De moed zinkt hem in de schoenen.
Hij verliest alle moed.
De molen is door de vang.
De zaak is verloren.
De mond brengt dikwijls uit Wat het hertje besluit.
Het is moeilijk om iets waar je hart vol van is geheim te houden.
De mond maakt dat het achterste slaag krijgt.
Door een brutale mond kom je snel in de moeilijkheden.
De morgen doet het werk.
Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.
De morgenstond heeft goud in de mond.
Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.
De mosselen doen de vis afslaan.
Als er veel aanbod is van (inferieure) waar dan worden ook de betere kwaliteitsprodukten
De mug uitzijgen en de kemel doorzwelgen.
Over kleinigheden veel ophef maken maar niets zeggen over grote dingen die verkeerd zijn.
De muizen dansen daar in het spek.
Er is daar van alles genoeg.
De muts staat hem verkeerd.
Hij heeft een slecht humeur.
De muts stond hem scheef.
Hij had een slechte bui.
De naald in het spek steken.
Stoppen met werken.
De nacht brengt raad.
Als je overdag problemen hebt dan zie je na een nachtje slapen en rustig nadenken vaak
De nacht is een goede raadsman.
Als je overdag problemen hebt dan zie je na een nachtje slapen en rustig nadenken vaak
De natuur gaat boven de leer.
Ook al weet je dat iets niet goed is toch laat je je door de natuurlijke driften vaak verleiden.
De natuur gaat boven is sterker dan de leer.
Wat je van nature doet is sterker dan wat je is aangeleerd.
De nering is een tere juffer.
Je moet beleefd en vriendelijk zijn voor je klanten want anders lopen ze weg.
De neuzen tellen.
Tellen hoeveel aanwezigen er zijn.
De nieren proeven.
Iemands diepste gevoelens onderzoeken.
De nieuwe mens aandoen.
Zijn leven proberen te verbeteren.
De noordenwind is verradelijk.
Noorderstof komt mooi weer of.
De ogen zijn de vensters van de ziel.
Aan iemand zijn ogen kun je ook zijn ware aard aflezen.
De onderwereld.
De mensen die zich niet aan de wet en het gezag houden.
De ondeugd heeft wortel bij hem geschoten.
Hij kan moeilijk weer op het rechte pad gebracht worden.
De ondeugd zit in het gebeente.
Veel slechte eigenschappen heb je al vanaf de geboorte.
De ongelukken slapen en rusten niet.
Een ongeluk kan altijd onverwachts gebeuren.
De opgaande [rijzende] zon aanbidden.
Aanpappen met iemand die het voor het zeggen krijgt, uiteraard met het doel om daar
De organisatie kantelen.
De organisatie re-organiseren (vaak zonder ontslagen).
De os is daar vet.
Het is daar goed toeven.
De oude Adam afleggen.
Zijn leven gaan beteren.
De oude dag komt met gebreken.
Als je ouder wordt krijg je te maken met diverse kwaaltjes.
De oude hazen kennen de stroppen.
Een ervaren persoon zul je niet snel bedotten.
De oude mens afleggen.
Zich wassen.
De oude rot liep in de val.
De ervaren en slimme man werd beetgenomen.
De ouderdom komt met gebreken.
Als je oud wordt krijg je met allerlei kwaaltjes te maken.
De oudste moet de wijste wezen.
Als oudste heb je de meeste ervaring en moet je dus het goede voorbeeld geven.
De paarden achter de wagen spannen.
Het verkeerd aanpakken.
De paarden die de haver verdienen krijgen ze niet.
Degenen die het verdienen worden niet altijd beloont.
De pan bij de steel pakken.
Iets op de juiste manier doen.
De pastoor doet geen twee missen voor één geld.
Ik doet dit niet voor een tweede keer.
De pastoor zegent zijn zelven eerst.
Iedereen denkt het eerst aan zichzelf.
De patatten afgieten.
Naar het toilet gaan om te urineren.
De peer is nog niet rijp.
De overeenkomst is nog niet rond.
De Pegasus bestijgen.
Gaan dichten.
De peper groeit bij hem op de rug.
Hij wil zijn leven maar niet beteren.
De pil vergulden.
Iets akeligs verzachten met vriendelijke en geruststellende woorden.
De plaats poetsen.
Wegvluchten.
De poes op de bak zetten.
Naar het toilet gaan om te urineren.
De pot gaat te vuur.
Je kunt aanschuiven aan tafel voor het eten.
De pot verwijt de ketel dat hij zwart is.
De een verwijt de ander iets waaraan hij zich zelf ook schuldig aan maakt.
De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
Mensen beschuldigen een ander vaak van slechte dingen waar ze zich zelf ook aan
De poten onder zijn stoel zagen.
Zijn positie ondermijnen.
De prins op het witte paard.
De ideale man om mee te trouwen.
de problemen omvangrijker.
Kleine oorzaken hebben dikwijls grote gevolgen.
De proef op de som nemen.
Iets uitproberen.
De Pruikentijd.
De oude tijd; de tijd dat men nog pruiken droeg.
De raad van elf.
Het carnavalsbestuur.
De ratten verlaten het zinkende schip.
Als het duidelijk is dat de zaak misgaat zoekt men een veilig alternatief.
De ratten zullen niet met zijn lege maag weglopen.
Hij heeft flink wat gegeten.
De raven zullen je geen brood brengen.
Je zult moeten werken voor de kost.
De regen komt met bakken uit de hemel vallen.
Het stortregent.
De reinen is alles rein.
Niets is op zichzelf zondig het hangt er maar vanaf wat je bedoeling is.
De riemen laten vallen.
De hoop opgeven.
De rijken worden rijker de armen armer.
Als je veel geld hebt wordt je meestal alleen maar nog rijker.
De rijpe peren eten de slekken.
Een vrouw die te graag aan de man wil komen wordt vaak bedrogen.
De rode haan laten kraaien.
Brand stichten.
De roe is van het gat.
Er zal nu geen straf meer volgen.
De roe ligt in de pis.
Kijk uit want je krijgt straks een hele zware straf.
De roede kussen.
De straf eerlijk en terecht vinden.
De rollen zijn omgekeerd.
De situatie is gewijzigd: degene die het eerst voor het zeggen had is nu de ondergeschikte.
De roof is vertist.
Het is misgegaan.
De rook slaat er bij hem uit.
Hij is heel erg aan het liegen.
De room is daar van de melk.
Ze hadden het daar goed maar inmiddels gaat het hen slecht.
De room is er af.
De grootste verdiensten zijn er al op gemaakt.
De rosse buurt.
De buurt met veel publieke vrouwen.
De Rubicon overtrekken.
Een besluit nemen.
De ruwe bolster moet er bij hem vanaf.
Er moet hem nog wat beschaving bijgeleerd worden.
De schaaf over iemand laten gaan.
Iemand een goede opvoeding geven.
De schaar hangt daar uit.
Het is daar allemaal erg duur.
De schapen scheiden van de bokken.
De goeden scheiden van de kwaden.
De schellen vallen hem van de ogen.
Het wordt hem nu ineens duidelijk.
De schellen vielen hem van de ogen.
Het werd hem ineens duidelijk.
De schepen achter zich verbranden.
Alles waarop je eventueel nog kunt terugvallen wegdoen zodat je wel gedwongen bent om van
De Schepper God.
De scherpste maners zijn de slechtste betalers.
De schijven op zijn kant zetten.
Geld opzij leggen voor later.
De schoot vieren.
Wat meer vrijheid geven.
De schrik sloeg hem om het hart.
Hij werd heel bang.
De schuine deur.
Het pandjeshuis.
De slaap des rechtvaardigen slapen.
Rustig slapen.
De slaap verdrijft de zorgen.
Als je ergens een nachtje over slaapt zie je vaak oplossingen die je de dag ervoor niet zag.
De slagpennen zijn hem uitgetrokken.
Hij is zijn macht verloren.
De slagtanden zijn hem uitgebroken.
Hij is zijn sterkste verdediging kwijt.
De slapende wolf loopt geen schaap in de muil.
Je zult moeten werken voor de kost.
De sleutel op de kist leggen.
De erfenis niet accepteren.
De sokken hangen hem op de hielen.
Hij is niet netjes.
De spiering doet de kabeljauw afslaan.
Als er veel slechte waar voor weinig wordt aangeboden gaan vaak de prijzen van de
De spijker op de kop slaan.
Precies datgene zeggen waar het om gaat.
De spillen liggen in de as.
Het ongeluk is geschied.
De spreker had het oor van de vergadering.
De spreker had alle aandacht.
De sprong wagen.
Met een riskante zaak beginnen.
De steel naar de bijl gooien.
Stoppen met werken.
De steen der wijzen zoeken.
Het onmogelijke proberen.
De steen des aanstoots.
de bron van ergernis.
De stem der roepende in de woestijn.
De stem die niet gehoord wordt.
De stille omloop.
De stille omloop was een processie die in stilte werd gehouden omdat deze officieel verboden
De stoelendans.
Letterlijk: een dans waarbij steeds een stoel wordt weggehaald.
De stok staat achter de deur.
Als je niet naar de argumenten wil luisteren dan kan ik ook straffen.
De stormbal hijsen.
Waarschuwen voor gevaar.
De stoute schoenen aantrekken.
Uiteindelijk de vraag stellen die je niet durfde te stellen.
De straat slijpen.
Doelloos rondhangen.
De straffe en de roe maken kinderen vroe.
Als je van je kinderen houdt onthou je ze geen straf.
De tafel de nodige eer bewijzen.
Volop van het aanwezige eten genieten.
De tang ligt in het vuur.
Dat karwij moet snel afgerond worden.
De teerling is geworpen.
Uiteindelijk is er een beslissing genomen De teugels afwerpen.
De teerling [Het lot] is geworpen.
De moeilijke beslissing is genomen.
De teugels afwerpen.
Zich aan het gezag onttrekken.
De teugels in handen nemen.
De leiding nemen.
De teugels kort houden.
Weinig vrijheid geven.
De teugels laten schieten.
Meer vrijheid geven.
De tijd baart rozen.
Na verloop van tijd zal de verandering positieve gevolgen hebben.
De tijd is snel gebruikt hem wel.
Je moet je tijd goed besteden.
De tijd uitkopen.
Zo efficiënt mogelijk van de tijd gebruik maken.
De tijd zal het leren.
In de toekomst zal blijken hoe het afloopt.
De tijd zal het leren.
Na verloop van tijd zal je weten of iets goed of juist fout was.
De toekomst is een gesloten boek.
Je kunt niet in de toekomst kijken.
De tong is een klein lid.
Kijk uit met wat je zegt want voordat je het weet heb je ruzie.
De tong raakt los.
Hij gaat praten.
De trom roeren.
Veel ophef maken.
De twaalfde man.
Bij voetbal: de supporters.
De twistappel werpen.
Aanleiding geven tot ruzie.
De uitzondering bevestigd de regel.
Op iedere regel is wel een uitzondering mogelijk.
De vaste lasten.
De kosten die iedere maand terugkomen zoals huur gas- water- en lichtrekening enz.
De veren maken de vogel.
Als je goed gekleed gaat heeft men al snel een betere indruk van je.
De verloren zoon.
De deugniet die zijn leven heeft gebeterd.
De verrader slaapt niet.
Kijk uit met wat je vertelt want voordat je het weet krijgen de verkeerde personen dit te horen.
De vertrossing van de televisie.
De televisie maken tot een medium dat uitsluitend goedkoop en makkelijk vermaak
De vervuiler betaald.
Degene die de millieuvervuiling veroorzaakt moet ook het opruimen betalen.
De verzenen tegen de prikkels slaan.
Zich ergens tegen verzetten terwijl het geen nut heeft.
De vierschaar spannen.
Een rechtzitting houden.
De vijzel ruikt altijd naar het look.
Je kunt aan iemand altijd zien of hij van goede of slechte afkomst is.
De vinger leggen op de wonde plek.
Precies door hebben waar het probleem zich bevindt.
De vinger op de mond leggen.
Beloven te zijgen.
De vingers jeuken mij.
Kijk uit of ik geef je een pak rammel.
De vis wil zwemmen.
Als je vis eet krijg je dorst.
De vis wordt duur betaald.
Er sterven veel vissers op zee.
De vlag dekt de lading.
Iets slechts wordt mooier voorgesteld.
De vlag gaat in top.
Het huis heeft zijn hoogste punt bereikt.
De vlag strijken.
Zich gewonnen geven.
De vlam moet binnen het dak blijven.
Je moet vervelende familie-kwesties binnen de familie houden.
De voet bij de kuil [meet] houden.
Niet toegeven.