kletsen.com  ›  Gezellig Kletsen.com
 

SPREUKEN

Advertise here!!

Citeren14.05.20150 likes

Aalmoezen geven verarmt niet.

Als je iets van je rijkdom weggeeft krijg je daar in geestelijk opzicht iets voor terug.

Aan ‘s mensens zolen hangt de beste mest.

Je moet als baas zelf toezicht houden want anders wordt je bedrijf verwaarloosd.

Aan de bedelstaf geraken.

Tot armoe worden gebracht.

Aan de bel trekken.

Voor een belangrijk onderwerp aandacht vragen.

Aan de dril zijn.

Aan het feestvieren zijn.

Aan de klauw kent men de leeuw.

Belangrijke mensen herken je direct.

Aan de leiband lopen.

Onzelfstandig zijn.

Aan de man komen.

Als vrouw kunnen trouwen.

Aan de veren kent men de vogel.

Je kunt aan iemands uiterlijk al zien met wat voor iemand je te maken hebt.

Aan de voet van een berg.

Aan het begin van een berg.

Aan de vruchten herkent [kent] men de boom.

Het karakter van een mens lees je af aan zijn handelen.

Aan de vruchten kent men de boom.

Aan wat iemand heeft gedaan weet je hoe iemand is.

Aan de zwier gaan.

Uitgaan om te feesten.

Aan dovemans deur kloppen.

Op een vraag geen antwoord of toestemming krijgen.

Aan een klein vogelken past geen grote bek.

Kinderen moeten niet brutaal zijn.

Aan een kwade ram gekoppeld zijn.

Samen moeten werken met iemand die je niet mag.

Aan het onmogelijke is niemand gehouden.

Je moet geen onmogelijke dingen van iemand eisen.

Aan het slabakken zijn.

Aan het treuzelen zijn.

Aan het vee kent men de man.

Iemand die goed voor zijn beesten zorgt is een goede buur en vaak ook een goed mens.

Aan het verkeerde adres zijn.

Iets aan iemand vragen wat niet tot zijn taak behoort.

Aan het werk kent men de meester.

Je kunt aan het resultaat vaak zien wie het werk heeft gedaan.

Aan iemand zijn pollevieën afvegen.

Het negeren.

Aan iemands gat hangen.

Iemand overal volgen.

Aan iemands lippen hangen.

Zeer geïnteresseerd naar iemands verhalen luisteren.

Aan lager wal geraken.

Arm worden.

Aan mijn lijf geen polonaise.

Dat is niets voor mij.

Aan zet zijn.

De beurt hebben.

Aan zijn gemoed lucht geven.

Zeggen wat je denkt.

Aangebrand of niet gaar houd je mond en eet maar.

Je moet netjes je bord leegeten.

Aanstoot geven.

Anderen door onzedelijk of onreligieus gedrag schokken.

Aap wat heb je mooie jongen.

Vleien met de bedoeling om er beter van te worden.

Acht is meer dan duizend.

Het is het belangrijkst om je zaken goed te behartigen.

Achter het net vissen

Te laat komen.

Advokaat kwade raad.

Advocaten kosten veel geld en hebben belang bij een lange (en dure) rechtsgang.

Af door de zijdeur.

Hij maakte een slechte indruk en kon vertrekken.

Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd.

Je hebt voor een omvangrijke klus voldoende tijd nodig.

Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.

Liegen loont niet. De waarheid zal vroeg of laat toch boven water komen.

Al te goed is buurmans gek

Ben je te goed dan zou de buurman of buurvrouw
daar wel eens al te gretig gebruik van willen maken

Alarm blazen.

Anderen voor gevaar waarschuwen.

Alle hens aan dek.

Iedereen moet met spoed helpen omdat het anders mis gaat.

Als buurmans huis brandt is het tijd om uit te zien.

Je moet lering trekken uit iemands anders ongeluk.

Als dat ei breekt zal het stinken.

Als die vriendschap wordt verbroken zullen er vele verwijten gemaakt worden.

Als de bruid is in de schuit dan zijn de beloften uit.

Als het huwelijk eenmaal gesloten is blijken de dingen niet zo mooi als men eerst gehoopt had.

Als de bruid verpatst is wordt zij gewild.

Wat niet meer te krijgen is is meer gewild.

Als de dagen gaan lengen, gaan de nachten strengen

Het koudste gedeelte van de winter valt meestal na de kortste dag, t.w.: januari/februari

Als de dagen lengen begint de winter te strengen.

Aan het einde van het jaar wordt het koud.

Als de Duivel oud is wordt hij eremijt.

Hij is schijnheilig.

Als de herder dwaalt dolen de schapen.

Als de leiding niet deugd weten de ondergeschikten niet wat ze moeten doen.

Als de jonge wijn bloeit begint de oude te gisten.

Als de jonge mensen steeds beter functioneren gaan de ervaren mensen vaak minder

Als de katten muizen miauwen ze niet.

Onder het eten wordt er vaak weinig gezegd.

Als de kinderen hun zin doen krijsen ze niet.

Koppige mensen moet je hun gang maar laten gaan.

Als de klok luidt zit er een engel in de toren.

Als de avondklok (of moderner: fabrieksfluit) te horen is dan zit het werk erop en mag je naar huis.

Als de koekoek zwijgt dan hoort men de leeuwerik.

Als de dwazen hun woord hebben gedaan dan komt vaak een verstandig mens pas aan het woord.

Als de koster en de pastoor kijven komt het al uit.

Als twee medeplichtigen met elkaar ruzieën hoor je de details van hun misdaden.

Als de muis genoeg heeft dan is het meel bitter.

Als je te lang of teveel feest dan krijg je er vanzelf geen zin meer in.

Als de nood aan de man komt.

Als de situatie moeilijk wordt.

Als de peer rijp is valt zij.

Alles gebeurt op z’n tijd.

Als de ploeg werkt dan blinkt hij.

Als je werkt dan verdien je.

Als de poes zich wast dan komt er wis een gast.

De poes maakt zich dus blijkbaar netjes voor het bezoek.

Als de pot kookt dan bloeit de vriendschap.

Als je je gasten goed ontvangt dan zul je veel vrienden krijgen.

Als de roe van de rug is, is het geselen gedaan.

Nadat de straf heeft plaatsgevonden wordt deze snel vergeten.

Als de schure brandt zo lopen de ratten.

Als het duidelijk is dat de zaak misgaat zoekt men een veilig alternatief.

Als de uilen preken.

Nooit.

Als de voorspoed faalt falen de vrienden.

Je leert je vrienden pas echt kennen als je een beroep op ze moet doen.

Als de vos de passie preekt boer pas op je kippen.

Vertrouw nooit een huichelaar.

Als de vriendschap te groot is loopt ze over.

Je moet bij een goede vriend de deur niet platlopen.

Als de wijn is in de man is de wijsheid in de kan.

Als je teveel gedronken hebt kun je niet meer goed nadenken.

Als de wijn zinkt zwemmen de woorden boven.

Dronken mensen zeggen dingen die ze niet zouden zeggen als ze nuchter waren.

Als een engel duivel wordt is hij de booste van allen.

Als een rustig en eerlijk man kwaad wordt dan is hij niet meer voor rede vatbaar.

Als een olifant door de porseleinkast.

Zeer ruw en onvoorzichtig.

Als één schaap over de dam is volgen er meer.

Als iemand het voorbeeld geeft zijn er al snel mensen die dit voorbeeld volgen.

Als een verken droomt dan is het van draf.

Iedereen denkt aan wat hem het dichtste aan het hart ligt.

Als er twee ruilen moet er één huilen.

Als je iets ruilt is er altijd één partij die beter af is.

Als het aas ligt in de graven dan lachen alle raven.

Als iets gratis is dan komen daar altijd veel mensen op af.

Als het geen broertje is dan is het een zusje.

Het is één van beiden.

Als het getij verloopt verzet men de bakens.

Als de omstandigheden veranderen moet je de voorgenomen maatregelen aanpassen.

Als het hooi het paard volgt dan wil het gegeten zijn.

Als de vrijster achter haar geliefde aanloopt wil zij (te) graag trouwen.

Als het huis gebouwd is breekt men de stelling af.

Als ze je niet meer nodig hebben word je afgedankt.

Als het kalf verdronken is dempt men de put.

Er wordt vaak pas aktie ondernomen nadat er iets fout is gegaan.

Als het melk regent zijn mijn schotels omgekeerd.

Ik heb altijd pech.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Als het op is is het koken gedaan.

Als je geen geld meer hebt heb je ook geen eten.

Als het op is is het kopen gedaan.

Als er geen waar meer is kan er ook niet meer gekocht worden.

Als het op is is het malen gedaan.

Als er niets meer is kun je er ook niet meer om zeuren.

Als het schip met geld komt.

Nooit.

Als het schip zinkt dan zinkt ook de lading.

Als de kostwinner overlijdt dan zijn er ook geen inkomsten meer.

Als het schip zinkt zwemmen de ratten er uit.

Als het duidelijk is dat de zaak misgaat zoekt men een veilig alternatief.

Als het tij verloopt verzet men de bakens.

Je moet je aan veranderende omstandigheden aanpassen.

Als het varken zat is gooit het de bak om.

Iemand die zijn doel bereikt heeft toont vaak weinig dankbaarheid.

Als het wil kalft de stier.

Met een beetje geluk lukt het wel.

Als het zeil zeurt heeft het een gat.

Je moet niet overal problemen zoeken.

als hij heeft geraamd.

Als je te ambitieus bent zul je minder bereiken

Als hij over hem viel zou hij hem nog niet herkennen.

Hij herkent hem echt niet.

Als ieder zijn vloer keert is het in alle huizen schoon.

Als iedereen zijn eigen slechte eigenschappen zou verbeteren dan zou de wereld er een stuk prettiger op zijn.

Als ik mijn haar verlies draag ik een pruik.

Je moet je niet teveel zorgen maken.

Als je elkaar tegenwerkt dan wordt het niets.

Als het geen broertje is dan is het een zusje.

Als je tevreden bent ben je gelukkig omdat je niets te wensen hebt.

Je hebt dan meer bereikt

Als je wraak wil nemen moet je geduld hebben.

Geen blijf met iets weten.

Als katjes muizen miauwen ze niet.

Als je eet praat je niet.

Als kinderen hun zin krijgen schrijen ze niet.

Geef hem dat maar dan ben je van dat gezeur af.

Als men de vinger geeft neemt hij de hand.

Als je hem een kleinigheid toestaat verlangt hij steeds meer.

Als men gevallen is beziet men te laat het pleksken.

Als iets eenmaal gebeurt is heeft het weinig zin om daar lang bij stil te blijven staan.

Als men kinderen hun zin geeft zijn ze stil.

Koppige mensen moet je hun gang maar laten gaan.

Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.

Dat is een onzinnige vraag.

Als onze kat zich wast dan komt er wis een gast.

Als de kat zich wast komt er visite.

Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.

Nooit.

Als puntje bij paaltje komt.

Het moment dat het er echt toe doet.

Als twee hetzelde doen is het nog niet hetzelfde.

Niet iedereen voert alles op dezelfde manier uit.

Appels voor citroenen verkopen.

Iemand oplichten.

April doet wat hij wil.

Je weet nooit wat voor weer het in April zal zijn.

Arbeid adelt.

Door hard te werken verdien je je geld.

Arbeid is voor de dommen.

Met zwaar lichamelijk werk bereik je niet veel in deze wereld.

Arbeid zonder verstand is schade voor het land.

Doe het werk in overleg anders zou het wel eens verkeerd kunnen gaan.

Arm in de stal is arm overal.

Als je niet goed voor je beesten zorgt blijf je arm.

Arme ridders.

Wentelteefjes.

Armoe is er troef.

Er heerst daar bijna alleen maar armoe.

Armoe is geen schande.

Voor armoede alleen hoef je je niet te schamen.

Armoe met eren kan niemand deren.

Je hoeft je voor armoe niet te schamen.

Armoe schendt geen eer.

Je hoeft je voor armoe niet te schamen.

Armoede is luiheidsloon.

Als je niet wilt werken word je op den duur arm.

Armoede zoekt list.

Als je arm bent moet je vindingrijk zijn om te krijgen wat je nodig hebt.

Avondrood mooi weer aan boot.

Morgenrood water in de sloot.

Baas in eigen buik.

Leus voor vrouwen die het recht willen hebben op een abortus.

Bakzeil halen.

Schoorvoetend terugkrabbelen.

Balken naar Noorwegen brengen.

Totaal nutteloos werk doen.

Balken onder de ogen hebben.

Wallen onder de ogen hebben.

Barbertje moet hangen.

Ook al is men onschuldig er zal een schuldige aangewezen worden.

Barst! Ik wens jou veel slechts toe.

Basta! En hiermee basta.

Beloften half gedaan zijn haast in rook vergaan.

Als je niet met overtuiging iets hebt beloofd zul je de belofte vaak snel vergeten.

Beloven en houden is twee.

Dingen die worden beloofd worden vaak niet nagekomen.

Ben je hoer of dief Heb je geld ik heb je lief.

Als ik maar verdienen kan.

Ben je zestig?

Doe toch niet zo gek.

Beproeft alle dingen en behoudt het goede.

het is goed om overal van op de hoogte te zijn maar doe geen dingen die verkeerd zijn.

Beproeft uw schouders eer gij draagt.

Je moet je niet aan een zware klus (of functie) wagen voordat je zeker weet dat je het aankan.

Bergen werk verzetten.

Veel werk verrichten.

Berouw komt na de zonde.

Je krijgt altijd te laat spijt van een verkeerde daad.

Berouw komt nooit te laat.

Het is altijd goed als je spijt toont van je slechte daden.

Berouw komt steeds te laat.

Als je van een verkeerde daad spijt hebt is het leed al geschied.

Beter arm met ere dan rijk met schande.

Je hoeft je niet te schamen als je eerlijk bent ongeacht of je nu arm of rijk bent.

Beter benijd dan beklaagd.

Ze kunnen beter jaloers op jou zijn dan dat ze medelijden met je moeten hebben.

Beter door het vuur te vliegen dan er door te kruipen.

Als er iets vervelends moet gebeuren kun je er maar beter meteen helemaal mee beginnen

Beter duur als niet te koop.

Het is vervelender als iets niet te krijgen is dan als iets veel kost.

Beter een andermans hemd dan geen.

Als je iets nodig hebt wat je niet bezit moet je proberen het van iemand anders te lenen.

Beter een half ei dan een lege dop.

Je kunt beter iets hebben dan niets.

Beter een kleine heer dan een grote knecht

Het is beter eigen baas te zijn dan voor iemand te moeten werken.

Beter een kwaad been als geen.

Je moet van twee kwaden het minst slechte kiezen.

Beter een kwaaie loop dan een kwaaie koop.

Als je ziet dat je iets niet moet doen kun je beter stoppen (en anderen boos maken) dan

Beter een lap dan een gat.

Je kunt beter met gerepareerde kleding lopen dan met kleding met gaten erin.

Beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees.

Als je het beste niet kunt krijgen kun je beter tevreden zijn met wat je hebt.

Beter een ons geluk dan een pond wijsheid.

Je hebt in het leven ook geluk nodig.

Beter een vink geplukt dan ledig gezeten.

Je kunt beter een onbelangrijk karweitje doen dan niets zitten te doen.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Beter er om verlegen dan er mee verlegen.

Wordt gezegd als je de vrouw van je dromen niet kunt krijgen.

Beter ermee verlegen dan erom verlegen.

Je kunt beter te veel van iets hebben dan een tekort.

Beter erom verlegen dan ermee verlegen.

Je kunt beter af en toe iets nodig hebben dan dat je van alles en nog wat een onnodige

Beter ham zonder mosterd dan mosterd zonder ham.

Soms moet je een keuze tussen twee kwaden maken.

Beter hard geblazen dan de mond gebrand.

Met voorzichtigheid voorkom je ellende.

Beter jong gestorven als oud bedorven.

Als iemand op jonge leeftijd sterft gaat hij nog heen als een goed mens en komt in de hemel

Beter mest in het land dan stuivers in de hand.

Een boer moet niet op mest bezuinigen omdat deze investering zich met de opbrengst van de

Beter onbegonnen dan ongeëindigd.

Als je met iets begint moet je het afmaken; anders kun je er beter niet aan beginnen.

Beter onrecht lijden dan onrecht doen.

Niets is zo slecht als mensen onrecht aandoen.

Beter scheel als blind.

Je moet van twee kwaden het minst slechte kiezen.

Bezie je zelf.

Kijk eerst eens naar jezelf voordat je kritiek op een ander uit.

Bezint eer ge begint.

Overdenk eerst goed de consequenties van iets waaraan je wilt beginnen.

Bezit je ziel in lijdzaamheid.

Draag je lot.

Bidden en smeken.

Met alle mogelijke (medelijden opwekkende) middelen iemand zover te krijgen dat hij wat

Bier en barmhartigheid komen bij elkaar.

Als je teveel gedronken hebt heb je sneller medelijden met iedereen.

Biggen worden zwijnen.

Kinderen worden uiteindelijk volwassen.

Bij de les blijven.

Op blijven letten.

Bij de pakken neerzitten.

Moedeloos zijn.

Bij de roes verkopen.

Iets verkopen zoals het er bij ligt; zonder het uit te stallen of mooier te maken.

Bij eigen zin is geen gewin.

Als je steeds je eigen zin wilt doordrijven dan zal dat uiteindelijk tegen je gaan werken.

Bij gebrek aan adem sterven.

Sterven van ouderdom.

Bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien.

In nood moet je wel eens dingen doen die anders te duur zijn.

Bij gebrek aan volk wordt een snijder kerkvoogd.

Hij heeft een functie gekregen maar is daarvoor helemaal niet geschikt.

Bij God is genade maar bij hem niet.

Hij is erg onbarmhartig.

Bij haar kan men een ei in haar gat gaar koken.

Zij is erg bang.

Bij hem is er een op de loop.

Hij is niet normaal.

Bij hem is het Pasen en Pinksteren.

Hij heeft goed verdiend.

Bij hem is Parijs wel een mis waard.

Hij wijzigt zijn standpunt als hem dat goed uitkomt.

Bij hem kan men schoolgaan.

Hij kan je altijd wel wat leren.

Bij iemand aankloppen.

Bij iemand hulp of advies proberen te krijgen.

Bij iemand balsem in de wonde gieten.

Iemand troosten.

Bij iemand de kunst afkijken.

Observeren hoe iemand iets doet om het later te kunnen nadoen.

Bij iemand in het gevlij komen.

Iemands sympathie winnen door met hem aan te pappen.

Bij iemand in het klad staan.

Bij iemand schuld hebben.

Bij iemand in het krijt staan.

Bij iemand een schuld/wederdienst moeten aflossen.

Bij iemand rozen op het pad strooien.

Iemand zijn leven veraangenamen.

Bij iemand te boek staan.

Bij iemand een schuld hebben.

Bij iemand zijn anker uitwerpen.

Bij iemand gaan inwonen.

Bij iemand zweren.

Iemand hoog achten.

Bij Jakobs stem behoren geen Ezau’s handen.

Als je iemand wil bedriegen moet je jezelf niet verraden.

Bij kerk en kluis heeft de Duivel een huis.

Bij een kerk vind je bijna altijd een café.

Bij kleine lapjes leert men een hond leer eten.

Als het maar langzaam genoeg gaat kun je aan de vreemdste zaken gewend raken.

Bij moeders pappot blijven.

Nog bij moeder wonen terwijl je oud en wijs genoeg bent om zelfstandig te leven.

Bij nacht zijn alle katjes grauw.

In het donker kun je niet goed zien of een vrouw mooi is of niet.

Bij tijd en wijle.

Zo af en toe.

Bijkans en sloeg nooit iemand dood.

Als je teveel haast hebt lukt het niet.

Bijl en blok zijn behouden.

Vrouw en kind hebben de bevalling overleefd.

Bitter in de mond maakt het hart gezond.

Om beter te worden moet je vaak bittere medicijnen slikken.

Blaffende honden bijten niet.

Van schreeuwers heb je vaak het minst te vrezen.

Blauw bloed hebben

van adel zijn

o_-
Citeren14.05.20151 likes

iemand die zoveel letters over heeft  chat teveel 

demoontje slaat op hol 

Citeren14.05.20150 likes

Blauwe duiven blauwe jongen.

Kinderen lijken vaak veel op hun ouders.

Blijf uit zijn kielwater.

Blijf uit zijn buurt want hij deugt niet.

Blijf van mijn lijf.

Raak mij niet aan; mishandel mij niet.

Boffen en blazen werk van dwazen.

Echte wijze mensen scheppen niet op.

Bokkesprongen maken.

Vreemde gebaren maken.

Bollywood.

De Indiaase filmindustrie.

Bont om de arm dun in de darm.

je moet niet al je geld besteden aan kleding je moet ook gezond eten.

Boompje groot potertje dood.

Ieder mens gaat een keer dood.

Boontje komt om zijn loontje.

Je wordt gestraft voor je slechte daden.

Borgen brengt zorgen.

Als je alles op krediet koopt heb je later moeite met betalen.

Bot vangen

niets krijgen, pech hebben

Boter bij de vis.

Kontant afrekenen.

Boter op je hoofd hebben.

Anderen iets verwijten terwijl je zelf hetzelfde verweten kan worden.

Botje bij botje leggen.

Iedereen levert een gelijke kleine bijdrage.

Boven zijn stand leven.

Hij leeft met meer weelde en luxe dan hij zich veroorloven kan.

Bovenste beste Lieve vriend Brand je vingers niet.

Kijk uit dat je de regels niet overtreedt.

Brand je vingers niet.

Kijk uit dat je de regels niet overtreedt.

Brutalen hebben de halve wereld.

Mensen die brutaal zijn krijgen vaak hun zin.

Buig het rijsje als het nog jong is.

Als een kind jong is dan kun je het nog leren luisteren.

Buigen als een knipmes.

Heel diep buigen.

Buurmans leed troost.

Als een ander ook lijdt deel je in verdriet en voelt het minder erg.

Commandeer je hond en blaf zelf!

Je moet niet denken dat je mij bevelen kunt geven.

Daar bedank ik feestelijk voor.

Daar doe ik niet aan mee.

Daar de bij honing uit zuigt zuigt de spin vergif uit.

Wat door de een wordt gewaardeerd wordt door de ander juist veroordeeld.

Daar doet de lommerd geen geld op.

Dat is waardeloos.

Daar durf ik mijn vinger voor opsteken.

Daar ben ik zeker van.

Daar gaan klappen vallen.

Daar gaat gevochten worden.

Daar gaan koppen rollen.

Daar gaat gevochten worden.

Daar gaat de beuk in.

Dat wordt flink aangepakt.

Daar gaat een dominee voorbij.

In een gezelschap wordt het opeens heel stil.

Daar gaat veel zeggens in een zak eer hij vol is.

Je moet niet alles zomaar geloven wat je hebt vernomen via roddels.

Daar geeft de bank geen geld op.

Dat is waardeloos.

Daar groeit het gras in de straten.

Het is daar een saaie boel.

Daar heeft de bakker zijn wijf doorgejaagd.

Daar zitten holle plekken in het brood.

Daar helpt lezen noch bidden aan.

Dat is hopeloos.

Daar het stil is is het goed haver zaaien.

Er valt een stilte in een gezelschap.

Daar is begijn te geselen.

Daar gebeurt iets bijzonders.

Daar is de gazet van het dorp.

Daar is degene die van alle aktualiteiten op de hoogte is.

Daar is de lens uit de wagen.

Daar is het verkeerd gegaan.

Daar is een kop gort bij nodig om dat uit te tellen.

Dat is moeilijk na te gaan in hoeverre dat nog familie is.

Daar is een scherpe beitel voor nodig.

Daar moet hard tegen worden opgetreden.

Daar is geen falikant bij.

Dat is prima in orde.

Daar is geen hand aan te steken.

Dat is veels te duur.

Daar is geen koe bij overstuur.

Dat is niet zo erg.

Daar is geen woord Frans bij.

Dat is heel duidelijk gezegd.

Daar is geen zalf aan te strijken.

Dat is hopeloos.

Daar is heel wat aan te kluiven.

Dat is een flinke klus.

Daar is het roer van het schip.

Daar is het toezicht verdwenen.

Daar is meer omgegaan dan de molen in het woud.

Daar is meer gebeurd dan je zou denken.

Daar is olie nodig.

Daar is een gebrek aan geld.

Daar is ouwe Jan en jonge Jan.

Daar allerlei rommel.

Daar is smaak noch kraak aan.

Dat is zonder een uitgesproken smaak.

Daar is staak noch boom te zien.

Daar is niets te zien.

Daar is veel aan vast.

Dat is gecompliceerder dan je zou denken.

Daar is veel pluk aan.

Dat is veel werk.

Daar is veel voorland.

Daar is nog een hoop werk te verrichten.

Daar is vlees in de kuip.

Daar hebben ze genoeg in voorraad.

Daar is wat in dat de kat niet lust.

Het eten is nog te warm.

Daar komt een schip met zure appels.

Daar komt een stevige regenbui aan.

Daar kwam een stuk vlees op tafel van Benjamin.

Daar werd een overvloedige dis aangeboden.

Daar ligt de hond begraven.

Dat is de oorzaak.

Daar lusten de honden geen brood van.

Dat is al te erg.

Daar men mee scheep is moet men mee varen.

Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.

Daar men voor scheep komt moet men voor varen.

Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.

Daar schuilt een slang onder het loof.

Het lijkt mooi maar er zijn verborgen problemen.

Daar speelt de Duivel mee.

Dat is een bedenkelijke zaak.

Daar staat een pot te vuur.

Daar is men wat slechts aan het bekokstoven.

Daar staat een potje op het vuur.

Daar gaat wat gebeuren.

Daar staat zijn hoofd niet naar.

Daar heeft hij nu geen zin in.

Daar steekt de bezem uit.

Daar wordt overvloedig drank en eten opgedist.

Daar zitten graten in.

Daar is iets niet in orde.

Daaraan heb ik de pest gezien.

Daaraan heb ik een hekel.

Daaraan veeg ik mijn botten.

Daar trek ik mij niets van aan.

Daarmee is de kous af.

Daarmee is het onderwerp beindigd.

Daarvan gaan er dertien in een dozijn.

Dat zijn onbelangrijke dingen.

Daarvan gaan er twaalf in een dozijn.

Dat is iets heel gewoons.

Dan doen de kiezen hem niet meer zeer.

Tegen die tijd is hij allang overleden.

Dan is Leiden in last.

Dan zijn er grote problemen.

Dat bedenkt hij bij zijn gat op.

Dat verzint hij.

Dat bewijs is boterzacht.

Dat bewijs is heel zwak.

Daar verdiende hij een plasdankje mee.

Hij kreeg een bedankje n.

Daar was geschoren en ongeschoren.

Daar zaten mensen van verschillende sexe en afkomst.

Daar wil hij zijn pink voor geven.

Dat wil hij heel erg graag hebben.

Daar wordt een erfenis verdeeld.

Dat duurt erg lang.

Daar zal averij vallen.

Daar zal een voordeeltje te behalen zijn.

Daar zit de klad in.

Dat verkoopt niet; de prijzen staan onder druk.

Daar zit de mot in.

Dat is verloren.

Daar zit een haar in de boter Daar is iets niet in orde.

Daar zit een luchtje aan.

Daar zit een luchtje aan.

Dat is niet helemaal in orde.

Daar zit muziek in.

Dat is een lucratieve handel.

Dat gaat aanbranden.

Dat gaat verkeerd aflopen.

Dat gaat achter zijn rug om.

Dat gebeurt zonder dat hij er van op de hoogte is gesteld.

Dat gaat boven mijn prik.

Dat is te duur voor mij.

Dat gaat boven zijn horizon.

Dat snapt hij niet.

Dat gaat buiten de kerf.

Dat gaat te ver.

Dat gaat door merg en been.

Dat voel je door je hele lichaam.

Dat gaat hem boven zijn pet.

Dat snapt hij niet.

Dat gaat over land en zand.

Dat krijgt iedereen te horen.

Dat gaat uit als een nachtkaars.

Dat loopt ongemerkt af.

Dat gaat van een leien dakje.

Dat gaat erg makkelijk.

o_-

Advertise here!!

Citeren14.05.20150 likes

Dat gaat zover als het voeten heeft.

Dat houdt een keer op.

Dat gaf de doorslag.

Dat was beslissend.

Dat gat is niet meer te stoppen.

Die schuld kan niet meer betaald worden.

Dat gebeurde tussen neus en lippen door.

Dat gebeurde terloops.

Dat gebeurt om de haverklap.

Dat gebeurt keer op keer.

Dat gebeurt te hooi en te gras.

Het komt wel voor maar niet zo vaak.

Dat geeft geen spek in de erwten.

Dat helpt niet noemenswaard.

Dat geeft stof tot nadenken.

Dat is een reden om wat dieper ergens over na te denken.

Dat ging buiten zijn rekening.

Dat was een andere afloop dan hij voor ogen had.

Dat glimt als een hondekeutel in het donker.

Dat is dof.

Dat haalt er geen handwater bij.

Dat is helemaal niet zo goed.

Dat hangt aan elkaar als gehakt stro.

Dat heeft geen enkel verband met elkaar.

Dat hebben ze met de moedermelk ingezogen.

Dat hebben ze al vanaf hun prille jeugd zo geleerd.

Dat heeft de kat van de bakker gedaan.

Ik heb het niet gedaan.

Dat heeft een kwastje nodig.

Dat moet nodig geverfd worden.

Dat heeft een likje verf nodig.

Dat moet nodig geverfd worden.

Dat heeft hem de das omgedaan.

Dat is hem fataal geworden.

Dat heeft hij aan zijn kwast.

Daaraan is hij schuldig.

Dat heeft hij in zijn vaandel geschreven.

Dat is iets principieels voor hem.

Dat heeft maar aan een haar gehangen.

Dat was bijna verkeerd afgelopen.

Dat heeft Pilatus zo geschreven.

Daaraan kan niets verandert worden.

Dat heeft veel stof opgejaagd.

Dat heeft veel opschudding gegeven.

Dat heeft veel voeten in de aarde.

dat is niet zo eenvoudig; dat kost heel wat moeite om dat voor elkaar te krijgen.

Dat heeft wat in eer de laatste man te bed komt.

Dat duurt erg lang.

Dat heeft zijn zeet gekregen.

Dat is gebruik geworden.

dat het zou mislukken.

Dat is voor het ronde archief.

Dat is algabra voor hem.

Daar snapt hij niets van.

Dat is bakerpraat.

Dat is kletspraat.

Dat is bezijden de waarheid.

Dat is niet waar.

Dat is blijk en bloot.

Dat is duidelijk.

Dat is bonen knopen.

Dat is onbegonnen werk.

Dat is botertje boven.

Dat is een onverwachte meevaller.

Dat is brandhout.

Dat is rotzooi.

Dat is broekzak-vestzak.

Dat geld wordt van de ene plaats naar de andere geschoven maar uiteindelijk blijft het bij

Dat is broer en zus.

Die lijken erg op elkaar.

Dat is broertje of zusje.

Dat is hetzelfde.

Dat is buiten mijn hoefslag.

Daar ga ik niet over.

Dat is Chinees voor mij.

Dat kan ik niet lezen; daar begrijp ik niets van.

Dat is crimineel.

Dat is ontzettend.

Dat is de aap gevlooid.

Dat is onbegonnen werk.

Dat is de aard niet.

Dat is niet zoals het hoort.

Dat is de cashcow.

Dat is het bedrijf dat de meeste winst maakt.

Dat is de hen die de eieren legt.

Dat si degene die het geld verdient.

Dat is de knijp.

Dat is een groot probleem.

Dat is de kurk waar het op drijft.

Dat is hetgeen waarvan alles afhangt.

Dat is de pijn niet waard.

Dat is de moeite niet waard.

Dat is de spil waar alles om draait.

Dat is het belangrijkste van de zaak.

Dat is de ware broeder niet.

Je kunt hem niet vertrouwen.

Dat is de ware pisang.

Dat is de echte persoon.

Dat is door de ratten besnuffeld.

Dat is belachelijk.

Dat is dubbel en dik.

Dat is meer dan voldoende.

Dat is duitenplaterij.

Dat is praten over onbelangrijke zaken terwijl datgene waar het over moet gaan niet aan de

Dat is een alikruik van een vent.

Dat is een kleine dikke man.

Dat is een beer op sokken.

Dat is een goedsul.

Dat is een begin zonder eind.

Dat gaat maar door.

Dat is een blok aan zijn been.

Dat is iets waar hij veel hinder van ondervindt.

Dat is een boerenhengst.

Dat is een lompe vent.

Dat is een boom van een vent.

Dat is een flinke kerel.

Dat is een boon in een brouwketel.

Dat is onbelangrijk.

Dat is een botje zonder gal.

Dat is een vriendelijk persoon.

Dat is een broodje aap.

Dat is een verzonnen verhaal dat voor waar wordt aangenomen.

Dat is een buffel van een kerel.

Dat is een lompe vent.

Dat is een buitenbeentje.

Hij hoort er niet bij.

Dat is een crime.

Dat is rampzalig om te doen.

Dat is een dag voor de prins.

Dat is een verloren dag.

Dat is een dichter en denker.

Dat is een beroepsschrijver.

Dat is een doekje voor het bloeden.

Dat is iets moois om de ware bedoeling te verbergen.

Dat is een domme Joris.

Dat is een goedsul.

Dat is een doorgestoken kaart.

Dat is een vooropgestelde valstrik.

Dat is een dove Jut.

Dat is iemand die net doet of hij het niet gehoord heeft.

Dat is een drol van een karwei.

Dat is een rotklus.

Dat is een drol van een vent.

Dat is een rotvent.

Dat is een droogstoppel.

Dat is een saai persoon Dat is een druif uit zijn mond.

Dat is een druif uit zijn mond.

Dat geeft hij niet graag af.

Dat is een druppel in de oceaan.

Dat is iets onbeduidend.

Dat is een druppel in een emmer.

Dat heeft weinig om het lijf.

Dat is een druppel op de gloeiende plaat.

Dat is hulp die maar zeer weinig baat brengt.

Dat is een dubbeltje op zijn kant.

Het is niet te zeggen of het goed of slecht afloopt.

Dat is een duitendief.

Dat is een vrek.

Dat is een eitje.

Dat is heel erg makkelijk.

Dat is een fijne beschuit.

Hij is schijnheilig.

Dat is een fluitje van een cent.

Dat is een erg gemakkelijke opdracht.

Dat is een Frans compliment.

Je weet niet of het een gemeend compliment is of juist niet.

Dat is een gebed zonder einde.

Dat is iets dat maar door gaat en waar geen einde aan lijkt te komen.

Dat is een gelegen kerkgang.

Dat is een behoorlijke afstand.

Dat is een geluk bij een ongeluk.

Aan een hele erge tegenslag blijkt ook nog een kleine meevaller te zitten.

Dat is een gelukkige greep.

Dat is goed gekozen.

Dat is een gezworen vijand.

Dat is voor altijd een vijand.

Dat is een goede plaats voor drinkers.

Wat een kokkerd is dat.

Dat is een goudmijn.

Dat is een zeer lucratief handeltje.

Dat is een grote parade maar een klein garnizoen.

Dat lijkt heel wat maar stelt weinig voor.

Dat is een hard gelag.

dat is een grote tegenvaller.

Dat is een hardloper van luie Kees.

Dat is een lui persoon.

Dat is een heet hangijzer.

Dat is een netelige kwestie.

Dat is een hele dop sokken.

Het is een laf persoon.

Dat is een hemdje raak mijn gatje niet.

Hij is lichtgeraakt.

Dat is een hen met sporen.

Dat is een norse vrouw.

Dat is een holle darm.

Dat is een veelvraat.

Dat is een hongerige luis.

Dat is een vrek.

Dat is een huishouden van Jan Steen.

Dat is een grote wanboel.

Dat is een Israëliet zonder betoog.

Je kunt hem vertrouwen.

Dat is een Jantje lacht en Jantje huilt.

Hij kan snel van humeur wisselen.

Dat is een kind van Laban.

Dat is een kind met een melkwitte huid.

Dat is een kolfje naar zijn hand.

Dat is echt iets voor hem.

Dat is een kroegloper.

Dat is iemand die regelmatig de kroegen bezoekt.

Dat is een krom en verdraaid geslacht.

Dat is een slechte familie.

Dat is een lekker tand.

Hij houdt van lekker eten.

Dat is een lelijke kiezentrekker.

Dat is een grote tegenvaller.

Dat is een lied [verhaal] zonder eind.

Dat is een akelige en langdurige geschiedenis.

Dat is een mooi gezicht voor een kapotte ruit.

Dat is niet om aan te zien.

Dat is een nieuwsgierig Aagje.

Dat is een nieuwsgierige vrouw/meisje.

Dat is een oliekruik van de weduwe.

Daar valt nog geld te halen.

Dat is een open deur.

Dat is een idee dat iedereen had kunnen aandragen.

Dat is een oud hartzeer.

Dat is een langdurige vervelende kwestie.

Dat is een paard van een daalder.

Dat is een trots persoon.

Dat is een pak van mijn hart.

Dat is een hele opluchting.

Dat is een parel aan zijn kroon.

Dat is voor hem zeer waardevol.

Dat is een pleister op een houten been.

Dat is een lapmiddel; dat helpt niet.

Dat is een praatje voor de vaak.

Dat is onbelangrijk.

Dat is een profeet die brood eet.

Met hem hoef je geen rekening te houden.

Dat is een publiek geheim.

Dat is iets wat officieel bij niemand bekend is maar wat iedereen al weet.

Dat is een raadsheer met een P.

Dat is iemand die waardeloze adviezen geeft.

Dat is een rad uit de wagen.

Dat is een onverwachte tegenslag.

Dat is een rak in de wind.

Dat is een lastige klus.

Dat is een rare apostel.

Dat is een vreemde man.

Dat is een rare kostganger.

Dat is een vreemd figuur.

Dat is een redenering van Jan Kalebas.

Daaruit kun je geen wijs worden.

Dat is een schrale troost.

Dat is maar een kleine nietszeggende opbeuring.

Dat is een slecht begin.

Dat is een zware bevalling.

Dat is een spel van kat en muis.

Het is al bekend wie daar de winnaar zal zijn.

Dat is een spreker van de koude grond.

Dat is een onbeduidende slechte spreker.

Dat is een sprong in het duister.

Het is niet bekend hoe dat afloopt.

Dat is een sprookje van Moeder de Gans.

Dat is verzonnen.

Dat is een stofje van de weegschaal.

Dat is iets onbelangrijks waar je je niet druk om moet maken.

Dat is een streep aan de balk.

Dat is iets heel bijzonders.

Dat is een streep door de rekening.

Dat is een grote tegenvaller.

Dat is een strop van een jongen.

Het is een kwajongen.

Dat is een stuk boter in de brij.

Dat is een leuke meevaller.

Dat is een stuk boter in de pap.

Dat is een onverwachte meevaller.

Dat is een tafeltje welbereid.

Dat is een heel erg goed gedekte tafel.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Dat is een vat vol tegenstrijdigheden.

Dat is iemand die iedere dag weer een andere mening heeft.

Dat is een ventje om in een praam te zetten.

Dat is een onbelangrijk persoon.

Dat is een verschil van dag en nacht.

Dat is een heel groot verschil.

Dat is een vochtig land.

Daar mag wijn en bier worden verkocht maar geen gedistilleerd.

Dat is een vogeltje voor de kat.

Dat is een verloren zaak.

Dat is een vreemde eend in de bijt.

Dat is iemand die niet thuis hoort in de groep.

Dat is een waarheid als een koe.

Dat is voor iedereen overduidelijk.

Dat is een wijn van Jan Langarm.

Dat is water uit de kraan.

Dat is een zaak als een gebakken botje.

Dat is een afgeronde zaak.

Dat is een zingende mis met een staartje.

Dat duurt behoorlijk lang.

Dat is een zware bevalling.

Dat is een zware of ingewikkelde klus Dat is Engels gaar.

Dat is Engels gaar.

Dat is niet goed gaar.

Dat is er een uit de ark van Noach.

Hij draagt ouderwetse kleding.

Dat is er één uit duizend.

Dat is iemand die bijzonder (goed/aardig) is.

Dat is erg oud.

Dat is nog van voor de zondvloed.

Dat is familie van Adamswege.

Dat is verre familie.

Dat is geblazen.

Dat is verloren.

Dat is geen cent waard.

Dat is waardeloos.

Dat is geen doen met eer.

Dat strijkt tegen zijn gevoelens in.

Dat is geen pijp tabak waard.

Dat is niet veel waard.

Dat is geen smaldoek!

Dat is niet weinig.

Dat is geen zeil voor dat schip.

Die vrouw past niet bij hem.

Dat is geen zuivere koffie.

Dat is niet pluis.

Dat is geld in het water smijten.

Dat is geld aan iets dwaas uitgeven.

Dat is gelul van een dronken aardbei.

Dat is onzin.

Dat is genoeg voor een heel weeshuis.

Dat is eigenlijk te veel.

Dat is gewonnen spel.

Dat is gelukt.

Dat is glashelder.

Dat is volkomen duidelijk.

Dat is Gods vinger.

Dat is iets waar God voor gezorgd heeft.

Dat is Grieks voor hem.

Dat snapt hij niet.

Dat is groot laweit in een klein straatje.

Dat is veel drukte om niets.

Dat is hanepoot en baksteen.

Dat is onduidelijk geschreven.

Dat is Hansje in de kelder.

Dat is een ongeboren baby.

Dat is hem door de neus geboord.

Die beloning waar hij recht op had is hem ontnomen.

Dat is hem door het hoofd gewaaid.

Daar heeft hij niet aan gedacht.

Dat is hem een doorn in het oog.

Daaraan ergert hij zich enorm.

Dat is hem een doorn in het vlees.

Daaraan ergert hij zich enorm.

Dat is hem met de paplepel ingegeven.

Dat heeft hij van jongs af aan geleerd.

Dat is hem niet met de Oostenwind aangewaaid.

Daar heeft hij hard voor moeten werken of studeren.

Dat is hem niet naar het haar.

Dat bevalt hem niet.

Dat is hem van de duim gegleden.

Dat viel hem zwaar tegen.

Dat is het ei van Columbus.

Dat is de perfecte oplossing.

Dat is het eieren eten niet.

Dat is niet waar het om gaat.

Dat is het geheim van de mis.

Zo zit dat in elkaar.

Dat is het oprapen niet waard.

Dat is waardeloos.

Dat is het toppunt! Dat is werkelijk ongehoord.

Dat is Holland op zijn smalst.

Dat is Holland op zijn smalst.

Dat is een bekrompen opvatting.

Dat is huilen met de pet op.

Dat is zeer slecht.

Dat is iets uit de lavendelkist.

Dat is iets ouderwets.

Dat is iets van zijn gading.

Dat is iets dat hij gebruiken kan.

Dat is in een veeg gebeurd.

Dat is zo gebeurd.

Dat is in kracht van gewijsde.

Dat blijft zo.

Dat is in staat van wijzen.

Dat is goed onderzocht.

Dat is je voorland.

Dat zal jou ook nog eens overkomen.

Dat is Jozef de dromer.

Dat is een fantast.

Dat is Jut en Jul.

Dat is een raar tweetal.

Dat is kaviaar voor hem.

Dat kan hij niet betalen.

Dat is kippetjespraat de hanen lachen erom.

Dat is lariekoek.

Dat is klein bier.

Dat is relatief onbelangrijk.

Dat is klets met kontjes.

Dat is larie.

Dat is koeterwaals.

Dat is kromme kindertaal.

Dat is koren op zijn molen.

Dat komt hem erg goed uit.

Dat is krot en compagnie.

Dat zijn arme mensen met veel schulden.

Dat is lang op til geweest.

Daar is lang over gesproken.

Dat is Latijn voor hem.

Dat begrijpt hij niet.

Dat is lood om oud ijzer.

Dat komt op hetzelfde neer.

Dat is maar een dun verhaal.

Dat verhaal stelt weinig voor.

Dat is maar een halfje.

Dat is niet zo goed.

Dat is maar kinderspel.

Dat is iets eenvoudigs.

Dat is maar stront.

Dat is onbelangrijk.

Dat is meer dan hem lief is.

Dat is te erg.

Dat is meer geluk dan wijsheid.

Dat was geluk hebben.

Dat is met de vork geschreven

Als bij een feest (huwelijk) de barrekening nogal hoog uitvalt.

Dat is met geen goud te betalen.

Dat is voor mij heel belangrijk.

Dat is met geen pen te beschrijven.

Dat is zo erg dat je het niet kunt beschrijven.

Dat is mij in de hand gevallen.

Dat is een onverwacht voordeel.

Dat is mij tegen de boeg.

Daar heb ik principiele bezwaren tegen.

Dat is mond tergen.

Dat is bijzonder lekker maar er is niet zoveel van.

Dat is mosterd na de maaltijd.

Dat was eerst misschien nuttig geweest maar daarvoor is het nu te laat.

Dat is naar de Filistijnen.

Dat is onherstelbaar kapot.

Dat is neef gezegd.

Je hebt duidelijk laten merken wat je wilt.

Dat is net zo zeker als een scheet in een netje.

Je kunt daar niet op vertrouwen.

Dat is niet iedereens gading.

Dat is niet voor iedereen betaalbaar.

Dat is niet in de haak.

Dat is niet zoals het hoort te zijn.

Dat is niet kousjer.

Dat deugd niet.

Dat is niet mis.

Dat is niet zomaar iets dat is heel goed.

Dat is niet volgens Lucas.

Dat is niet helemaal betrouwbaar.

Dat is niet voor de poes.

Dat is moeilijk.

Dat is nog eens een bof.

Dat is nog eens een buitenkans.

Dat is nog geen haaievin waard.

Dat is van geen waarde.

Dat is olie op de golven.

Dat bedaart de gemoederen.

Dat is onbegonnen werk.

Dat is een karwei dat zoveel moeite kost dat daar beter niet aan begonnen kan worden.

Dat is ooievaars kuitenvet.

Dat zijn zeer dunne benen.

Dat is ook niet bij zijn wieg gezongen.

Dat had niemand van hem verwacht.

Dat is oud vuil.

Dat is oud nieuws.

Dat is oude [bekende] kost.

Dat is al eerder gezien.

Dat is pet.

Dat is slecht.

Dat is retegoed.

Dat is heel erg goed.

Dat is schering en inslag.

Dat komt iedere keer weer voor.

Dat is sla van een eend.

Dat is een blunder.

Dat is staart noch steel.

Dat lijkt nergens naar.

Dat is te dwaas om los te lopen.

Dat is echt heel raar.

Dat is te dwaas om op een hek te zetten.

Dat is te gek voor woorden; dat is schandalig.

Dat is te gek om los te lopen.

Dat is iets wat niet zou mogen worden toegestaan.

Dat is uit de kunst.

Dat is geweldig goed! Dat is uit de lucht gegrepen.

Dat is uit de lucht gegrepen.

Dat is verzonnen.

Dat is uit het jaar nul.

Dat is hopeloos uit de mode.

Dat is van de Chinese kerk.

Dat is een gerucht.

Dat is van de vrachtwagen gevallen.

Dat is gestolen goed.

Dat is van het vagevuur in de hel.

Dat is alleen maar slechter geworden.

Dat is van hetzelfde laken een pak.

Dat is hetzelfde.

Dat is van nul en gener waarde.

Dat is waardeloos.

Dat is van nul en generlei waarde.

dat is waardeloos.

Dat is vers twee.

Dat is nu nog niet belangrijk.

Dat is vlot van stapel gelopen.

Dat is snel gegaan.

Dat is volstrekt legaal.

Dat kan wat aan de ribben zetten.

Dat is voor de poes.

Dat kan niet meer voorkomen worden.

Dat is voor een vissersdeur gedaan.

Dat is gedaan terwijl van te voren duidelijk was dat het zou mislukken.

Dat is voor het ronde archief.

Dat wordt weggegooid.

Dat is voor mij abacadabra.

Dat is voor mij onbegrijpelijk.

Dat is voor zijn billen.

Dat is geregeld.

Dat is wat nieuws op een oud thema.

Dat is hetzelfde maar wordt op een andere manier gebracht.

Dat is water en melk.

Dat is eten zonder smaak Dat is water en wind.

Dat is water en wind.

Dat is eten zonder voedingsstoffen.

Dat is zak naar zaad.

Dat is goedkoop gekocht.

Dat is zalf voor hem.

Dat is goed voor hem.

Dat is zijn Achilleshiel.

Dat is zijn zwakke plek.

Dat is zijn echo.

Dat is de persoon die hem in alles navolgt.

Dat is zijn lust en zijn leven.

Daar leeft hij voor; dat vindt hij bijzonder leuk om te doen.

Dat is zijn staf en zijn steun.

Hij is daar geheel van afhankelijk.

Dat is zo dicht als een zeef.

Dat is helemaal niet dicht; daar zitten juist veel gaten in.

Dat is zo helder als koffiedik.

Dat is onduidelijk.

Dat is zo lek als een mandje.

Dat is hartstikke lek.

Dat is zo licht als een pluim.

Dat is heel erg licht.

Dat is zo oud als de straat.

Dat is erg oud.

Dat is zo oud als de weg naar Kralingen.

Dat is oude koek.

Dat is zo oud als de weg naar Rome.

Dat is heel erg oud.

Dat is zo oud als Methusalem.

Dat is heel erg oud.

Dat is zo rond als een o.

Dat is overduidelijk.

Dat is zo zeker als twee keer twee vier is.

Dat is absoluut zeker.

Dat is zo zoet als honing.

Dat is erg zoet.

Dat is zoveel waard als een gek ervoor geven wilt.

Dat heeft geen vaste prijs; je moet net een liefhebber weten te vinden die er veel geld voor

Dat is zuur verdiend geld.

Dat is geld waarvoor hard is gewerkt.

Dat kan Bruin niet trekken.

Dat kan ik niet betalen.

Dat kan de toets doorstaan.

Dat zal glansrijk uit een test komen.

Dat kan goed tellen.

Dat loont.

Dat kan hem geen oortje schelen.

Dat vindt hij niet belangrijk.

Dat kan het daglicht niet velen.

Dat is illegaal.

Dat kan in zijn ogen geen genade vinden.

Dat kan hij niet goed vinden.

Dat kan kat noch hond verstaan.

Dat is niet te verstaan.

Dat kan mij de anus oxideren.

Het interesseert me niks.

Dat kan wat aan de ribben zetten.

Dat kan voordelig zijn.

Dat kent hij van buiten als zijn vaderons.

Daar weet hij alles van.

Dat kittelt de milt.

Dat is lachwekkend.

Dat klinkt als een klok.

Daar is niets op aan te merken.

Dat klopt als een bus.

Dat is exact uitgerekend.

Dat klopt volgens Bartjens

Dat is nauwkeurig berekend.

Dat komt als eb en vloed.

Dat wisselt nogal.

Dat komt gelijk kak.

Dat komt vanzelf.

Dat komt heet van de naald.

Dat is nieuw.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Dat komt heet van de rooster.

Dat is nieuw.

Dat komt in zijn kraam te pas.

Dat komt hem goed uit.

Dat komt in zijn straatje te pas.

Dat komt hem goed uit.

Dat komt mijn eer te na.

Dat komt niet overeen met mijn eergevoel.

Dat komt terecht beter dan de verzopen dubbeltjes.

Dat komt wel goed.

Dat komt uit zijn koker.

Hij is de bedenker van dat plan.

Dat kost geen centje pijn.

Dat is een zeer kleine moeite.

Dat kost hem maar één woord.

Hij hoeft maar één ding te zeggen en het gebeurt.

Dat kost maar een bagatel.

Dat kost maar een klein beetje.

Dat kost stukken van mensen.

Dat is niet goedkoop.

Dat krijg je op de hoop toe.

Dat krijg je er gratis bij.

Dat kwam als een donderslag bij heldere hemel.

Dat was een plotselinge vervelende verrassing.

Dat kwam falikant uit.

Daar klopte niets van.

Dat kwam uit de lucht vallen.

Dat kwam onverwachts.

Dat kwam van pas.

Dat was erg gewenst.

Dat lapt hij aan zijn laars.

dat negeert hij.

dat leidt alleen maar tot ellende.

Men moet niet op alle slakken zout leggen.

Dat ligt als beton op de maag.

Dat is zware kost.

Dat ligt er duimen dik bovenop.

Het bedrog is overduidelijk zichtbaar.

Dat ligt hem als een steen op de maag.

Dat is voor hem een groot probleem waarvoor hij geen oplossing weet.

Dat ligt hem zwaar op de lever.

Daar heeft hij veel problemen mee.

Dat ligt hem zwaar op de maag.

Dat grijpt hem aan.

Dat ligt in de aard van het beestje.

Dat is zijn natuur.

Dat ligt in de lijn der verwachting.

Dat is zoals het is voorspelt.

Dat ligt nog vers in het geheugen.

Dat is nog niet zolang geleden gebeurt.

Dat ligt onder het loodje.

Dat is voorlopig nog niet aan de orde.

Dat ligt op de vlakke hand.

Dat is gemakkelijk.

Dat ligt precies in zijn lijn.

Daarvoor is hij de geschikte persoon.

Dat ligt voor de hand.

Dat valt te verwachten.

Dat ligt voor het grijpen.

Daar is nog genoeg van.

Dat lijkt nergens op.

Dat is helemaal fout.

Dat loopt als een trein.

Dat gaat heel goed.

Dat loopt buiten hem om.

Daar gaat hij niet over.

Dat loopt de spuigaten uit.

Dat gaat te ver; dat kan niet geaccepteerd worden.

Dat loopt met een Jantje van Leiden af.

Dat loopt met een sisser af.

Dat loopt niet weg.

Daarvoor hoef je geen haast te maken.

Dat loopt op zijn eind.

Dat is binnenkort afgelopen.

Dat loopt spaak.

Dat gaat verkeerd.

Dat luistert nauw.

Dat is iets dat heel nauwkeurig gedaan moet worden.

Dat mag de drommel weten! Niemand weet dat.

Dat mag geen licht zien.

Dat mag hoosje weten.

Dat weet niemand.

Dat mag Joost weten! Niemand weet dat.

Dat mag wel in de krant.

Dat mag wel in de krant.

Dat is iets bijzonders.

Dat mag wel met een krijtje aan de balk.

Dat is iets heel bijzonders.

Dat mag wel met een rode letter in de almanak.

Dat is iets heel aparts.

Dat mes is erg stomp.

Dat moet je hem niet aan zijn neus hangen.

Dat moet men met een lantaarntje zoeken.

Dat is iets heel bijzonders.

Dat moet men van de daken prediken.

Dat moet je promoten.

Dat moet zijn hart ophalen.

Daar kan ik niets meer aan veranderen.

Dat muisje heeft een staartje.

Dat zal nog een vervelende nasleep krijgen.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

dat nog wel een keer.

Een goede metser verwerpt geen steen.

Dat paard zal mij niet weer slaan.

Dat zal mij niet weer gebeuren.

Dat past als een haspel op een moespot.

Dat heeft er niets mee te maken.

Dat past als een himphamp op een mosterdmolen.

Dat hoort niet bij elkaar.

Dat past als een klink op een kraaienest.

Dat past helemaal niet bij elkaar.

Dat past als een vuist op een oog.

Dat is daarvoor niet goed.

Dat past in mijn holle kies.

Dat is maar een heel klein beetje eten.

Dat raakt kant noch wal.

Dat is helemaal verkeerd.

Dat riekt naar de lamp.

Dat is oud en niet interessant.

Dat ruikt naar peper.

Dat is erg duur.

Dat schaap zal een zachte dood nemen.

Daar hoor je na verloop van tijd niets meer over.

Dat scheelt een dwarsstraat.

Dat scheelt veel.

Dat scheelt een slok op een borrel.

Dat is een groot verschil.

Dat schiet bij hem in het verkeerde keelgat.

Dat vond hij helemaal niet leuk.

Dat schreit ten hemel.

Dat is een verschrikkelijke daad.

Dat schudt hij uit zijn mouw.

Dat verzint hij ter plekke.

Dat si voor de bok zijn kloeten.

Dat is totaal overbodig.

Dat slaat als een kut op een gebakje.

Dat is onzin.

Dat slaat als een tang op een varken.

Dat heeft er niets mee te maken.

Dat sleept hij er met de haren bij.

Dat brengt hij ermee in verband terwijl het helemaal niets ermee van doen heeft.

Dat sloeg in als een bom.

Dat was een grote onaangename verassing.

Dat sluit als een haspel in een zak.

Dat heeft er niets mee te maken.

Dat smaakt als peperkoek.

Dat smaakt erg goed.

Dat spant de kroon.

Dat is het beste.

Dat spreekt boekdelen.

Dat is wel duidelijk.

Dat staat als een paal boven water.

Dat is absoluut zeker.

Dat staat op het getouw.

Daar wordt aan gewerkt.

Dat staat op poten.

Dat staat op schrift.

Dat staat op zijn voorhoofd te lezen.

Dat kun je goed aan hem zien.

Dat staat zo vast als een huis.

Dat is heel erg zeker.

Dat staat zo vast als een rots.

Dat is zeker.

Dat station zijn we gepaseerd.

Dat kan niet meer; daar komen we niet meer op terug.

Dat steekt hem in de krop.

Dat kan hij niet vergeven.

Dat stinkt een uur in de wind.

Dat stinkt heel erg.

Dat stuit mij tegen de borst.

Daar heb ik principiële bezwaren tegen.

Dat trekt op niets.

Dat lijkt nergens op.

Dat valt achter de koffer.

Dat is verkwist.

Dat valt mij geducht uit de hand.

Dat is een teleurstelling Dat valt op een gansje.

Dat valt op een gansje.

Dat is een gelukje.

Dat varken zullen wij wel wassen.

Dat zullen wij wel eventjes regelen.

Dat verdraai ik.

Dat doe ik niet.

Dat vlas is niet te spinnen.

Daar heb je niets aan.

Dat vlees is verkocht.

Zij heeft al een verloofde.

Dat was andere koffie.

Dat veranderde de zaak.

Dat was de doodsteek.

Dat was de beslissende fatale tegenslag.

Dat was de klap op de vuurpijl.

Dat was het mooie verrassende slot.

Dat was een aanslag op mijn portemonnee.

Dat was zo duur dat kon ik amper betalen.

Dat was een benauwd halfelfje.

Dat was een angstig moment.

Dat was een bittere pil om te slikken.

Dat was een vervelend werk.

Dat was een domper op de vreugde.

Dat was een onverwachte tegenslag waardoor het plezier verdween.

Dat was een hele openbaring.

Dat maakte een hoop duidelijk.

Dat was een lawaai of de wereld verging.

Dat was een ontzettende herrie.

Dat was een pak van mijn hart.

Dat was een hele opluchting.

Dat was een rad uit zijn wagen.

Dat was een flinke tegenslag.

Dat was een rib uit mijn lijf.

Dat was zo duur dat kon ik amper betalen.

Dat was een schot voor open doel.

Dat was een grappige opmerking die wel heel erg makkelijk te maken was.

Dat was een snee over zijn gezicht.

Dat was een belediging.

Dat was een streep door de rekening.

Dat was een andere afloop dan hij voor ogen had.

Dat was een vlieg in zijn melk.

Dat was een tegenslag.

Dat was het eind van het lied.

Dat was de afloop.

Dat was kantje boord.

Dat ging nog maar net goed.

Dat was maar een eenvoudige maaltijd.

Goe geluk is ongestade: heden winste morgen

Dat was naadje.

Dat was op het nippertje.

Dat was olie op het vuur.

Dat zorgde ervoor dat de gemoederen extra verhit werden.

Dat was op het nippertje.

Dat ging nog maar net goed.

Dat was zijn zwanenzang.

Dat was het laatste werk dat hij kon voordragen.

Dat wast al het water van de zee niet af.

Dat is een onvergevelijke schande.

Dat werd hem te machtig.

Dat kon hij niet aan.

Dat wordt bestraft met galg en rad.

Dat wordt streng bestraft.

Dat wordt daar verkeerd aangepakt.

Goed rond goed Zeeuws.

Dat zal een behoorlijke tijd gaan duren.

Er zijn altijd veel honden om het aas.

Dat zal hem de kraag kosten.

Dat wordt hem fataal.

Dat zal hem dun door de broek lopen.

Dat zal fout aflopen voor hem.

Dat zal hem duur opbreken.

Daarvan zal hij de gevolgen nog wel ondervinden.

Dat zal hem zuur opbreken.

Daar zal hij nog problemen mee krijgen.

Dat zal ik hem inpeperen.

Ik zal hem dat goed laten voelen.

Dat zal in de maak blijven.

Dat komt nooit af.

Dat zal je de dood niet aandoen.

Dat is niet zo erg als je zou denkenn.

Dat zal wel loslopen.

Het zal wel meevallen.

Dat zal zijn eigen dood wel sterven.

Dat gaat vanzelf dood.

Dat zal zo’n vaart niet lopen.

Het zal wel meevallen.

Dat zet geen zoden aan de dijk.

Dat helpt amper.

Dat ziet er belabberd uit.

Dat ziet er zeer slecht uit.

Dat ziet er grijs uit.

Dat ziet er niet goed uit.

Dat zijn aambeien met slagroom.

Dat zijn dingen die niets met elkaar van doen hebben.

Dat zijn appels op gouden benen.

Dat is zeldzaam

Dat zijn Castor en Pollux.

Dat zijn twee onafscheidelijke kameraden.

Dat zijn de Alfa en de Omega.

Dat is het begin en het einde.

Dat zijn de Siamese broers.

Dat zijn twee mensen die altijd in elkaars gezelschap verkeren.

Dat zijn geslagen vijanden.

Dat zijn grote tegenstanders van elkaar.

Dat zijn hanepoten.

Dat is een onduidelijk geschreven.

Dat zijn kosten op het sterfhuis.

Dat zijn uitgaven die nergens toe dienen.

Dat zijn kunstjes.

Dat zijn uitvluchten.

Dat zijn noten met gaatjes.

Dat is niet in orde.

Dat zijn praatjes voor de keuken.

Dat zijn onbetrouwbare roddels.

Dat zijn praatjes.

Dat zijn roddels; dat is niet waar.

Dat zijn twaalf eieren en dertien kuikens.

Dat is een onverwacht gelukje.

Dat zijn twee hoofden onder één kaproen.

Zij zijn het volledig met elkaar eens.

Dat zijn twee koetsiers op één dak.

De leidinggevenden zijn het niet met elkaar eens.

Dat zijn twee schoenmakers in één pothuis.

Ze hebben samen een plan dat nadelig is voor een ander.

Dat zijn vijgen na Pasen.

Dat is niet op tijd.

Dat zijn vrienden als olifanten.

Dat zijn goede vrienden.

Dat zijn witte kamaraden.

Dat zijn goede vrienden.

Dat zijn zuur verdiende centen.

Dat is geld waarvoor hard is gewerkt.

Dat zit er dik in.

Het is erg waarschijnlijk.

Dat zit in besloten vaten.

Daarover is al beslist.

Dat zit op zijn gat.

Die zaak loopt niet.

Dat zit wel snor.

Dat is wel te vertrouwen.

Dat zit zo vast als een muts met zeven keelbanden.

Dat is zeker.

Dat zit zo vast als Haarlem.

Dat zit muurvast.

Dat zou last kunnen lijden.

Dat zou wel eens vervelende gevolgen kunnen hebben.

Dat zou men hem niet aanzeggen.

Dat had men van hem niet verwacht.

Dat zullen wij God en de molenaar laten scheiden.

Dat is moeilijk te beslissen.

Dat zweefde hem op de lippen.

Dat wou hij juist zeggen.

De aanval is de beste verdediging.

Door zelf het initiatief te nemen wordt je minder snel door een ander overtroefd.

De aap aanspreken.

Spaargeld opmaken.

De aap komt uit de mouw.

De ware reden komt naar voren.

De aap vlooien.

Het geld tellen.

De aardappelen afgieten.

Naar het toilet gaan om te urineren.

De admiraal heeft geschoten.

De gastheer geeft het teken dat er kan worden begonnen met eten.

De aftocht blazen.

Zich terugtrekken uit een moeilijke situatie.

De appel smaakt bomig.

Kinderen lijken op hun ouders.

De appel valt niet ver van de boom [stam].

Het gedrag van kinderen lijkt in veel opzichten vaak op dat van hun ouders.

De Augiasstal reinigen.

Een onmogelijke klus doen.

De baard in de keel krijgen.

In de pubertijd komen; een zwaardere stem krijgen.

De baars vergallen.

De zaak doen mislukken De bajonet afslaan.

De bajonet afslaan.

Zich gewonnen geven.

De bakens zijn verzet.

De situatie is veranderd.

De bakermat van onze beschaving.

De oorsprong van de beschaving.

De baron spelen.

Zich beter en welgestelder voordoen dan dat men is.

De batterij opladen.

Extra energie opdoen.

De beer is los.

De ruzie is begonnen.

De beest spelen.

Zich grof gedragen.

De berg heeft een muis gebaard.

Het leek heel wat maar stelde weinig voor.

De beste bode is de man zelf.

Als je iets goed wilt overbrengen kun je dit het beste zelf doen.

De beste paarden moeten op stal gezocht worden.

De leukste meisjes gaan niet vaak uit.

De beste paarden staan op stal.

Je moet als huwbaar meisje niet al te vaak van huis zijn.

de betere kringen.

Geld geweld en gunst breken recht zegel en kunst.

de beveiliging of als portier.

Een kleur als een boei krijgen.

De bezem in de mast voeren.

Heer en meester zijn op zee.

de bezittingen overtreffen.

Stroken voor stroken maakt de vogel zijn nest.

De bijbel van 52 bladen.

Het kaartspel.

De bink steken.

Spijbelen van school.

De blikken bruiloft.

Zes en een half jaar huwelijk De blinde vlek.

De bloemetjes buiten zetten.

Veel plezier gaan maken.

De bocht hebben.

Dronken zijn.

De boel de boel laten.

Alles laten zoals het is.

De boel is aan de kamer.

De zaak is bankroet.

De boel is aan kant.

Het ziet er keurig netjes uit.

de boer in de kelder.

Als het met Maria Lichtmis (2 februari) slecht

De boer moet weten wat de boter kost.

Je moet als verkoper een verkoopprijs bekend maken zodat de koper een bod kan doen.

De boer op de edelman zetten.

Eerst iets lekkers eten en daarna iets gewoons.

De boer opgaan.

Het land ingaan voor zaken.

De bok is vet.

Ni is daar de gelegenheid.

De bolworm steekt hem weer.

Hij krijgt weer last van kuren.

De bom is gebarsten.

Alle tot heden geaccepteerde problemen en frustraties worden nu geventileerd.

De bonen groeien altijd naar de perse.

Alles past zich aan de omstandigheden aan.

De boog kan niet altijd gespannen zijn.

Soms moet je je ook ontspannen.

De boot is aan.

De ruzie is begonnen.

De boot missen.

Een goede kans missen.

De bordjes zijn verhangen.

Een ander heeft nu de macht.

De bot is vergald.

De boel is verknald.

De bot vergallen.

De zaak verknallen.

De bout op de kop krijgen.

De schade moeten betalen.

De bovenwereld.

De mensen die in goed aanzien staan.

De bramzeilen bijzetten.

Alles doen om het tot een goed einde te brengen.

De brand is geblust.

Het probleem is opgelost.

De brandklok luiden.

Erg tekeer gaan.

De brij is op zijn heetst als hij opgeschept wordt.

Iets is nooit zo erg als het in het begin lijkt.

De broekriem aanhalen.

Bezuinigen.

de bron van deze informatie.

Men moet altijd splitsen en knopen.

De broodkorf hoger hangen.

Bezuinigen.

De broodkruimels steken hem.

Door de voorspoed wordt hij trots en arrogant.

De broodkruimels steken hem.

Hij kan niet omgaan met de weelde.

De bruid heeft de kat goed gevoerd.

Het is mooi weer op de huwelijksdag.

De bui over laten drijven.

Wachten tot het slechte humeur is verdwenen.

De buikriem aanhalen.

Bezuinigen.

De buitenste duisternis.

De grootste duisternis.

De centen bijten hem.

Hij is geen spaarder.

De centen dansen hem in de zak.

Als hij geld ontvangt geeft hij dit direct weer uit.

De chaos theorie.

Theorie die ervan uitgaat dat een kleine oorzaak een groot gevolg kan

De computer hangt.

De computer werkt niet meer door een fout in een programma of iets dergelijks.

De credits voor iets ontvangen.

De waardering voor iets ontvangen.

De dader ligt op het kerkhof.

De veroorzaker is onbekend.

De dader ligt op het kerkhof.

Het is onbekend wie het gedaan heeft.

De dag is nog niet ten avond.

Je kunt niet weten wat er vandaag nog gaat gebeuren.

De dag van morgen zal voor zelven zorgen.

Je moet je niet teveel zorgen maken over de toekomst.

De dammen en dijken zijn doorgebroken.

Er is niets meer aan te doen.

De dans ontspringen.

Het gevaar net hebben kunnen ontlopen.

De deksel van de pot aflichten.

Een zorg van iemand wegnemen.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

De derde maal is schippersrecht.

Je moet niet meteen na een eerste of tweede keer al opgeven.

De derde man brengt de praat [spraak] an.

Al het goede bestaat uit drie dingen.

De derde man brengt de spraak of de stilte an.

Met een derde erbij wordt het gezellig of juist helemaal niet meer gezellig.

De derde streng houdt de kabel.

Eén keer of één ding is vaak niet voldoende.

De deugd in het midden.

Als je met z’n drieën loopt is de middelste de deugd.

De deur staat wagenwijd open.

De deur staat helemaal open.

De dingen bij hun naam noemen.

Rechtstreeks zeggen waar het op staat en geen omfloersde termen gebruiken.

De donder hangt in de lucht.

Er worden problemen verwacht.

De dood heeft geen almanak.

Je weet nooit wanneer je dood zal gaan.

De dood kent geen lieve kinderen.

Iedereen gaat een keer dood.

De dood wil een oorzaak hebben.

Mensen willen altijd weten hoe iets is gekomen.

De doos van Pandora.

Een hoop ellende.

De doos van Pandorra.

Een hoop ellende.

De dorsende os zult gij niet muilbanden.

Je moet je arbeiders goed behandelen.

De draad weer oppakken.

Weer verder gaan na een onderbreking.

De drempel is glad.

Er komen veel bezoekers daar.

De druiven zijn zuur zei de vos.

Omdat het niet voor hem bereikbaar is doet hij of dat hem niet interesseert.

De druk is van de ketel.

De grootste problemen zijn voorbij.

De duif komt met de olijftak des vredes.

De oorlog is voorbij.

De duiten bijten hem.

Hij geeft zijn geld verkeerd uit.

De Duivel heeft het vragen uitgevonden.

Je moet niet alles willen weten.

De Duivel is oud.

Antwoord van iemand die als een oude man wordt aangesproken maar dat zelf helemaal niet zo ziet.

De Duivel is zo zwart niet als men hem schildert.

Iemand waarover men kwaad spreekt heeft vaak ook goede onbelichte kanten.

De Duivel schijt altijd op de grootste hoop.

De rijken krijgen steeds fortuin dat aan de armen voorbij gaat.

De Duivel uitdrijven met Belzebub.

Het ene kwaad met het andere bestrijden waardoor er geen resultaat wordt geboekt.

De Duivel vergeet geen stoot tegen zijn bokkepoot.

Een slecht man zal niet vergeten wie hem ooit heeft tegengewerkt.

De dut is erop.

Zij is ouder dan 28.

De een roept kalk en de ander om steen.

Er is daar verwarring.

De een scheert schapen en de ander varkens.

Sommige mensen krijgen altijd meer dan een ander.

De een traag de ander graag.

Smaken verschillen.

De een zijn dood is de ander zijn brood.

Als het iemand slecht gaat is er altijd wel iemand anders die daarvan profiteert.

De eenarmige bandiet.

De gokautomaat.

De eer aan zichzelf houden.

Voordat een ander je De eerste klap is een daalder waard.

De eerste klap is een daalder waard.

Wie goed begint heeft meteen al een voorsprong.

De eethoek schoonmaken.

Tanden poetsen.

de eieren.

Het draait niet om de mooie beloftes maar om

De eindjes aan elkaar knopen.

Van weinig rond proberen te komen.

De ene dag zit bij de andere.

Er is geen haast bij.

De ene dienst is de andere waard.

Als iemand je geholpen heeft doe je graag iets terug.

De ene hond verwijt de andere dat hij vlooien heeft.

Mensen beschuldigen een ander vaak van slechte dingen waar ze zich zelf ook aan

De ene lap slaat de andere.

Hij loopt er als een zwerver bij.

De engeltjes schudden hun bedjes uit.

Sneeuwvlokken dwarrelen door de lucht.

De F-site.

De voetbalvandalen De gal loopt hem over.

De fiolen van toorn over iemand uitstorten.

Iemand hevige verwijten maken.

De fortuin is blind.

Je weet niet van te voren of iemand geluk heeft of niet.

De gal loopt hem over.

Hij wordt kwaad.

De galg straalt hem uit de ogen.

Hij ziet er uit als een slecht mens.

de gans liggen.

Zij pakte een klein voordeel maar ze had als ze

De ganzen geloven niet dat de kiekens hooi eten.

Dat geloof ik niet; dat is te onwaarschijnlijk.

De gard krijgen.

Een pak slaag krijgen.

De geest is gewillig maar het vlees is zwak.

De goede wil is er wel maar de dierlijke instinkten winnen het toch.

De gek steken met iets of iemand.

Iets of iemand bespottelijk maken.

De gekken krijgen de kaart.

De dwazen hebben geluk.

De gelegenheid maakt de dief.

Als de makkelijke gelegenheid zich voordoet om zich illegaal te bevoordelen komen mensen

De gestage drup holt de steen uit.

Als je maar lang genoeg volhoudt bereik je uiteindelijk toch je doel.

De gezondheid van iemand instellen.

Een toost uitbrengen op iemand.

De godspenning terugbrengen.

Hij verbreekt de overeenkomst.

De Gooise matras.

Het losbandige leven van tv sterren.

De Gordiaanse knoop doorhakken.

Een onmogelijke beslissing nemen.

De Gordiaanse knoop.

Een niet op te lossen probleem.

De gort is gaar.

Nu is er ruzie.

De grond brandt hem onder de voeten.

Hij voelt zich daar niet prettig.

De grond werd hem te warm onder de voeten.

Het werd hem te gevaarlijk.

de grond.

Als je iedereen altijd maar warm onthaalt en te

De grote vissen eten de kleine.

De machtigen pakken de laatste resten af van de armen.

De groten moeten van de kleine azen.

De machtige lui leven op kosten van de gewone man.

De gulden middelmaat.

Je moet dingen niet overdrijven.

De haan is de baas als de hen niet thuis is.

Naar buiten toe is de man vaak de baas maar thuis heeft de vrouw het meestal voor het

De hand aan de ploeg slaan.

Verder gaan met het werk.

De hand in eigen boezem steken.

De schuld bij zichzelf zoeken.

De hand met iets lichten.

Zich niet aan de regels houden.

De hand op de mond leggen.

Iets niet doorvertellen.

De hand op iets leggen.

Iets aantrekkelijks weten te bemachtigen.

De handen ineen slaan.

Samenwerken.

De handen uit de mouwen steken.

Hard aan de slag gaan.

De handen vrij krijgen.

Iets anders kunnen gaan doen.

De handschoen opnemen.

Het aanvaarden van een uitdaging tot een gevecht.

De handschoen voor iemand opnemen.

Iemand verdedigen.

De Heer is mijn schild.

God beschermt mij.

De hekken zijn verhangen.

De situatie is veranderd.

De hel is losgebroken.

De ruzie is begonnen.

De hele bleek van iemand uitleggen.

Iemand al zijn fouten vertellen.

De hele hutspot ontdekken.

Het hele bedrog door hebben.

De hele santenkraam.

De hele boel; alles.

De heler is zo goed als de steler.

Iemand die medeplichtig is verdient dezelfde straf als de dader.

de hemel voor beloont.

God geeft iedere vogel zijn voedsel maar Hij brengt

De hinkende bode komt achteraan.

Wees niet te snel tevreden er kan altijd nog iets vervelends gebeuren.

De hoeken uithalen.

Goed schoonmaken.

De hoenders in andermans hof jagen.

Met opzet iemand schade berokkenen om er zelf beter van te worden.

De Hollandse spruitjeslucht.

De Nederlandse burgerlijkheid.

De hond in de pot vinden.

Je wilt eten maar het eten is al door anderen opgegeten.

De hond zit hem op de tas.

Hij is een vrek.

De honger jaagt de wolf uit het bos.

Je kunt iemand die heel erg veel honger hebt tot alles dwingen.

De hoofden [koppen] bij elkaar steken.

Overleggen.

De hoop des vaderlands.

De jeugd van Nederland.

De houten nemen.

Weg vluchten.

De huik naar de wind hangen.

Kiezen voor degene waarvan je het meeste voordeel verwacht.

De huiselijke kring Het gezin.

De ijzers onderbinden.

De jongeheer een handje geven.

Urineren.

De jongen kunnen de ouden moeten sterven.

Ook met jongelui kan het slecht aflopen.

De jongste bedelaar moet de korf dragen.

De jongst aanwezige moet het werk doen.

De jongste schepen velt wijst het vonis.

De jonge mensen denken het beter te weten dan de ervaren ouderen.

De kaars uit de schaamte uit.

Veel mensen gedragen zich alleen maar netjes als ze door anderen worden gezien.

De kalanders komen op geen lege graanzolders.

Als je arm bent heb je meestal ook geen vrienden.

De kap op de tuin hangen.

Het klooster uittreden.

De kar is niet aan zijn gat gebonden.

Hij voelt is niet verantwoordelijk en heeft makkelijk praten.

De kast indraaien.

In de gevangenis komen.

De kastanjes voor iemand uit het vuur halen.

De moeilijkste dingen voor iemand doen.

De kat de bel aanbinden.

Een moeilijke zaak gaan ondernemen.

De kat in het donker knijpen.

Iets (verbodens) in het geheim doen.

De kat is in het garen.

De boel is in de war geraakt.

De kat komt een graatje toe.

Hoewel hij niet heeft meegeholpen mag hij er ook iets van hebben.

De kat kon het spek wel zien maar niet krijgen.

Iets willen hebben maar het niet kunnen krijgen.

De kat muist best als zij jongen heeft.

Mensen met kinderen zorgen ervoor dat ze genoeg verdienen.

De kat uit de boom kijken.

Alvorens toe te slaan eerst rustig afwachten hoe een en ander zich ontwikkelt.

De kat zal met zijn lege maag niet weglopen.

Hij heeft voldoende gegeten.

De keel kost veel.

Eten en drinken kost veel geld.

De kei leutert hem in het hoofd.

Hij is zeer dom.

De kerfstok afdoen.

De schulden afbetalen.

De kern van de zaak.

Het belangrijkste onderdeel van de zaak.

De keten aan de hals hebben.

Ondergeschikt zijn aan iemand.

De kinderen der duisternis.

De misdadigers.

De klant is koning.

Als bedrijf moet je nooit de belangen van je klanten uit het oog verliezen.

De kleine apostels.

De kleine kinderen.

De kleren maken de man.

Als je goed gekleed gaat heeft men al snel een betere indruk van je.

De klets te pakken krijgen.

Verkouden worden.

De klompenmakers slachten.

Met de rug naar het licht zitten.

De klop is erop.

Zij is 28 jaar geworden en nog steeds ongehuwd.

De klop op de deur.

De vraag om binnen te mogen komen.

De kloten rollen nog.

De zaak loopt nog.

De knopen tellen.

Onzeker zijn.

De koe bij de horens grijpen.

De zaak aanpakken.

De koe is vergeten dat hij kalf geweest is.

Ouderen vergeten vaak wat zij zelf graag deden toen ze nog kind waren.

De koe trekt de melk op.

De belofte wordt niet nagekomen.

De koeien eten met vijf monden.

De wei is zo nat dat de koeien meer gras vertrappen dan eten.

De koek is op.

Er valt niets meer te verdelen; het feest is voorbij.

De koekoek en de sijs hebben niet dezelfde wijs.

Ieder mens heeft zijn eigen manier van doen en van praten.

De kogel is door de kerk.

Het besluit is genomen; een weg terug is niet meer mogelijk.

De kolf naar de bal werpen.

Het spel opgeven.

De koning der verschrikking.

De dood.

De koninklijke weg bewandelen.

Eerlijk en openlijk te werk gaan.

De kool en de geit sparen.

Allebei de partijen sparen.

De kool is het sop niet waard.

Het is de moeite niet waard.

De kop moet het gat verkopen.

Een arm meisje krijgt een man door haar schoonheid

De kop moet het gat verkopen.

Ze heeft geen geld maar moet het van haar uiterlijk hebben.

De kop van Jut.

Kermisatractie die de hamerslag meet.

De kosten waren groter dan de opbrengsten.

Ze viel van haar stokje.

De koster van Garrelsweer.

Van voren af aan.

De kou is uit de lucht.

De problemen zijn opgelost.

De kraaiemars blazen.

Doodgaan.

De krant brengt de leugens in het land.

Niet alles wat de kranten schrijven is waar.

De kreeftengang gaan.

Achteruit gaan.

De kribbe loopt naar het paard.

Het meisje wil verleidt worden.

De kroon op het werk zetten.

Het werk op een hele mooie manier afsluiten.

De kuierstokken nemen.

Weggaan.

De kuif opsteken.

Boos worden.

De kuiten nemen.

Wegvluchten.

De kunst gaat om brood.

Een kunstenaar verdient meestal niet zoveel.

De kust is veilig.

Er is geen gevaar meer.

De kwint sprong hem.

Hij werd erg boos.

De laatste druppel doet de emmer overlopen.

Er is al veel gebeurt maar dit voorval zorgt ervoor dat e.

De laatste hand aan iets leggen.

De laatste details van het werk afronden.

De laatste loodjes wegen het zwaarst.

De laatste onderdelen van een klus zijn vaak het lastigst.

De laatste man de zak opgeven.

Hij komt als laatste man aan.

De laatste schuit moet ook vracht hebben.

Iemand wil nog blijven hangen terwijl de gast hem weg wil hebben.

De lachers op zijn zij krijgen.

De gunst van het publiek verwerven.

De lamp brandt alsof een wever vrijde.

De lamp geeft weinig licht.

De lamp geeft weinig licht.

De lamp hangt scheef.

De lamp hangt scheef.

Het geld is bijna op.

De lange latten ombinden.

De ski’s omdoen.

De leiding in handen nemen.

Als man staan plassen.

De lelijke eend.

De Citroën 2CV (De bijnaam voor deze auto is (lelijke) eend)

De lendenen omgorden.

Zich gereedmaken voor een lastige klus.

De letter doodt maar de geest maakt levend.

Je moet een wettekst niet te letterlijk nemen maar in acht nemen wat de reden van de wet is.

De leukste meisjes gaan niet vaak uit.

Het gouden kalf aanbidden.

De liefde bedrijven.

Copuleren.

De liefde doet veel het geld doet het al.

Bij een huwelijk is het geld vaak belangrijker dan de liefde.

De liefde is sterker dan de dood.

Zelfs de dood kan de liefde niet veranderen.

De liefde kent vlek nog gebrek.

Als je verliefd bent zie je de slechte dingen van je geliefde niet.

De liefde tot zijn land is ieder aangeboren.

Iedereen houdt van zijn eigen land.

De lier aan de wilgen hangen.

Ophouden met dichten.

De lier [harp] aan de wilgen hangen.

Stoppen met dichten.

De lijn [teugels] aanhalen.

Strenger worden.

De lip hangt hem op het derde knoopsgat.

Hij pruilt zijn lip.

De lont in het kruit gooien.

Ruzie maken.

De lucht hangt nog vol dagen.

Je moet niet alles persé meteen willen afmaken.

De maand Meert heeft venijn in de steert.

In maart kan het nog wel eens heel hard regenen en waaien.

De maat is vol.

Het is genoeg geweest.

De maat loopt over.

Je bent te ver gegaan.

De magere hanen kraaien het hardst.

Arme mensen voeren vaak nog het hoogste woord.

De Mammon dienen.

Alles doen voor geld.

De man die de klappen krijgt.

De man die moet boeten voor andermans daden.

De man een vogel de boer een gans.

Iemand die het verdient kun je ook wat meer geven.

De man is het hoofd de vrouw is de nek.

De man moet de baas zijn over de vrouw maar de man kan niet zonder de vrouw.

De man is het hoofd.

De man moet de baas zijn over de vrouw.

De mast over boord zeilen.

Ten onder gaan aan een te luxueus leven.

De mens heeft maar een kort leven.

Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.

De mens wikt maar God beschikt.

Je kunt wel plannen maken maar het kan altijd anders lopen.

De mens zal bij brood alleen niet leven.

Een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.

De mijn is verkeerd gesprongen.

Het plan is mislukt.

o_-

Adverteer hier