Forums  ›  Gezellig Kletsen.com  ›  Gezellig Kletsen.com
 

SPREUKEN

3
 
 

Advertise here!!

Citeren14.05.20150 likes

Hij heeft de pik op mij.

Hij mag mij niet.

Hij heeft de pot verteerd.

Hij heeft zijn geld opgemaakt.

Hij heeft de pret alleen.

Hij bederft het plezier van anderen.

Hij heeft de prins gesproken.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft de pruik scheef op.

Hij is in een slechte bui.

Hij heeft de rest.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft de room van de melk genomen.

Hij heeft de meeste winst gekregen.

Hij heeft de schaamschoenen uitgetrokken.

Hij schaamt zich nergens meer voor.

Hij heeft de schaamte de kop afgebeten.

Hij schaamt zich nergens meer voor.

Hij heeft de teugels laten glippen.

Hij heeft de leiding aan een ander gegeven.

Hij heeft de varkens geschoren.

Hij is er bekaaid van afgekomen.

Hij heeft de vellen gehad.

Hij heeft de straf achter de rug.

Hij heeft de verstandskies nog niet.

Hij is nog te jong om goed te kunnen oordelen.

Hij heeft de voet in de stijgbeugel.

Hij heeft de grootste problemen gehad en kan nu gaan beginnen.

Hij heeft de vogel over het touw laten gaan.

Hij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid.

Hij heeft de vracht beet.

Hij heeft een buitenkans gekregen.

Hij heeft de vuurproef doorstaan.

Hij heeft de moeilijke test goed gedaan.

Hij heeft de waarde genoten.

Hij heeft goed van het leven genoten.

Hij heeft de wapenrok aangetrokken.

Hij is militair geworden.

Hij heeft de wapens neergelegd.

Hij is gestopt met de strijd.

Hij heeft de wereld in een doosje.

Hij is gelukkig.

Hij heeft de wijsheid in pacht.

Hij is de enige die het weet.

Hij heeft de wind eronder.

Hij is duidelijk de baas.

Hij heeft de wind in de zeilen.

Het gaat hem voorspoedig.

Hij heeft de zeef gekregen.

Hij is afgewezen door een meisje.

Hij heeft de zegen gekregen.

Hij mag het doen op zijn manier.

Hij heeft een aardig stuivertje.

Hij heeft een aardig kapitaaltje.

Hij heeft een beestje na een feestje.

Hij heeft last van een kater.

Hij heeft een bek als een hooischuur.

Hij is heel brutaal.

Hij heeft een beurs met vlooien.

Hij is niet rustig.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Hij heeft een bokje aan het touw.

Hij loopt in beschonken toestand langs de weg.

Hij heeft een brok in de keel.

Hij heeft van ontroering moeite om te praten.

Hij heeft een ei op.

Hij durft niets te zeggen.

Hij heeft een fluwelen [gladde] tong.

Hij kan goed met mensen slijmen.

Hij heeft een gat in zijn hand.

Hij kan niet goed met geld omgaan; hij geeft het overal aan uit.

Hij heeft een geheugen als een olifant.

Hij heeft een heel goed geheugen.

Hij heeft een gezicht als een prent.

Hij heeft een stijf gezicht.

Hij heeft een graat in de keel.

Hij praat schor.

Hij heeft een grijns voor het gezicht.

Je kunt hem niet vertrouwen.

Hij heeft een harde schedel.

Hij is nogal dom.

Hij heeft een hart in het lijf.

Hij is dapper.

Hij heeft een hart van goud.

Hij is een goed en gevoelig mens.

Hij heeft een hart van nog geen boontje.

Hij durft niets.

Hij heeft een hart van steen.

Hij is hardvochtig.

Hij heeft een Hollands hart.

Hij houdt van Holland.

Hij heeft een hoofd als een ijzeren pot.

Hij heeft een heel goed geheugen.

Hij heeft een hoofd daar hij naar leeft.

Hij doet wat hij zelf wil.

Hij heeft een huis met een gouden dak.

Hij heeft een hele hoge hypotheek.

Hij heeft een jasje uitgetrokken.

Hij is dunner geworden.

Hij heeft een kei in zijn hoofd.

Hij is zeer dom.

Hij heeft een kikker in de keel.

Hij praat hees.

Hij heeft een klap van de molen beet.

Hij is niet normaal.

Hij heeft een kop als een almanak.

Hij weet veel dingen.

Hij heeft een kop als een bakerton.

Hij heeft een groot roodgekleurd hoofd.

Hij heeft een kop als een windmolen.

Hij denkt niet na voordat hij gaat werken.

Hij heeft een korf gekregen.

Hij is door een meisje afgewezen.

Hij heeft een kruiwagen.

Hij kent iemand met invloed die hem aan een baantje kan helpen.

Hij heeft een krul meer in zijn staart dan een ander.

Hij is een aansteller.

Hij heeft een laadstok doorgeslikt.

Hij loopt kaarsrecht.

Hij heeft een lekker kleurtje gekregen.

Hij is bruin geworden door de zon.

Hij heeft een melkkoe.

Hij heeft iemand die hem financieel helpt.

Hij heeft een mier in zijn broek.

Hij heeft geen geduld.

Hij heeft een minne lever.

Hij heeft een slecht karakter.

Hij heeft een moed als een paard van een daalder.

Hij heeft veel lef.

Hij heeft een mond als een Lazerusklep.

Hij praat aan één stuk door en weet niet van ophouden.

Hij heeft een mond als een oven.

Hij is erg brutaal.

Hij heeft een mot in zijn maag.

Hij heeft vaak honger.

Hij heeft een mus onder zijn hoed.

Hij groet nooit.

Hij heeft een naam die klinkt als een klok.

Hij staat erg goed bekend.

Hij heeft een neus als een hond.

Hij komt overal achter.

Hij heeft een neus als een kapstok.

Hij heeft een erg lange neus.

Hij heeft een olifantenhuid.

Hij is ongevoelig voor verwijten.

Hij heeft een peer op.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft een plank [plaat] [bord] voor zijn kop.

Hij wil het gewoon niet zien.

Hij heeft een prent gekregen.

Hij heeft een bekeuring gekregen.

Hij heeft een reef in zijn zeil gelegd.

Hij beperkt zijn uitgaven.

Hij heeft een rem nodig.

Hij doet meer dan hij zich kan veroorloven.

Hij heeft een rijke dochter aan de haak geslagen.

Hij is gehuwd met een rijke vrouw.

Hij heeft een ruim geweten.

Hij heeft een gezicht als een prent.

Hij heeft een ruwe schors.

Hij lijkt nors maar heeft een goed hart.

Hij heeft een smaak in zijn mond als een oud wijf.

Hij heeft een vieze smaak in zijn mond.

Hij heeft een snee in zijn neus.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft een snee in zijn oor.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft een snip op.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft een snoek gevangen.

Hij is in het water gevallen.

Hij heeft een staart om.

Hij is kwaad.

Hij heeft een stem in het kapittel

Hij heeft inspraak.

Hij heeft een streepje aan.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft een streepje voor.

Hij wordt bevoordeeld.

Hij heeft een stuk in zijn kas.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft een vlo in zijn oor.

Hij is niet rustig.

Hij heeft een welversneden pen.

Hij heeft een goede schrijfstijl.

Hij heeft een wijd geweten.

Hij neemt het niet zo nauw met de normen en waarden.

Hij heeft een wild haar in de neus.

Hij is onbezonnen en wild.

Hij heeft een woord bij hem in het vat.

Hij mag tegen hem alles zeggen.

Hij heeft er de hand in gehad.

Hij heeft eraan meegeholpen.

Hij heeft er de hoest van.

Hij heeft er geen zin meer in.

Hij heeft er de pest in.

Hij is daar kwaad om.

Hij heeft er de sokken ingezet.

Hij is snel weggegaan.

Hij heeft er een grijns aan.

Hij vindt dat zeer vervelend.

Hij heeft er een hondje zien geselen.

Hij heeft op die plaats iets verschrikkelijks gezien.

Hij heeft er haar gelaten.

Hij heeft daar geld verspeeld.

Hij heeft er het hachje bij ingeschoten.

Hij is erbij overleden.

Hij heeft er lak aan.

Hij trekt zich er niets van aan.

Hij heeft er maar vier en een krentenkoek.

Hij is getikt.

Hij heeft er smoel op.

Hij heeft er zin in.

Hij heeft er tachtig van.

Hij heeft er voldoende van.

Hij heeft er zijn aspergebedden aangelegd.

Hij is niet van plan om weer weg te gaan.

Hij heeft er zijn buik van vol.

Hij heeft er schoon genoeg van.

Hij heeft er zijn stempel op gedrukt.

Je kunt duidelijk zien dat dat werk van hem is.

Hij heeft flink wat achter de knopen.

Hij heeft aardig wat gegeten en gedronken.

Hij heeft genoeg aan zijn eigen stokbonen.

Hij heeft zelf genoeg problemen.

Hij heeft genoeg te wieden in zijn eigen tuin.

Hij moet eerst maar eens werken aan zijn eigen zwakheden.

Hij heeft haar het helster afgestreken.

Hij heeft het met haar uitgemaakt.

Hij heeft haar op de tanden.

Hij kan zich goed verdedigen.

Hij heeft haas gevreten.

Hij is een lafaard.

Hij heeft hem deftig om.

Hij is beschonken.

Hij heeft hem staan.

Hij is zat.

Hij heeft het afgelegd.

Hij is dood.

Hij heeft het bij het verkeerde eind.

Hij heeft het helemaal mis.

Hij heeft het ei met de kip gekregen.

Hij heeft een vrouw getrouwd met een kind.

Hij heeft het geheim in zijn graf meegenomen.

Niemand zal ooit zijn geheim te weten komen want hij is nu dood.

Hij heeft het geld voor het oprapen.

Hij heeft heel veel geld.

Hij heeft het grof en groot.

Hij is van alles voorzien.

Hij heeft het hart op de juiste plaats.

Hij is een goed mens.

Hij heeft het hart op de tong.

Hij zegt openlijk wat hij denkt.

Hij heeft het hoofd in de schoot gelegd.

Hij heeft zijn verzet opgegeven.

Hij heeft het hooi binnen.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft het in de kieren.

Hij heeft het door.

Hij heeft het in zijn botten.

Hij heeft een ziekte.

Hij heeft het in zijn vingertoppen.

Hij heeft er gevoel voor; hij is er kundig in.

Hij heeft het land als een stier.

Hij heeft veel verdriet; voelt zich niet prettig.

Hij heeft het lelijk laten liggen.

Hij heeft de verwachtingen niet waargemaakt.

Hij heeft het lelijk weg.

Hij is flink verkouden.

Hij heeft het lood al in de bil.

Hij heeft al verloren.

Hij heeft het lood in de bil.

Hij is gestraft.

Hij heeft het masker afgeworpen.

Hij heeft zijn ware aard laten zien.

Hij heeft het recht met voeten getreden.

Hij heeft de wet zwaar overtreden.

Hij heeft het rijk alleen.

Hij kan doen en laten wat hij wil.

Hij heeft het rit genomen.

Hij is gevlucht.

Hij heeft het te pakken gekregen.

Hij is hevig verliefd geworden.

Hij heeft het van eieren gemaakt.

Hij heeft prutswerk afgeleverd.

Hij heeft het vast.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft het ver geschopt.

Hij heeft een behoorlijke positie op de maatschappelijke ladder weten te bereiken.

Hij heeft het verdragen met Jobsgeduld.

Hij heeft het lijdzaam ondergaan.

Hij heeft het verkorven.

Hij heeft het verbruid.

Hij heeft het vlees liever dan de botten.

Hij kiest wat hem uitkomt.

Hij heeft het weg.

Hij is niet normaal.

Hij heeft het zog van zijn moeder gezogen.

Hij is net zoals zijn moeder.

Hij heeft het zuur.

Hij heeft last van zijn maag.

Hij heeft hoog water.

Hij moet naar het toilet.

Hij heeft in de etalage gescheten.

Hij is zijn klanten kwijt.

Hij heeft in de klei gereden.

Hij heeft een teleurstelling moeten verwerken.

Hij heeft in de la geslapen.

Dat geld heeft hij waarschijnlijk niet eerlijk verkregen.

Hij heeft in de pomp gescheten.

Hij is bang.

Hij heeft kind noch kraai.

Hij heeft niemand.

Hij heeft kruis noch munt.

Hij is blut.

Hij heeft kwik in zijn billen.

Hij is ongedurig.

Hij heeft last van het appelmannetje.

Hij heeft buikpijn doordat hij teveel appels heeft gegeten

Hij heeft last van lepelzucht.

Hij heeft honger.

Hij heeft last van vliegen.

Hij is een stotteraar.

Hij heeft maar een klein hart.

Hij doet zich harder voor dan hij is; als het erop aankomt heeft hij snel medelijden.

Hij heeft merg in de botten.

Hij is erg sterk.

Hij heeft met zijn hoofd tussen de draaideur gezeten.

Hij heeft een smal en langwerpig hoofd.

Hij heeft Mozes en de profeten.

Hij heeft veel geld.

Hij heeft natte voeten.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft paardevlees gegeten.

Hij is een wilde.

Hij heeft peper in zijn reet nodig.

Hij heeft aansporing nodig.

Hij heeft pijn in zijn haar.

Hij heeft last van een kater.

Hij heeft pijn in zijn portemonnee.

Zijn geld is op.

Hij heeft pik aan zijn gat.

Als hij op bezoek is weet hij nooit wanner hij weer naar huis moet gaan.

Hij heeft repen gesneden.

Hij is weggevlucht.

Hij heeft Schiedam in het oog.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft schotsen in zijn keel.

Hij heeft last van een verkoudheid.

Hij heeft snot in de kop.

Hij doet bijdehand.

Hij heeft spraakwater ingenomen.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft streken onder zijn staart.

Je kunt hem niet vertrouwen.

Hij heeft te diep in het glaasje gekeken.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft te veel wit in de ogen.

Hij heeft een slechte aard.

Hij heeft twee linkerhanden.

Hij is erg onhandig.

Hij heeft uien gegeten.

Hij laat voortdurend winden.

Hij heeft van de boom der kennis gegeten.

Hij is niet dom meer.

Hij heeft van de dertig penningen niet gehad.

Hij is dom.

Hij heeft van de gerstebroden niet gegeten.

Hij is dom.

Hij heeft van de lat gekregen.

Hij heeft een pak rammel gekregen.

Hij heeft vaste grond onder de voeten.

Hij weet waar hij aan toe is.

Hij heeft veel garen op zijn klos.

Hij heeft overal kritiek op.

Hij heeft veel in zijn mars.

Hij weet en kan veel.

Hij heeft veel kak aan zijn gat.

Hij is verwaand.

Hij heeft veel koeken.

Hij is een vermogend man.

Hij heeft veel letters gegeten.

Hij heeft veel gelezen.

Hij heeft veel noten op zijn zang.

Hij stelt heel wat eisen.

Hij heeft veel praats.

Hij voert het hoogste woord.

Hij heeft veel stront aan zijn gat.

Hij is erg verwaand.

Hij heeft veel vijven en zessen.

Hij heeft erg veel opmerkingen.

Hij heeft veel volk over de vloer.

Hij heeft veel mensen in dienst.

Hij heeft verschillende ijzers in het vuur.

Hij heeft verschillende mogelijkheden achter de hand.

Hij heeft vlees van dooie paarden gegeten.

Hij heeft veel dingen meegemaakt.

Hij heeft vrij spel.

Hij kan doen wat hij wil.

Hij heeft wat muizenesten in zijn hoofd.

Hij maakt zich zorgen om diverse kleine zaken.

Hij heeft weinig verdieping.

Hij is niet zo slim.

Hij heeft wind in zijn hoofd.

Hij is niet normaal.

Hij heeft winter.

Hij heeft het erg arm.

Hij heeft zijn broeder gesproken.

Hij is in beschonken toestand.

Hij heeft zijn eieren verloren.

Hij heeft verlies geleden.

Hij heeft zijn gat vol schulden.

Hij heeft grote schulden.

Hij heeft zijn gat weer volgezopen.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft zijn graf in de golven gevonden.

Hij is verdronken in zee.

Hij heeft zijn handen zaligheid belooft.

Hij wil niet werken.

Hij heeft zijn hemel op aarde verdiend.

Hij heeft het tijdens zijn leven niet gemakkelijk gehad.

Hij heeft zijn hulp in de poort.

Hij krijgt steun van machtige lieden.

Hij heeft zijn laars vol.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft zijn lijf geborgen.

Hij is veilig.

Hij heeft zijn man in hem gevonden.

Hij heeft iemand gevonden die hem aankan.

Hij heeft zijn natje en zijn droogje.

Hij is niet rijk maar heeft wel voldoende geld om er gelukkig van te kunnen leven.

Hij heeft zijn pak weggedragen.

Hij is gaan biechten.

Hij heeft zijn paspoort gekregen.

Hij heeft zijn ontslag gekregen.

Hij heeft zijn paspoort onder de voeten genomen.

Hij is gevlucht.

Hij heeft zijn poeper dichtgeknepen.

Hij is gestorven.

Hij heeft zijn rokje gekeerd.

Hij is van politieke stroming veranderd.

Hij heeft zijn schaapjes [koetjes] op het droge.

Hij heeft voldoende geld om te gaan rentenieren.

Hij heeft zijn schenen gestoten.

Zijn onderneming is niet geslaagd.

Hij heeft zijn sporen verdiend.

Hij heeft bewezen er kundig in te zijn.

Hij heeft zijn tanden er stomp op gebeten.

Zijn moeite is tevergeefs geweest.

Hij heeft zijn tol aan Neptunis betaald.

Hij werd zeeziek.

Hij heeft zijn troffel in de kalkbak gegooid.

Hij is gestopt met werken.

Hij heeft zijn weetje wel.

Hij is goed geïnformeerd.

Hij heeft zijn zeil ingebonden.

Hij heeft noodzakelijkerwijs zijn uitgaven beperkt.

Hij heeft zijn ziel aan de duivel verkocht.

Hij doet alleen maar slechte dingen.

Hij heeft zin noch wit.

Hij is heel erg kwaad.

Hij heeft zwoerd achter zijn oren.

Hij doet alsof hij het niet hoort.

Hij hengelt als de mug om de kaars.

Hij doet steeds gevaarlijke dingen.

Hij hengelt naar een goudvis.

Hij heeft omgang met een rijk meisje.

hij het begrijpt maar de omstanders niet.

Iemand een stoot onder de gordel geven.

Hij hield zijn mond.

Hij zei niets.

Hij houd de hand op zijn zak.

Hij is een vrek.

Hij houdt bij streek.

Hij houdt zich bij zijn voornemen.

Hij houdt de bocht bij de arm.

Hij zorgt dat hij het voor het zeggen houdt.

Hij houdt de duim aan de hand.

Hij zorgt dat hij de zaak onder controle houdt.

Hij houdt de duim op het zundgat.

Hij zorgt dat hij de zaak onder controle houdt.

o_-
Citeren21.09.20160 likes

De mensen voelen zich zelden zo nauw verbonden als wanneer ze kwaad van iemand spreken.

Cees Buddingh

 

Wie roddelt wordt beroddeld.

Jan de Bruin 

 

Roddels kruipen door de kleinste spleten.

Onbekend

 

Sommige mensen geloven alles, als je het maar fluistert.

Louis Nize

 

Waren al die roddels over mij maar waar.

Onbekend

 

Een roddelaar praat over anderen, een zeveraar over zichzelf en een briljant spreker praat over jou.

Van Broeckhoven

Wie in je afwezigheid kwaad spreekt, vreest je aanwezigheid.

Onbekend

 

Wie eerder zegt wat wij wilden zeggen, is een roddelaar.

Aelius Donatus

 

Wie met u roddelt, zal over u roddelen.

Onbekend

 

Men moet zo leven dat men zich niet zou schamen de familiepapegaai aan de ergste roddelaar in de stad verkopen.

Will Rogers

 

Kwaadspreken van anderen is bedoeld om zichzelf te prijzen.

Onbekend

Zolang lof ons verheugt, zal laster ons verdrieten.

Swami Vivekananda

Het is eenvoudiger een kuiken terug in het ei te krijgen, dan laster ongedaan te maken.

Onbekend

 

Indien zij, die kwaad over mij spreken, precies wisten hoe ik over hen denk, zouden zij nog veel ergere dingen zeggen.

Sacha Guitry

 

Waar de klok van laster luidt, is spoedig een gelovige gemeente bijeen.

Onbekend

 

Kwaadspreken, is een vorm van zelfwantrouwen en een gevolg van innerlijke onzekerheid.

Godfried Bomans

 

Des te meer jij roddelt over anderen, des te meer men roddelt over jou.

Jan de Bruin

De dromen van vandaag zijn het materiaal van de wereld van morgen.

Peter Gabriel

 

Dromen zijn de illustraties van het boek dat je ziel over je schrijft.

Marsha Norman

 

Je dromen maak je waar, niet door ze te dromen, maar door ze te doen. 

Jan de Bruin

 

We moeten onze kinderen leren dromen met hun ogen open.

Harry Edwards

 

Ik geloof dromen eerder dan statistieken.

William Saroyan

 

Het leven is een droom, maar dromen is geen leven.

Constantijn Huygens

Alle aards geluk berust op een compromis tussen droom en werkelijkheid.

Marcel Prévost

 

Van liefde dromen is soms heerlijker dan ze te bedrijven.

Georges Guilbert

 

Het geluk is gemaakt van heel veel dromen en een beetje werkelijkheid.

René de Masny

 

Het leven kan soms zo bruut zijn dat dromen nog de enige leefbare plaatsen zijn om te vertoeven.

Buchi Emecheta

 

Je bent niet arm omdat je dromen niet in vervulling zijn gegaan, werkelijk arm ben je als je nooit gedroomd hebt.

Marie von Ebner-Eschenbach

 

Hij die slaapt, is onbereikbaar; hij die droomt, bezit het onbereikbare.

Marnix Gijsen

Wie geen dromen heeft, heeft evenmin een werkelijkheid.

Karel Boullart

 

In de dromen en in de liefde is niets onmogelijk.

Janus Arony

 

Wie in de wolken leeft, loopt het gevaar dat hij afdrijft.

F.J.

De wereld is vol mensen die water prediken en wijn drinken.

Giovanni Guareschi

 

Ik drink nooit, behalve als ik alleen ben of in gezelschap.

Wiet van Broeckhoven

 

Men kan water drinken in plaats van bier, maar dan is het jammer dorst te hebben.

Fritz Francken

 

Een gezonde ziel kan niet in een droog lichaam wonen.

Francois Rabelais

 

Liefde is je een kater drinken omwille van een poes.

Carl Eyckmans

 

Ik drink om andere mensen interessant te maken.

George Jean Nathan

Ik begin altijd vroeg rond de middag te drinken, voor het geval het vroeg donker zou worden.

Breen Richard

 

Wie zijn glas ledigt, vult zijn hart.

Henri Jeanson 

 

Vroeger zocht een man een vrouw die koken kon als zijn moeder. Tegenwoordig krijgt hij er één die drinken kan als zijn vader.

Frank Sinatra

 

Sommige mensen zijn voortdurend dronken van andermans roem.

Cees Buddingh

 

De enige methode om gezond te blijven is te eten wat je niet wil, te drinken wat je niet lekker vindt en te doen waar je geen zin in hebt.

Mark Twain

 

Toen de zakenman op de fles ging, raakte hij aan de drank. 

W. Heyles

 

Je zou jezelf niet ziek mogen maken door te drinken op de gezondheid van een ander.

Albert Willemetz

 

Werken maakt meer kapot dan drank goedmaken kan.

Onbekend

o_-
3
 
 

Adverteer hier