Forums  ›  Gezellig Kletsen.com  ›  Gezellig Kletsen.com
 

SPREUKEN

Advertise here!!

Citeren14.05.20150 likes

De moed zinkt hem in de schoenen.

Hij verliest alle moed.

De molen is door de vang.

De zaak is verloren.

De mond brengt dikwijls uit Wat het hertje besluit.

Het is moeilijk om iets waar je hart vol van is geheim te houden.

De mond maakt dat het achterste slaag krijgt.

Door een brutale mond kom je snel in de moeilijkheden.

De morgen doet het werk.

Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.

De morgenstond heeft goud in de mond.

Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.

De mosselen doen de vis afslaan.

Als er veel aanbod is van (inferieure) waar dan worden ook de betere kwaliteitsprodukten

De mug uitzijgen en de kemel doorzwelgen.

Over kleinigheden veel ophef maken maar niets zeggen over grote dingen die verkeerd zijn.

De muizen dansen daar in het spek.

Er is daar van alles genoeg.

De muts staat hem verkeerd.

Hij heeft een slecht humeur.

De muts stond hem scheef.

Hij had een slechte bui.

De naald in het spek steken.

Stoppen met werken.

De nacht brengt raad.

Als je overdag problemen hebt dan zie je na een nachtje slapen en rustig nadenken vaak

De nacht is een goede raadsman.

Als je overdag problemen hebt dan zie je na een nachtje slapen en rustig nadenken vaak

De natuur gaat boven de leer.

Ook al weet je dat iets niet goed is toch laat je je door de natuurlijke driften vaak verleiden.

De natuur gaat boven is sterker dan de leer.

Wat je van nature doet is sterker dan wat je is aangeleerd.

De nering is een tere juffer.

Je moet beleefd en vriendelijk zijn voor je klanten want anders lopen ze weg.

De neuzen tellen.

Tellen hoeveel aanwezigen er zijn.

De nieren proeven.

Iemands diepste gevoelens onderzoeken.

De nieuwe mens aandoen.

Zijn leven proberen te verbeteren.

De noordenwind is verradelijk.

Noorderstof komt mooi weer of.

De ogen zijn de vensters van de ziel.

Aan iemand zijn ogen kun je ook zijn ware aard aflezen.

De onderwereld.

De mensen die zich niet aan de wet en het gezag houden.

De ondeugd heeft wortel bij hem geschoten.

Hij kan moeilijk weer op het rechte pad gebracht worden.

De ondeugd zit in het gebeente.

Veel slechte eigenschappen heb je al vanaf de geboorte.

De ongelukken slapen en rusten niet.

Een ongeluk kan altijd onverwachts gebeuren.

De opgaande [rijzende] zon aanbidden.

Aanpappen met iemand die het voor het zeggen krijgt, uiteraard met het doel om daar

De organisatie kantelen.

De organisatie re-organiseren (vaak zonder ontslagen).

De os is daar vet.

Het is daar goed toeven.

De oude Adam afleggen.

Zijn leven gaan beteren.

De oude dag komt met gebreken.

Als je ouder wordt krijg je te maken met diverse kwaaltjes.

De oude hazen kennen de stroppen.

Een ervaren persoon zul je niet snel bedotten.

De oude mens afleggen.

Zich wassen.

De oude rot liep in de val.

De ervaren en slimme man werd beetgenomen.

De ouderdom komt met gebreken.

Als je oud wordt krijg je met allerlei kwaaltjes te maken.

De oudste moet de wijste wezen.

Als oudste heb je de meeste ervaring en moet je dus het goede voorbeeld geven.

De paarden achter de wagen spannen.

Het verkeerd aanpakken.

De paarden die de haver verdienen krijgen ze niet.

Degenen die het verdienen worden niet altijd beloont.

De pan bij de steel pakken.

Iets op de juiste manier doen.

De pastoor doet geen twee missen voor één geld.

Ik doet dit niet voor een tweede keer.

De pastoor zegent zijn zelven eerst.

Iedereen denkt het eerst aan zichzelf.

De patatten afgieten.

Naar het toilet gaan om te urineren.

De peer is nog niet rijp.

De overeenkomst is nog niet rond.

De Pegasus bestijgen.

Gaan dichten.

De peper groeit bij hem op de rug.

Hij wil zijn leven maar niet beteren.

De pil vergulden.

Iets akeligs verzachten met vriendelijke en geruststellende woorden.

De plaats poetsen.

Wegvluchten.

De poes op de bak zetten.

Naar het toilet gaan om te urineren.

De pot gaat te vuur.

Je kunt aanschuiven aan tafel voor het eten.

De pot verwijt de ketel dat hij zwart is.

De een verwijt de ander iets waaraan hij zich zelf ook schuldig aan maakt.

De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.

Mensen beschuldigen een ander vaak van slechte dingen waar ze zich zelf ook aan

De poten onder zijn stoel zagen.

Zijn positie ondermijnen.

De prins op het witte paard.

De ideale man om mee te trouwen.

de problemen omvangrijker.

Kleine oorzaken hebben dikwijls grote gevolgen.

De proef op de som nemen.

Iets uitproberen.

De Pruikentijd.

De oude tijd; de tijd dat men nog pruiken droeg.

De raad van elf.

Het carnavalsbestuur.

De ratten verlaten het zinkende schip.

Als het duidelijk is dat de zaak misgaat zoekt men een veilig alternatief.

De ratten zullen niet met zijn lege maag weglopen.

Hij heeft flink wat gegeten.

De raven zullen je geen brood brengen.

Je zult moeten werken voor de kost.

De regen komt met bakken uit de hemel vallen.

Het stortregent.

De reinen is alles rein.

Niets is op zichzelf zondig het hangt er maar vanaf wat je bedoeling is.

De riemen laten vallen.

De hoop opgeven.

De rijken worden rijker de armen armer.

Als je veel geld hebt wordt je meestal alleen maar nog rijker.

De rijpe peren eten de slekken.

Een vrouw die te graag aan de man wil komen wordt vaak bedrogen.

De rode haan laten kraaien.

Brand stichten.

De roe is van het gat.

Er zal nu geen straf meer volgen.

De roe ligt in de pis.

Kijk uit want je krijgt straks een hele zware straf.

De roede kussen.

De straf eerlijk en terecht vinden.

De rollen zijn omgekeerd.

De situatie is gewijzigd: degene die het eerst voor het zeggen had is nu de ondergeschikte.

De roof is vertist.

Het is misgegaan.

De rook slaat er bij hem uit.

Hij is heel erg aan het liegen.

De room is daar van de melk.

Ze hadden het daar goed maar inmiddels gaat het hen slecht.

De room is er af.

De grootste verdiensten zijn er al op gemaakt.

De rosse buurt.

De buurt met veel publieke vrouwen.

De Rubicon overtrekken.

Een besluit nemen.

De ruwe bolster moet er bij hem vanaf.

Er moet hem nog wat beschaving bijgeleerd worden.

De schaaf over iemand laten gaan.

Iemand een goede opvoeding geven.

De schaar hangt daar uit.

Het is daar allemaal erg duur.

De schapen scheiden van de bokken.

De goeden scheiden van de kwaden.

De schellen vallen hem van de ogen.

Het wordt hem nu ineens duidelijk.

De schellen vielen hem van de ogen.

Het werd hem ineens duidelijk.

De schepen achter zich verbranden.

Alles waarop je eventueel nog kunt terugvallen wegdoen zodat je wel gedwongen bent om van

De Schepper God.

De scherpste maners zijn de slechtste betalers.

De schijven op zijn kant zetten.

Geld opzij leggen voor later.

De schoot vieren.

Wat meer vrijheid geven.

De schrik sloeg hem om het hart.

Hij werd heel bang.

De schuine deur.

Het pandjeshuis.

De slaap des rechtvaardigen slapen.

Rustig slapen.

De slaap verdrijft de zorgen.

Als je ergens een nachtje over slaapt zie je vaak oplossingen die je de dag ervoor niet zag.

De slagpennen zijn hem uitgetrokken.

Hij is zijn macht verloren.

De slagtanden zijn hem uitgebroken.

Hij is zijn sterkste verdediging kwijt.

De slapende wolf loopt geen schaap in de muil.

Je zult moeten werken voor de kost.

De sleutel op de kist leggen.

De erfenis niet accepteren.

De sokken hangen hem op de hielen.

Hij is niet netjes.

De spiering doet de kabeljauw afslaan.

Als er veel slechte waar voor weinig wordt aangeboden gaan vaak de prijzen van de

De spijker op de kop slaan.

Precies datgene zeggen waar het om gaat.

De spillen liggen in de as.

Het ongeluk is geschied.

De spreker had het oor van de vergadering.

De spreker had alle aandacht.

De sprong wagen.

Met een riskante zaak beginnen.

De steel naar de bijl gooien.

Stoppen met werken.

De steen der wijzen zoeken.

Het onmogelijke proberen.

De steen des aanstoots.

de bron van ergernis.

De stem der roepende in de woestijn.

De stem die niet gehoord wordt.

De stille omloop.

De stille omloop was een processie die in stilte werd gehouden omdat deze officieel verboden

De stoelendans.

Letterlijk: een dans waarbij steeds een stoel wordt weggehaald.

De stok staat achter de deur.

Als je niet naar de argumenten wil luisteren dan kan ik ook straffen.

De stormbal hijsen.

Waarschuwen voor gevaar.

De stoute schoenen aantrekken.

Uiteindelijk de vraag stellen die je niet durfde te stellen.

De straat slijpen.

Doelloos rondhangen.

De straffe en de roe maken kinderen vroe.

Als je van je kinderen houdt onthou je ze geen straf.

De tafel de nodige eer bewijzen.

Volop van het aanwezige eten genieten.

De tang ligt in het vuur.

Dat karwij moet snel afgerond worden.

De teerling is geworpen.

Uiteindelijk is er een beslissing genomen De teugels afwerpen.

De teerling [Het lot] is geworpen.

De moeilijke beslissing is genomen.

De teugels afwerpen.

Zich aan het gezag onttrekken.

De teugels in handen nemen.

De leiding nemen.

De teugels kort houden.

Weinig vrijheid geven.

De teugels laten schieten.

Meer vrijheid geven.

De tijd baart rozen.

Na verloop van tijd zal de verandering positieve gevolgen hebben.

De tijd is snel gebruikt hem wel.

Je moet je tijd goed besteden.

De tijd uitkopen.

Zo efficiënt mogelijk van de tijd gebruik maken.

De tijd zal het leren.

In de toekomst zal blijken hoe het afloopt.

De tijd zal het leren.

Na verloop van tijd zal je weten of iets goed of juist fout was.

De toekomst is een gesloten boek.

Je kunt niet in de toekomst kijken.

De tong is een klein lid.

Kijk uit met wat je zegt want voordat je het weet heb je ruzie.

De tong raakt los.

Hij gaat praten.

De trom roeren.

Veel ophef maken.

De twaalfde man.

Bij voetbal: de supporters.

De twistappel werpen.

Aanleiding geven tot ruzie.

De uitzondering bevestigd de regel.

Op iedere regel is wel een uitzondering mogelijk.

De vaste lasten.

De kosten die iedere maand terugkomen zoals huur gas- water- en lichtrekening enz.

De veren maken de vogel.

Als je goed gekleed gaat heeft men al snel een betere indruk van je.

De verloren zoon.

De deugniet die zijn leven heeft gebeterd.

De verrader slaapt niet.

Kijk uit met wat je vertelt want voordat je het weet krijgen de verkeerde personen dit te horen.

De vertrossing van de televisie.

De televisie maken tot een medium dat uitsluitend goedkoop en makkelijk vermaak

De vervuiler betaald.

Degene die de millieuvervuiling veroorzaakt moet ook het opruimen betalen.

De verzenen tegen de prikkels slaan.

Zich ergens tegen verzetten terwijl het geen nut heeft.

De vierschaar spannen.

Een rechtzitting houden.

De vijzel ruikt altijd naar het look.

Je kunt aan iemand altijd zien of hij van goede of slechte afkomst is.

De vinger leggen op de wonde plek.

Precies door hebben waar het probleem zich bevindt.

De vinger op de mond leggen.

Beloven te zijgen.

De vingers jeuken mij.

Kijk uit of ik geef je een pak rammel.

De vis wil zwemmen.

Als je vis eet krijg je dorst.

De vis wordt duur betaald.

Er sterven veel vissers op zee.

De vlag dekt de lading.

Iets slechts wordt mooier voorgesteld.

De vlag gaat in top.

Het huis heeft zijn hoogste punt bereikt.

De vlag strijken.

Zich gewonnen geven.

De vlam moet binnen het dak blijven.

Je moet vervelende familie-kwesties binnen de familie houden.

De voet bij de kuil [meet] houden.

Niet toegeven.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

De vogel is gevlogen.

Degene die we pakken wilden is er niet meer.

De voorsten doen wat de achtersten niet mogen.

Degene die ergens als eerste aankomt mag vaak meer dan degenen die later komen.

De vos verandert wel van baard maar niet van aard.

Een slecht mens kun je nooit vertrouwen.

De vreze des Heren is het beginsel der wijsheid.

Geloof in God daarin zit de sleutel van het geluk.

De vrouw bouwt het huis of breekt het in gruis.

Als je een spaarzame vrouw hebt dan krijg je welvaart; verkwist ze het geld dan raak je

De vrouw heeft één recht en dat is het aanrecht.

De man moet de baas zijn over het huis/bedrijf en de vrouw is er voor het huishouden.

De vrouw wil het thuis graag de baas zijn.

Die inhet voorjaar niet zaait in het najaar niet maait.

De waarheid in pacht hebben

Altijd maar denken dat jij de enige bent die meent altijd de waarheid te spreken.

De waarheid kan geen herberg vinden.

Niemand vindt het leuk om de (vervelende) waarheid te horen.

De waarheid lijdt wel nood maar nooit de dood.

Uiteindelijk komt de waarheid altijd boven water.

De waarheid verbloemen.

De waarheid mooier doen voorkomen dan hij is.

De wagen gaat daar niet recht.

Het gaat daar niet helemaal goed.

De wal keert het schip.

Je moet je aan de omstandigheden aanpassen.

De wallen.

De rosse buurt van Amsterdam.

De wapenen wijken voor de toga.

De oorlog is voorbij en de vredesonderhandelingen gaan beginnen.

De weg loopt langs de deur.

Niemand weet wie de schuldige is.

De wens is de vader van de gedachte

Je hoopt dat iets gaat gebeuren.

De wereld is een vieze parochie.

Er gebeuren veel slechte dingen op de wereld.

De wereld is niet razend gemaakt.

Je moet je niet te veel haasten.

De wereld loopt [springt] op krukken.

Er gebeuren rare dingen in het leven.

De wereld wil bedrogen zijn.

Mensen geloven steeds opnieuw maar weer de mooie beloftes van bedriegers.

De werken der duisternis.

De slechte dingen.

De wijde wereld intrekken.

Zijn geboortestreek verlaten en elders het avontuur zoeken.

De wijn smaakt altijd naar de stok.

Je kunt altijd merken wat iemand zijn afkomst is.

De wijsheid kijkt hem de ogen uit.

Hij ziet er erg dom uit.

De wil voor de daad nemen.

Accepteren dat hij van goede wil was hoewel het volledig mislukt is.

De wind waait uit een andere hoek.

De situatie is ineens veranderd.

De wind zit eronder.

Het gaat goed.

De winnende hand is mild.

Iemand die goed verdient heeft vaak ook wat over voor een ander.

De witte muizen.

De verkeerspolitie De wolf bij de schapen [in de schaapskooi] sluiten.

De wolf bij de schapen [in de schaapskooi] sluiten.

Iemand de mogelijkheid geven om veel narigheid te veroorzaken.

De wolf ruilt wel van baard maar niet van aard.

Slechte mensen kunnen zich wel eens goed voordoen maar ze blijven een slecht karakter

De wolf tot herder maken.

Iemand de mogelijkheid geven om veel narigheid te veroorzaken.

De wolf zal met het lam verkeren.

Er zal vrede heersen.

De wolven verscheuren malkander niet.

Twee slechterikken zullen elkaar niet zo snel bevechten.

De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

Je weet nooit wat er nog allemaal kan gebeuren.

De woorden bleven hem in de keel steken.

Hij kon niets zeggen.

De zaak gaat op de fles.

De zaak gaat failliet.

De zaak is beklonken.

We zijn het erover eens geworden.

De zaak is bezegeld.

De overeenkomst is gesloten.

De zaak is in kalk en cement.

Het is geregeld.

De zaak is nog hangende.

De zaak is nog niet afgehandeld.

De zaak is rond.

De zaak is geregeld.

De zaak staat op springen.

De zaak is bijna failliet.

De zak van Sinterklaas.

De jute zak waarmee zwarte Piet loopt en waarin de kadootjes van Sinterklaas zitten.

De zaken gaan voor het meisje.

Belangrijke dingen die moeten gebeuren moet je doen voordat je plezier wilt maken met je

De zee is altijd zonder water.

Rijke mensen hebben nooit genoeg; ze klagen altijd dat ze zo weinig overhouden.

De zijlen moeten strijken.

Zich gewonnen geven.

De zoeker van de weelde is de vinder van de armoe.

Als je je geld verspilt aan allerlei luxe zul je uiteindelijk arm worden.

De zot met iemand scheren.

Iemand beetnemen.

De zwaarden worden tot sikkelen geslagen.

Het is vrede geworden.

De zwakke broeder.

Hij is niet zo goed.

De zwakste wordt het eerst het slachtoffer.

Waar de tuin laagst is wilt elkeen over.

Den armen gegeven is God geleend.

Als je geeft aan de armen kom je in een goed blaadje te staan bij God.

Dertien is het ongeluksgetal.

Het getal dertien brengt geen geluk.

Des duivels prentenboek.

Het kaartspel.

Des duivels zak is nooit vol.

Een gierigaard heeft nooit genoeg.

Des enen kwel doet de ander wel.

Wat de een verschrikkelijk vindt om te doen vind een ander juist leuk.

Des pennings reden klinken best.

Met geld kun je veel bereiken.

Des vorsten hand is zo groot als het land.

Vorsten hebben veel macht.

Deze raadgevingen spreken voor zich.

De ouderdom komt met gebreken.

Deze raadgevingen spreken voor zich.

Eet veel korsten dat geeft dikke borsten.

Deze vaart moet gevaren zijn.

Dit moet gebeuren.

Die aan boord is moet meevaren.

Als je iets gezamelijk onderneemt moet je je niet terugtrekken als er iets tegenzit.

Die aan de galge past en zal niet verdrinken.

Ieder wacht het lot waarvoor hij is bestemd.

Die alle dagen viert vraagt naar de zondag niet.

Als je alsmaar plezier maakt kun je niet meer echt genieten als er een feest is.

Die bang is voor de bramen moet uit het bos blijven.

Als je bang bent om aan iets te beginnen kun je het beter niet doen.

Die bij de hond slaapt betrapt van zijn vlooien.

Als je met een slechte persoon omgaat ga je zijn gedragingen overnemen.

Die bij elk een beste is is een slechte voor zichzelf.

Je moet ook wel eens aan jezelf denken in plaats van aan anderen.

Die de Duivel gelooft heeft zijn meester gevonden.

Als je luistert naar slechte mensen leidt dat altijd tot nadeel.

Die de kern wil smaken moet eerst de note kraken.

Je zult moeten werken voor de kost.

Die de keur heeft heeft de kwel.

Als je moet kiezen is het vaak moeilijk om een beslissing te nemen.

Die de koe toekomt die vat hem bij de horens.

Je moet voor je eigen zaken opkomen.

Die de koe trouwt heeft ook het kalf.

Als je met een zwangere vrouw trouwt zul je het kind op de koop toe moeten nemen.

Die de pot breekt betaald de scherven.

Degene die de schade heeft veroorzaakt moet hem ook betalen.

Die de stuiver niet en geert is de gulden niet weerd.

Als je niet met weinig tevreden kunt zijn verdien je het niet meer te krijgen.

Die de vogel vindt die mag hem roven.

Als je geluk hebt is alles voor jou.

Die de vrede wil bereide zich ten oorlog.

Als je sterk bent zal de ander sneller vrede met je willen sluiten.

Die distels zaait die doornen maait.

Als je problemen veroorzaakt zul je daarvan zelf de ergste gevolgen van ondervinden.

Die één kruis ontloopt ontmoet er twee.

Als je tegenslagen niet kunt verdragen ben je dubbel getroffen bij een ramp.

Die een kuil graaft voor een ander valt er zelf in.

Je wordt zelf het slachtoffer van de narigheid die je een ander wilt berokkenen.

Die een varken is moet in het schot.

Als je voor het ongeluk bent geboren zul je ook niet veel geluk meemaken.

Die eerst komt die eerst maant.

Degenen die er het eerste bij zijn hebben het grootste voordeel.

Die gaat van het land op het ijs is niet wijs.

Natuurijs is verleidelijk en gevaarlijk.

Die geboren is om te hangen zal niet verdrinken.

Je kunt je lot niet ontlopen.

Die geboren is voor de galg verzuipt niet.

Ieder wacht het lot waarvoor hij is bestemd.

Die geen raden hebben wil kan geen wagen krijgen.

Als je niet naar goede adviezen luistert dan zul je het nooit ver brengen.

Die geen wit brood en heeft gedoe met bruin.

Je moet tevreden zijn met wat je kunt krijgen.

Die geerne zijn huis verkoopt versiert zijn gevel.

Als je een huwbare dochter hebt zal je die zo aantrekkelijk mogelijk doen voorkomen.

Die gekheid zaait zal dwaasheid oogsten.

Als je gekke dingen doet moet je de gevolgen ervan ondervinden.

Die geld heeft heeft het geweld.

Als je maar over genoeg geld beschikt kun je alles naar je hand zetten.

Die geleerd wil worden moet vroeg opstaan.

Als je in je leven wat wilt bereiken moet je hard werken.

Die geloven haasten niet.

Als je ervan overtuigd bent dat iets goed afloopt hoef je je niet hard in te spannen.

Die hem aan het roer houdt zal varen.

Als je je niet van je doel laat afleiden dan zul je dit ook bereiken.

Die hem tussen vuur en stro zet brandt geerne.

Als je het gevaar opzoekt zal je daaraan ook sterven.

Die het dichtst bij het vuur zit warmt zich het best.

Degene die de beste gelegenheid heeft maakt er ook meestal gebruik van.

Die het eerst in de boot is heeft keur van riemen.

Wie het eerste aanwezig is heeft de grootste keuzemogelijkheid.

Die het eerst komt het eerst maalt.

Degene die het eerste komt wordt ook het eerst geholpen.

Die het geluk vindt die mag het oprapen.

Als je geluk hebt krijg je alles.

Die het kalfken mest en slacht het niet.

Degenen die het verdienen worden niet altijd beloont.

Die het kruis heeft zegent zijn zelven eerst.

Wie de gelegenheid heeft tot voordeel benut deze.

Die het laatst verteld heeft leeft nog.

Je vertelt nu iets wat je zelf ook maar gehoord hebt en het is maar de vraag of het waar is.

Die het water deert die het water keert.

Degenen die aan de dijk liggen moeten hem ook onderhouden.

Die in beklag is heeft geen gebrek.

Mensen die zichzelf beklagen hebben het vaak zo slecht nog niet.

Die in de wijngaard werkt mag van de druiven eten.

Je moet kunnen leven van het beroep dat je uitoefent.

Die in toorn handelt gaat in storm onder zeil.

Als je ondoordacht te werk gaat word je daar vaak zelf het slachtoffer van.

Die jong rijdt moet oud lopen.

Als je op jonge leeftijd te verkwistend bent geweest zul je er later last van krijgen.

Die jong spaart lijdt oud geen gebrek.

Als je al vroeg begint met sparen zul je op latere leeftijd geen armoe lijden.

Die kerel is het doodschieten nog niet waard.

Dat is een slechte man.

Die kerel is het doodschoppen nog niet waard.

Dat is een slechte man.

Die knollen wil eten moet Sint-Laurens niet vergeten.

Je moet het knolzaad in augustus (10 augustus is Sint-Laurens) zaaien anders ben je te laat.

Die maar één klok hoort hoort maar één toon.

Om een goed oordeel te kunnen vormen moet je naar beide partijen luisteren.

Die man is als was in zijn handen.

Die man doet alles wat hij wil.

Die man is maar een kruk.

Dat is een sukkel.

Die meest hazen schiet eet er minst.

Vaak worden mensen die het verdienen niet beloond.

Die met het katje speelt wordt er af gekrabd.

Als je het gevaar zoekt dan loopt het slecht met je af.

Die met wijzen omgaat zal wijs worden.

Van het soort mensen waarmee je omgaat neem je de eigenschappen en wijsheden over.

Die mooi wil wezen moet pijn lijden.

Als je er modieus uit wilt zien zul je de vervelende dingen (bijvoorbeeld hoge hakken)

Die niet horen wil moet voelen.

Als je niet luistert dan krijg je straf.

Die niet te raden is is niet te helpen.

Als je niet naar goede adviezen luistert dan zul je het nooit ver brengen.

Die niet wit en wilt worden moet uit de molen blijven.

Als je geen risico wilt lopen moet je ook niet aan een onderneming beginnen.

Die op geen strikken let zit welhaast in het net.

Je moet altijd uitkijken dat je niet wordt bedrogen.

Die op het water is moet varen.

Als je met iets begonnen bent moet je het ook afmaken.

Die oren heeft om te horen die hore.

Je moet altijd goed luisteren naar wat er wordt gezegd.

Die pardon vraagt erkent schuld.

Iemand die zich ergens voor verontschuldigd heeft zeker iets misdaan.

Die perzik smaakt naar meer.

Dat smaakt zó goed daar lust ik nog wel wat van.

Die pijl komt niet uit zijn koker vandaan.

Dat heeft hij niet zelf bedacht.

Die roet handelt maakt zijn vingers vet.

Als je met slechte mensen omgaat ga je hun gedragingen overnemen.

Die scheep is moet varen.

Als je aan iets begonnen bent moet je het ook afmaken.

Die stoep is glad.

Daar komen veel mensen (vrijers) over de vloer.

Die te dicht bij het vuur zit verbrandt zijn knoesels.

Als je het gevaar opzoekt zal je daaraan ook sterven.

Die te duur verkoopt steelt.

Als iemand iets te duur verkoopt is dat bijna oplichting en dus bijna net zo slecht als stelen.

Die te wijd gaapt verstuikt zijn mond.

Als je te hoge eisen stelt dan loopt het vaak niet goed af.

Die tegen de wind spuwt maakt zijn baard vuil.

Als je tegen een overmacht vecht zul je het nooit winnen.

Die vele horen zeggen horen vele liegen.

Je moet niet alles zomaar geloven (en doorvertellen) wat je hebt vernomen via roddels.

Die vlieger gaat niet op

dat telt (hier) niet

Die vuur wilt hebben moet de rook verdragen.

Als je aan een onderneming begint moet je je niet laten afschrikken door problemen.

Die werkman is telt zijn stappen.

Een efficiënte vakman zal niet teveel rondlopen.

Die wijn drinkt kweekt luizen.

Als je je geld verdinkt geraak je op den duur aan de bedelstaf.

Die wilt geprezen worden moet sterven.

Als je leeft zul je niet veel complimentjes krijgen maar als je gestorven bent verteld men

Die wind zaait zal storm oogsten.

Als je problemen maakt zul je daarvan zelf de ergste gevolgen van ondervinden.

Die winnen wil moet wagen.

Als je nooit eens iets probeert bereik je niets.

Die zaak kunnen ze beter opdoeken.

Met die zaak kunnen ze maar beter stoppen.

Die zich dood werkt wordt onder de galg begraven.

Je moet niet al te hard werken.

Die zich uit de rook houdt zal zich niet branden.

Als je de problemen niet opzoekt zal je ook niets overklomen.

Die zijn gat verbrandt die moet op de blaren zitten.

Als je een grote fout maakt moet je de gevolgen ervan ondervinden.

Die zijn gemak moede is neme een wijf.

Ieder huwelijk kent wel zijn problemen.

Die zijn lichaam bewaart bewaart geen rotte appel.

Je moet altijd op je gezondheid blijven letten.

Die zijn pap stort kan die niet allemaal weer oprapen.

Als je veel schade hebt aangericht kun je dat vaak niet meer herstellen.

Die zijn vrouw liefheeft laat haar thuis.

Een vrouw hoort thuis (bij het gezin) te zijn.

Diep in de buidel tasten.

Veel geld moeten geven.

Diepe zwemmers licht te grond.

Als je veel risico neemt kun je ook sneller een tegenslag verwachten.

Dit is het geheim van de smid.

Dit is alleen bekend bij ingewijden.

Dit is het neusje van de zalm.

Dit is het beste dat er is.

Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg.

Je moet je niet uitsloven dat is nergens goed voor.

Doe uw best God doet de rest.

Je kunt op God vertrouwen als je zelf ook je best doet.

Doen is een ding.

Je kunt wel van alles zeggen maar dat heeft geen waarde als er niet naar gehandeld wordt.

Dom volk en varkens laten zich slecht drijven.

Je kunt weinig bereiken met domme mensen.

Dominees en kosters werken niet echt.

Donderbuien zuiveren de lucht.

Donderbuien zuiveren de lucht.

Na een grote ruzie zijn veel dingen vaak uitgesproken en is de verstandhouding beter

Donderstenen vallen op de hoogste bomen.

Als je veel aanzien hebt zul je ook sneller kritiek e.

Donkere morgens mooie dagen.

Een dag die slecht begint hoeft nog geen slechte dag te zijn.

Dood gaan we allemaal.

Uiteindelijk gaat iedereen een keer dood.

Door de achterdeur weer binnenkomen.

Terugkomen op een zaak die al was afgedaan.

Door de knieën gaan.

Toegeven aan; zich onderwerpen aan.

Door de mand vallen.

Moeten toegeven dat je ervan wist.

Door de mazen van het net kruipen.

Uit een netelige situatie ontsnappen.

Door de ouderdom wordt de wolf grijs.

Als je ouder wordt wordt een slecht mens vaak minder slecht.

Door de spitsroeden lopen.

Scherp bekritiseerd worden.

Door die koffie kan men de gazet lezen.

Dat is een slappe kop koffie.

Door dit rijmpje op te zeggen verdwijnt de hik.

De hinkende bode komt achteraan.

Door gezond te leven heb je geen dokter nodig.

Hoog van gemoed leeg van goed.

Door hard te werken en te sparen bereik je wat.

Een natte mei geeft boter in de wei.

Door meten tot weten.

Je weet iets pas echt zeker als je het gemeten hebt.

Door oefening wordt de kunst verkregen.

Door dingen te oefenen krijg je ervaring.

Door vragen wordt men wijs.

Als je iets niet weet kun je ‘t het beste vragen.

Doornen brengen geen rozen voort.

Je kunt van kwade mensen geen goede daden verwachten.

Drank is erg lekker.

Vissers en jagers zijn vrouwenplagers.

Drank veroorzaakt heel wat leed.

Meeuwen op het land onweer aan het strand.

Drie keer verhuisd is één keer afgebrand.

Door frequent te verhuizen lijdt de inboedel schade.

Driemaal is scheepsrecht.

Je moet niet meteen na een eerste of tweede keer al opgeven.

Driemaal verhuisd is zo goed als eens verbrand.

Verhuizingen kosten veel geld.

Dromen zijn bedrog.

Je moet van de realiteit uitgaan.

Duivel in.

Mensen met een spitse neus en een spitse kin

Dun snijden ishet behoud van de worst.

Door zuinig te zijn verval je niet in armoe.

Dure schepen blijven aan wal.

Meisjes die te hoge eisen aan een man stellen blijven ongetrouwd.

Dwalen is menselijk.

Iedereen doet weleens iets fout.

Dwazen en gekken schrijven op deuren en hekken.

Je moet niet overal je naam op zetten.

Dweilen met de kraan open.

Aktie ondernemen zonder dat dit veel nut heeft.

Echt verdriet wordt nooit luidruchtig beleden.

Grote heren hebben lange handen.

Edel arm en rijk maakt de dood gelijk.

In de dood is iedereen gelijk.

Eelt op zijn ziel hebben.

Niet gevoelig zijn voor opmerkingen.

Een aal bij de staart hebben.

Aan iets bezig zijn dat bijna zeker zal mislukken.

Een achterdeurtje zoeken.

Een excuus verzinnen.

Een afzakkertje nemen.

Op het eind een (alcoholisch) drankje gaan drinken.

Een appeltje met iemand te schillen hebben.

Wraak nemen of ter verantwoording roepen van iemand voor iets wat hij niet goed heeft gedaan.

Een appeltje voor de dorst hebben.

Opzij gelegd geld hebben voor moeilijke tijden.

Een arend vangt geen vliegen.

Een hoogstaand persoon gaat geen ruzie maken met een onbeduidend persoon.

Een arm om iemands schouder.

Troost.

Een Babylonische spraakverwarring.

Iedereen praat door elkaar en men begrijpt elkaar niet.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Een bakoventje.

Een cd-brander.

Een balk in zijn wapen voeren.

Een bastaardkind zijn Een balletje opgooien.

Een balletje opgooien.

Voorzichtig een onderwerp aansnijden.

Een ballonetje doorprikken.

De leugen doorzien.

Een barmhartige Samaritaan.

Iemand die helpt maar waarvan je het in eerste instantie niet zou verwachten.

Een beer laten.

Een windje laten.

Een beest maken.

Een slechte biljartstoot maken die evenwel goed uitkomt.

Een bekende tegen het lijf lopen.

Onverwachts een bekende ontmoeten.

Een belofte in dwang en duurt niet lang.

Een afgedwongen belofte houdt men niet langer dan noodzakelijk.

Een beschaamde schooier heeft een platte zak.

Je moet niet te bescheiden wezen want dan bereik je niet veel.

Een beuker van een jongen.

Een flinke knul.

Een bilspleet.

Het begin van de billen dat net boven een broek die iets te laag hangt zichtbaar is.

Een blauwe boon.

Een kogel.

Een blauwkous.

Een intelligente vrouw.

Een blauwtje lopen.

Afgewezen worden door een meisje.

Een blind paard kan er geen schade doen.

Die ruimte is helemaal leeg; er staat niets van waarde.

Een blind verken vindt wel ‘nen ekel.

Soms gebeuren onmogelijke dingen.

Een blinddoek voor de ogen binden.

Iemand neppen.

Een blinde passagier hebben.

Zwanger zijn.

Een blinde passagier op het schip.

Een verstekeling.

Een blinde schiet soms wel eens een kraai.

Ook iemand die er geen verstand van heeft kan wel eens iets zinnigs zeggen.

Een blode hond wordt zelden vet.

Als je wat wilt bereiken zul je soms risico moeten durven nemen.

Een bodemloos vat.

Hoeveel geld je er ook aan spendeert het is alleen maar weggegooid geld.

Een boekje over iemand open doen.

Slechte dingen over iemand publiek maken.

Een boer steekt altijd een arm of een been uit.

Je zult altijd kunnen zien dat iemand een boer is.

Een boer waagt wel een kers.

Om te kunnen winnen moet je soms iets durven.

Een bok schieten.

Een flinke fout maken.

Een bom inhebben.

Beschonken zijn.

Een bommetje.

Een sprong in het zwembad met het doel zoveel mogelijk water te doen opspatten.

Een boom in brand steken.

Urineren tegen een boom.

Een boom opzetten.

Een gezellig praatje maken.

Een boom valt niet met de eerste slag.

Als je ziek bent kun je altijd nog beter worden.

Een boontje voor iemand hebben.

Verliefd zijn op iemand.

Een borrel is een zeet waard.

Als je een borrel krijgt aangeboden is het wel zo beleefd om er even voor te gaan zitten.

Een boterbriefje hebben.

Een trouwbewijs hebben.

een bovenkamer.

Wij luisteren niet naar roddels.

Een boze vrouw maakt van ‘nen engel ‘nen duivel.

Bijna iedere vrouw zeurt en moppert wel eens zo erg dat zelfs de meest geduldige man er niet meer tegen kan.

Een brandbrief schrijven.

Een dringende brief met een dreigende boodschap schrijven.

Een broekboer.

Een windje Een bruidsdaalder is maar een gulden waard.

Een bruidsdaalder is maar een gulden waard.

Als een meisje trouwt gaan de geruchten dat zij veel geld heeft ingebracht maar in de praktijk

Een bruin café.

Een cafe in authentieke Nederlandse stijl.

Een bruin leven.

Een goed leven.

Een criminele afrekening.

Een liquidatie van een crimineel door andere criminelen.

Een daad stellen.

Tot aktie overgaan.

Een daalder.

Eén gulden vijftig.

Een dag is geen week lang.

Je moet sneller werken.

Een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat.

Hoe slecht het ook gaat er is altijd wel iets positief.

Een dames dubbel.

Een lesbisch stel.

Een dode en een bruid moeten vlug de deur uit.

Als je besluit te trouwen moet je de bruiloft niet te lang uitstellen.

Een dode vlieg bederft de zalf.

Eén slecht persoon kan een groep mensen tot slechte dingen brengen.

Een domme gans.

Een domme vrouw.

Een dood paard aan een boom binden.

Te voorzichtig zijn.

Een doodshemd heeft geen zakken.

Als je dood bent heb je niets meer aan je rijkdom.

Een doortrapt persoon.

Een gemene en listige schurk.

Een dove.

Een kopje zonder oortje.

Een draai om de oren geven.

Een oorveeg geven.

Een dragonder van een wijf.

Een flinke grove vrouw.

Een dreigend gevaar staat hem te wachten.

Het zwakke geslacht.

Een droevige morgen een blijde dag.

Een dag die slecht begint hoeft nog geen slechte dag te zijn.

Een dronk is een zit waard.

Als iemand je een drankje aanbiedt moet je er de tijd voor nemen.

Een dronk op het wel aflopen van het scheepje.

Een toast op de goede afloop; een heildronk.

Een dronken mond spreekt ‘s harten grond.

Dronken mensen zeggen wat ze werkelijk denken.

Een dronken vrouw een engel in het bed.

Een dronken vrouw neemt het niet zo nauw met de zeden.

Een dubbeltje.

Tien cent.

Een duifje zonder gal.

Een goedaardig meisje.

Een Duivel op de plaat een engel op de straat.

Een vrouw die bij de mensen als lief bekend staat is in werkelijkheid vaak helemaal niet zo

Een echte man heeft een baard.

Een man van de daad zijn.

Een eed met boter bezegeld.

Een belofte die men snel vergeet.

Een eed staven.

Iets bevestigen.

Een eitje met iemand te pellen hebben.

Met iemand nog een vermanend onderhoud moeten gaan voeren.

Een Engelse brief schrijven.

Een middagdutje doen.

Een enkele vlek bederft het ganse kleed.

Een vervelende fout kan het geheel verknoeien.

Een ezel gaat uit zijn tred niet.

Je kunt een koppig persoon niet overtuigen.

Een ezel geeft een dode leeuw een schop.

Slechts lompe en bekrompen mensen spreken kwaad over een verslagen tegenstander van

Een ezelsbruggetje.

Een methode om iets moeilijks op een gemakkelijke manier te onthouden.

Een faxje van de onderwereld.

Een windje laten.

Een fles soldaat maken.

Een fles helemaal leegdrinken.

Een galgaas een galgebrok.

Een slechterik.

Een gans blaast wel maar hij bijt niet.

Van schreeuwers heb je vaak het minst te vrezen.

Een gat in de dag slapen.

Lang uitslapen.

Een gat in de hand hebben.

Niet met geld kunnen omgaan.

Een gebod met voeten treden.

Zich totaal niet aan het gebod houden.

Een gebouw dat als een Feniks uit de as verrijst.

Een afgebrand gebouw dat weer helemaal als nieuw wordt hersteld.

Een gedwongen eed doet God leed.

Je moet je nooit voor een slechte zaak lenen.

Een gegeven paard moet men niet in de bek zien.

Je moet niet te kritisch zijn over dingen die je hebt gekregen.

Een geitewollen sokken type.

Iemand die ‘alternatief’ is; biologisch eet en erg voor het milieu is.

Een gek die zijn ganse geest uitzegt.

Het is niet verstandig om alles te zeggen wat je denkt.

Een gekke Griet.

Een vrouw met vreemde gewoontes en gedragingen.

Een gekleurde voorstelling van zaken geven.

Iets beter voorspiegelen dan het in werkelijkheid is.

Een geladen sfeer.

Een gespannen sfeer.

Een genie kent geen enkel compromis.

Iemand die nadenkt voordat hij wat doet maakt geen onherstelbare fouten.

Een gevoelige snaar raken.

Een emotioneel moeilijk onderwerp ter spraken brengen.

Een gewaarschuwd man [mens] geldt [telt] voor twee.

Iemand die een voorbeeld heeft gezien zal extra uitkijken.

Een gezel in verdriet verlicht de pijn.

Als je troost krijgt van iemand verzacht dit het leed.

Een glaasje op de valreep.

Een laatste drankje ter afscheid.

Een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag.

Het is goed om af en toe eens een glassje te drinken.

Een glazen boterham.

Een glas jenever.

Een goed begin geeft moed en zin.

Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat het uiteindelijk werk vaak sneller verloopt.

Een goed begin is een daalder waard.

Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat het uiteindelijk werk vaak sneller verloopt.

Een goed begin is het halve werk.

Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat het uiteindelijk werk vaak sneller verloopt.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Een goed gelaat is de beste geleidebrief.

Met een knap en betrouwbaar gezicht zal men je al snel geloven.

Een goed kind dat naar zijn vader aardt.

Het kind doet iets op dezelfde manier als zijn vader.

Een goed pad krom loopt nooit [niet] om.

Je kunt beter gewoon het pad blijven volgen dan dit afsnijden.

Een goed soldaat neemt een uur toe.

Het is niet zo erg dat ik te laat ben.

Een goed woord baat een kwaad woord schaadt.

Door vriendelijk te zijn krijg je ook vaak een vriendelijke reactie terug.

Een goed woord vindt een goede plaats.

Door vriendelijk te zijn krijg je ook vaak een vriendelijke reactie terug.

Een goed woordeken breekt grote gramschap.

Door vriendelijk te zijn krijg je ook vaak een vriendelijke reactie terug.

Een goed woordje voor iemand doen.

Iemand in een goed daglicht stellen.

Een goed zeeman wordt ook wel eens nat.

Ook gematigde mensen hebben wel eens te veel alcohol genuttigd.

Een goede dam leggen.

Een flinke maal nuttigen.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Een goede gevel versiert het huis.

Zijn neus is groot.

Een goede haan is niet vet.

Je kunt maar beter niet te dik zijn.

Een goede naam is geld waard.

Het is belangrijk dat je een goede naam behoudt; je kunt een goede naam niet kopen.

Een goede vrouw is zonder hoofd.

Een goede vrouw heeft geen eigenaardigheden.

Een goede waterhond ontziet geen modderige sloot.

Als je iets heel graag wilt ben je tot veel in staat.

Een goede ziel weet van stenen brood te maken.

In het leven moet je tevreden zijn met wat je hebt.

Een graantje meepikken.

Een deel van de winst krijgen.

Een graantje pikken.

Een borrel drinken.

Een graat in de keel krijgen.

Iets niet kunnen eten.

Een groene Kerstmis een witte Pasen.

Als het met Kerstmis warm is dan is het met pasen juist koud (met sneeuw).

Een groot verzet rijden.

In een zware versnelling rijden op de fiets.

Een groot woord houdt een kerel van de huid.

Met dreigende taal kun je vaak bereiken dat een ander je niet aan durft te pakken.

Een grove-diamantslijper Een lanterfanter.

Een haas is graag waar hij geworpen is.

Een haas is graag waar hij geworpen is.

Je geboortestreek blijft trekken.

Een haastig woord is gauw gezegd.

Voordat je wat zegt moet je altijd eerst even nadenken.

Een haastige hond werpt blinde jongen.

Je kunt beter iets langzaam goed doen dan haastig iets slecht afraffelen.

Een halfbakken geleerde.

Iemand die zich geleerder voordoet dan hij is.

Een halfbakken vrijer.

Een vrijer die niet weet hoe hij met zijn geliefde moet omgaan.

Een halfwassen brasem.

Een ongemanierde jongeman.

Een hanekam.

Een rood geverfd punkkapsel dat lijkt op de kam van een haan.

Een hap en een snap.

Iets van het één en iets van het ander.

Een hartig woord houdt een kerel van het lijf.

Door resoluut en fier te spreken zal men je uit angst niet snel aanvallen.

Een haspel van een mens.

Een kluns.

Een heel alfabet.

Een lange rij.

Een helpende hand toesteken.

Iemand helpen.

Een hoge troef uitspelen.

Een groot risico nemen.

Een Homerisch gelach.

Heel hard lachen waar maar geen eind aan lijkt te komen.

Een hond is stout op zijn eigen dam.

Op je eigen gebied kun je je het best verdedigen.

Een houten Klaas.

Een stijve jongen.

Een huishouden van Kea.

Een slordig huishouden.

Een huwelijk en een pacht dat komt op eenen nacht.

Huwelijken worden vaak (te) snel gesloten.

Een huwelijk met de linker hand.

Een huwelijk waardoor de kinderen niet in de adelstand zullen komen.

Een huwelijk met de linkerhand.

Een huwelijk waarbij een vorst trouwt met een gewone vrouw.

Een huwelijk met de smalle trouwring.

Getrouwd zijn met meer vrouwen tegelijk.

Een jaar is aan geen staak gebonden.

Voor dat je het weet is er weer een jaar voorbijgegaan.

Een jonge maagd wordt ras gevraagd.

Voor een leuk maagdelijk meisje is altijd belangstelling.

Een kaars voor de Duivel branden.

Uit eigenbelang de slechte daden van iemand bagatelliseren.

Een kale kakmadam.

Een vrouw die zich rijk en voornaam voordoet maar in werkelijkheid niet veel heeft.

Een kale kin is gauw geschoren.

Als er niets te halen valt ben je snel klaar.

Een Kamper stukje.

Een vreemd voorval.

Een kat een kat noemen.

Zeggen waar het op staat.

Een kat in de zak kopen.

Een miskoop doen.

Een kat komt altijd weer op zijn poten terecht.

Uiteindelijk komt het toch weer in orde.

Een kater hebben.

Zware hoofdpijn hebben omdat je teveel gedronken hebt.

Een kerel als Kas.

Een laf persoon die zich flink voordoet.

Een kerel van de vlakte.

Een crimineel uit de grote stad.

Een kermis is een bilslag waard.

Voor een goed feest moet je wat over hebben.

Een kind des doods.

Iemand die ten dode is opgeschreven.

Een kind geen kind.

Met slechts één kind blijf je als ouders vaak toch alleen.

Een kind in de boosheid.

Een onozelaar die de boze wereld niet kent.

Een kind kan de was doen.

Dat is erg makkelijk.

Een kind met een waterhoofd.

Iets dat belangrijker lijkt dan het is.

Een kind om een boodschap sturen.

Een halve maatregel nemen.

Een kind van Ninive.

Een onozele hals.

Een kinderhand is gauw gevuld.

Kinderen zijn vaak al met iets kleins tevreden.

Een klap krijgen.

Een verlies lijden.

Een klap van een lamme aap krijgen.

Beledigd worden.

Een klaploper.

Iemand die van andermans geld leeft.

Een klein gewin brengt rijkdom in.

Als je beetje bij beetje spaart word je vanzelf rijk.

Een klein schip doet een groot schip zinken.

Door een klein foutje kan een grote catastrofe ontstaan.

Een klein standje is een groot gemak.

Als je een klein standje hebt gehad ben je er tenminste vanaf.

Een klein visje een zoet visje.

Je moet tevreden met een kleine beloning ook tevreden zijn.

Een klein winstje een zoet winstje.

Een onverwachte bijverdienste wordt altijd zeer gewaardeerd omdat er niet op gerekend was.

Een kleine boodschap doen.

Urineren Een kleine negerij.

Een kleine vlam een groot vuur.

Kleine dingen (bijv.

Een klerenkast.

Een zeer gespierde man; meestal werkzaam in de beveiliging of als portier.

Een kleur als een boei krijgen.

Een rood gezicht krijgen.

Een knappe kop.

een intelligent persoon.

Een knijpbriefje afvaardigen.

Naar het toilet gaan.

Een koe door de hals melken.

Extra voeding aan een koe geven in de hoop op meer melk.

Een koopman een loopman.

Een goede koopman trekt er regelmatig op uit.

Een korentje vatten.

Een borrel nemen.

Een kort lied is gauw gezongen.

Een groot verdriet duurt vaak maar even.

Een koude mei een gouden mei.

Als het regent en koud is in mei is dat goed voor het land.

Een kraak zetten.

Een inbraak plegen.

Een krijgsman wint al veel al wint hij niets dan tijd.

Als je ergens genoeg tijd voor hebt lukt het meestal wel.

Een kring om de zon brengt water in de ton.

Als je een kring om de zon ziet dan zal het flink gaan regenen.

Een kringetje drinken.

Een borrel drinken.

Een kruidje-roer-mij-niet.

Een onhandelbaar persoon.

Een kus in eren kan niemand deren.

Als je ongewild een kusje krijgt is dat niet zo erg.

Een kus zonder baard is een ei zonder zout.

Een jongen moet ouder zijn dan het meisje dat hij liefkoost.

Een kwaad oog op iemand hebben.

Iemand onheil toewensen.

Een kwartje.

Vijfentwintig cent.

Een land te vuur en te zwaard verwoesten.

Een land helemaal verwoesten.

Een land van melk en honing.

Een land met een overvloed aan dingen.

Een leasebak.

Een (grote) lease-auto.

Een lederen [leren] knikker.

een voetbal.

Een leger in de pan hakken.

Alle soldaten van het leger ombrengen.

Een lepel vol daad Is beter dan een schepel vol raad.

Je hebt meer aan mensen die je daadwerkelijk helpen dan aan mensen die alleen maar

Een leugenaar moet een goed geheugen hebben.

Als je veel liegt moet je wel kunnen onthouden wat je allemaal hebt verzonnen.

Een leugentje om bestwil is geen zonde.

Als je om iets goeds te bereiken liegt is dit geoorloofd.

Een leven als een luis op een zeer hoofd.

Een gemakkelijk en comfortabel leven.

Een leven als een oordeel.

Het was daar een vreselijke herrie.

Een leven van de andere wereld.

Het was daar een vreselijke herrie.

Een lichtmis.

Iemand die losbandig leeft.

Een liek man.

Is een riek man.

Een Lilliputter.

Een dwerg.

Een loopje met iemand nemen.

Iemand niet serieus nemen.

Een luchtje scheppen.

Even naar naar buiten gaan om frisse lucht in te ademen.

Een lui lijf en een warm bedde zijn goede vrienden.

Een lui man ziet op tegen werken.

Een lui man houdt niet van werken.

Tegen de dood is geen kruid gewassen.

Een lui man ziet op tegen werken.

Een luie voerman spant liever uit dan in.

Een luiaard klaagt de eerste van de warmte.

Een lui man ziet op tegen werken en verzint als eerste een excuus om niet te hoeven werken.

Een lulijzer.

Een mobiele telefoon.

Een maandagsauto.

Een auto met diverse kleine gebreken; op maandag (na het uitgaansweekend) gemaakt.

Een man een man een woord een woord.

Een eerlijk man houdt zich aan zijn beloftes.

Een man van de daad zijn.

Iemand zijn die meteen doet wat hij zich voorneemt.

Een man van zes kruisjes.

Een man van 60.

Een man zonder geld is een lijk.

Als je geen geld hebt dan ziet de toekomst er slecht uit.

Een man zonder vrouw is een paard zonder teugel.

Een man kan niet zonder een vrouw.

Een man [vent] uit duizenden.

Een hele leuke man zoals je die maar zelden tegenkomt.

Een mandje aandelen.

Een aantal aandelen bij elkaar volgens een bepaalde verdeling.

Een meid en een aardappel kies je zelf.

Je kunt niet voor iemand anders een vrouw uitzoeken.

Een meid van de vlakte.

Een vrouw die tippelt.

Een meisje dat fluit moet het huis uit.

Meisjes horen niet in het openbaar te fluiten.

Een mens krijgt kracht naar kruis.

Een mens krijgt leed te verduren maar ook de kracht om dit leed te verdragen.

Een mens moet werken voor de brok en voor de rok.

Je zult moeten werken voor de kost ( en je kleren)

Een mens moet zijn handen kunnen gebruiken.

Een mens zonder verbeelding is niets.

Een mens zonder verbeelding is niets.

Je moet het niet overdrijven maar een beetje eigendunk kan geen kwaad.

Een mobieltje.

Een mobiele telefoon.

Een muggezifter.

Iemand die van alle kleinigheden die niet goed zijn een probleem maakt.

Een muizenmaaltijd houden.

Eten zonder drinken erbij.

Een natte mei geeft boter in de wei.

Als het regent in mei is dat goed voor het gras dat de koeien eten zodat de koeien ook meer

Een negen tot vijf mentaliteit.

De mentaliteit dat de werktijd niet eerder begint dan om negen uur en meteen eindigd om vijf

Een Nessuskleed.

Een nauwsluitende jas.

Een neutje kraken.

Een jenever drinken.

Een nier bevat niet veel vet.

Een nieuw werk op stapel zetten.

Een nieuw werk op stapel zetten.

Iets nieuws beginnen.

Een nieuwe bron aanboren.

Een nieuwe manier vinden om geld te verkijgen.

Een nieuwe lap zetten op een oud kleed.

Iets repareren in plaats van geheel vervangen.

Een nummertje maken.

Sex hebben.

Een ommelandse reis doen.

Een grote omweg maken.

Een onbekookt plan.

Een plan waarover niet goed is nagedacht.

Een ondeugd uitroeien met wortel en tak.

Het slechte helemaal verwijderen.

Een ongeluk komt zelden alleen.

Als je met één ding pech hebt dan blijkt heel vaak dat er meer tegenvallers komen.

Een ongeluk zit in een klein hoekje.

Onverwacht kan er altijd ergens een ongeluk gebeuren.

Een ons geluk is meer dan een pond verstand.

Met geluk bereik je meer dan met verstand.

Een oog in het zeil houden.

Op blijven letten wat er gebeurt.

Een oogje dichtknijpen.

Iets verkeerds niet aanrekenen.

Een oogje luiken.

Net doen alsof je het niet gezien hebt.

Een oortje gespaard is een oortje gewonnen.

Door beetje bij beetje te sparen krijg je op den duur steeds meer.

Een open deur intrappen.

Iets zeggen wat een ieder had kunnen vertellen.

Een oud besje.

Een bejaarde vrouw.

Een oud paard jaagt men aan de dijk.

Aan respect voor ouderen ontbreekt het nog wel eens.

Een oude man een een jong wijf geeft eeuwig gekijf.

Het is niet goed om als man met een veel jongere vrouw te trouwen want daar komt

Een oude rat vindt licht een gat.

Iemand met veel ervaring zal zich makkelijker uit moeilijke situaties kunnen redden.

Een oude vogel is niet licht te vangen.

Slimme en ervaren mensen laten zich niet makkelijk beetnemen.

Een oude zwaluw weet haar nest.

Oude mensen hebben veel levenservaring.

Een paar speldenprikken uitdelen.

Een paar kleine vervelende dingen zeggen of doen.

Een paardemiddel.

Een heel sterk middel (met bijwerkingen).

Een pakje wordt een zakje.

Een klein ongemak wordt op den duur zeer vervelend.

Een panische schrik.

De ergst mogelijke schrik die je voor iets kunt hebben.

Een party drug.

Een drug die veel bij (house)party’s gebruikt wordt.

Een peertje.

Een lampje in de vorm van een peer.

Een peilloos verdriet.

Een oneindig groot verdriet.

Een pikbroek.

Een matroos.

Een pinte in één teugske en een sulferken in vieren.

Op de kleine dingen bezuinigen maar niet op de grote zaken.

Een plaat grijs draaien.

Een cd (vroeger een langspeelplaat (LP)) zo vaak beluisteren dat hij gaat vervelen.

Een plan de Campagne maken.

Een goed plan maken.

Een platonische liefde.

Een liefde waar sex geen rol in speelt.

Een pleister op de wonde leggen.

Een klein beetje troost bieden.

Een politieke kleur.

Een politieke richting.

Een pop op straat een slons in huis.

Een vrouw die er heel mooi uit ziet is vaak niet zo’n goede huisvrouw.

Een pop.

Een gulden.

Een prent krijgen.

Een bekeuring krijgen.

Een pretsigaret.

Een hasjsigaret; een joint.

Een proefballonnetje oplaten.

Door wat losse opmerkingen erachter proberen te komen of iets mogelijk is.

Een profeet wordt in zijn eigen land niet geëerd.

Van externen erkent men vaak wel de vakbekwaamheid maar van de eigen werkers

Een Pyrrhus-overwinning behalen.

Deze keer winnen maar het is zeker dat een volgende keer verloren zal worden.

Een rare kwibus.

Een vreemd figuur.

Een rare snoeshaan.

Een vreemd figuur.

Een redevoering vol bombast.

Een rede met veel dure en ingewikkelde woorden maar met weinig inhoud.

Een reef in het zeil leggen.

Bezuinigen.

Een rein varken en wierd nooit vet.

Varkens (of kinderen) die kieskeurig zijn met eten groeien slecht.

Een reis van Bontekoe.

Een resi met vele ontberingen en ongelukken.

Een rentenier is een arm dier.

Als je van je pensioen moet leven moet je overal veel voor betalen.

Een rijpe peer valt dikwijls in de drek.

Een vrouw die te graag aan de man wil komen wordt vaak bedrogen.

Een riks.

Een rijksdaalder (2 gulden vijftig) Een rode kam hebben.

Een rug.

Duizend gulden.

Een sabbatsreis.

Een kort reisje.

Een Salomo’s oordeel.

Een heel wijs en goed oordeel.

Een schamel mens komt vele tekort een vrek alles.

Een vrek heeft nooit genoeg en geniet dan ook niet van wat hij heeft terwijl een arm man

Een schelm weet hoe een schelm te moede is.

Als je zelf wel eens iets verkeerds hebt gedaan dan kun je je in de gevoelens van een andere

Een scheve [rare] schaats rijden.

Iets doen wat niet mag.

Een schietgebedje doen.

Een heel kort en snel gebed voor een goede afloop.

Een schietgeweer.

Een geweer.

Een schip met zure appels.

Een stortbui.

Een schip op het strand een baken in zee.

Je moet lering trekken uit andermans ongeluk; om te voorkomen dat hetzelfde ongeluk jou treft.

Een schone lei bij iemand hebben.

Niets of zeer weinig schuldig zijn aan iemand.

Een schoon liedeken mag men drij keren zingen.

Iets dat goed of mooi is mag men vaker zeggen.

Een schurftig paard vreest de roskam.

Degene die geen rein geweten heeft is bang voor het onderzoek.

Een slaapmutsje nemen.

Een jenever drinken voor het naar bed gaan.

Een slak komt er net zo goed als een kikker.

Als je niet snel werkt maar wel rustig blijft doorwerken dan kom je er ook wel.

Een slapende kat en vangt geen rat.

Je zult moeten werken voor de kost.

Een slecht werkman beschuldigt altijd zijn getuig.

Mensen erkennen niet graag dat zij zelf de schuld hebben als er iets fout gaat.

Een sleurhut.

Een caravan.

Een slof sigaretten Een doos met daarin pakjes sigaretten.

Een snelle jongen.

Een snelle jongen.

Iemand met gladde (oppervlakkige) praatjes en een ditto uiterlijk.

Een snijder heeft maar één darm.

Een kleermaker eet niet zoveel als een boer.

Een snip.

Honderd gulden.

Een snoek van komsa.

Een bijzonder grote snoek.

Een snufje.

Een heel klein beetje.

Een soepzootje.

Een grote troep.

Een spaak [stok] in het wiel steken.

Ervoor zorgen dat iets niet doorgaat.

Een speld heeft ook een kop.

Kinderen doen soms hun eigen zin.

Een speld in een hooiberg zoeken.

Naar iets zoeken dat bijna onmogelijk gevonden kan worden.

Een spierinkje gooien om een kabeljauw te vangen.

Iets investeren met als doel om er op termijn veel meer voor terug te krijgen.

Een spreekwoord is een waar woord.

Een spreekwoord bevat een volkswijsheid en dus kun je met die kennis je voordeel doen.

Een stadspraatje duurt maar drie dagen.

Mensen vergeten opzienbarende dingen snel.

Een steen in zijn boezem dragen.

Gemeen en zonder mededogen zijn.

Een sterfhuisconstructie.

Een reorganisatie van een bedrijf waarbij alle slechte delen in één bedrijfsonderdeel gestopt

Een sterke knevel.

Een flinke kerel.

Een stille tocht.

Een tocht waarbij de dood van iemand wordt herdacht.

Een stokje in de thee brengt blijde boodschap mee.

Als er onverwachts een stokje in de thee blijkt te zitten dan brengt dit geluk.

Een stomme streek uithalen.

Iets doms doen.

Een stuiver gespaard is er twee gewonnen.

Door gestaag te sparen krijg je ongemerkt steeds meer.

Een stuiver.

Vijf cent.

Een stuk in zijn botten hebben.

In beschonken toestand verkeren.

Een suikeroompje.

Een oom met veel geld die af en toe wat toestopt.

Een taal radbraken.

Veel fouten maken tijdens het spreken.

Een tent opzetten.

Een erectie krijgen.

Een tientje.

Tien gulden / Tien euro.

Een tip van de sluier oplichten.

Een klein gedeelte van het geheim verklappen.

Een toontje lager zingen.

Zich (noodgedwongen) minder arrogant opstellen.

Een toren van Babel bouwen.

Aan iets beginnen waarvan men gevoeglijk kan aannemen dat het nooit voltooid zal worden.

Een tussendoortje.

Een klein hapje dat tussen de maaltijden door gegeten kan worden.

Een tweesnijdend zwaard.

Een woordelijke aanval die echter ook voor de spreker zelf zou kunnen gelden.

Een ui tappen.

Heel erg goed een mop vertellen.

Een uiltje knappen

een dutje doen

Een vaatje zuur bier.

Een oude ongetrouwde vrouw.

Een valse Judas.

Een verrader.

Een van de vijf is kuieren.

hij is niet normaal.

Een varken heeft wel een krul in zijn staart.

Zelfs de eenvoudigste man heeft nog wel iets waarop hij trots kan zijn.

Een vat geeft uit wat het in heeft.

Als je een slecht persoon bent zeg je ook slechte dingen.

Een veeg uit de pan krijgen.

Een flinke vermaning krijgen.

Een verdriet hart is dorstig.

Je bent nog wat jong om te drinken.

Een vergeten burger een gerust leven.

Als je maar een doorsnee burger bent sta je ook niet onder hoge druk.

Een verhuizing kost veel bedstro.

Een verhuizing is duur.

Een vette gans bedruipt heur zelven.

Een rijk man heeft van niemand hulp nodig.

Een Vlaming heeft altijd een geluk.

Een Vlaming denkt bij pech altijd dat het nog erger had gekund.

o_-

Advertise here!!

Citeren14.05.20150 likes

Een vogel zingt zowel van armoe als van weelde.

Zowel arme als rijke mensen hebben wel eens plezier.

Een volle buik peinst op geen lege.

Wie zelf genoeg heeft denkt vaak niet aan een ander.

Een volle maag studeert niet graag.

Met een volle maag kun je minder goed denken.

Een vorkie prikken.

Ergens gaan eten.

Een vos is niet licht met één strik te vangen.

Als je een slim persoon wilt pakken moet je van goede huize komen.

Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.

Een slecht mens kun je nooit vertrouwen.

Een vrolijke gast is niemand tot last.

Het wordt niet als last ervaren als een graag gezien persoon wat langer blijft.

Een vrouw en een poes horen in hoes.

Een vrouw hoort thuis (bij het gezin) te zijn.

Een vrouw valt in het huwelijk vaak tegen.

Voor het kraaien van de haan.

Een vrouw vingeren.

Een vrouw sexueel bevredigen met de vinger.

Een vrouwenhaar trekt meer dan een kabeltouw

Vrouwen hebben een grote invloed op mannen

Een vuurtoren.

Tweehonderdvijftig gulden.

Een wacht voor de mond zetten.

Heel voorzichtig zijn met de uitspraken die je doet.

Een warm man is een vaste man.

Als je jezelf goed warm kleedt blijf je gezond.

Een weg als een kolfbaan.

Een mooie harde weg.

Een win-win situatie.

Een situatie waarbij beide partijen voordeel hebben.

Een wit voetje bij iemand hebben.

In een gunstig daglicht bij iemand staan.

Een witte raaf.

Een grote (positieve) uitzondering.

Een wolf in de schaapskooi.

Iemand die ellende brengt.

Een wolk van een baby.

Een flinke gezonde baby.

Een wolk van getuigen.

Veel getuigen.

Een zaadje in het zand is een raapken in de hand.

Wees zuinig met de dingen die je hebt Een zaak aan de kapstok hangen.

Een zaak aan de kapstok hangen.

iets uitstellen voor onbepaalde tijd.

Een zaak laten zakken.

Zich niet met de zaak bemoeien.

Een zaak op de spits drijven.

Tot het alleruiterste met iets gaan.

Een zak zout met iemand gegeten hebben.

Erg lang met iemand zijn omgegaan.

Een zee van ruimte.

Heel erg veel ruimte Een zeeman is geen man.

Een zeeman is geen man.

Een vrouw die met een zeeman getrouwd is is meestal alleen.

Een zeer oog kan het licht niet verdragen.

Degene die geen rein geweten heeft is bang voor het onderzoek.

Een zielverkoper.

Een ronselaar van zeelui.

Een zittend gat kan veel bedenken.

Voor wetenschap of kunst moet je de tijd nemen.

Een zoen is maar stof.

Ik wil niet gezoend worden.

Een zot en zijn geld zijn haast gescheiden.

Dwaze mensen zullen hun geld snel verkeerd besteden en daardoor verliezen.

Een zot zegt wel een wijs woord.

Iedereen doet wel eens iets goed.

Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart.

Het helpt om diep te zuchten als je veel verdriet hebt.

Een zuinige vrouw is de beste spaarpot.

Een vrouw die zuinig met geld omgaat zorgt ervoor dat je op den duur heel wat hebt

Een zuiver geweten is het beste oorkussen.

Als je geen slechte dingen hebt gedaan slaap je gerust.

Een zuivere mond een zuivere grond.

Als je veel goede dingen zegt heb je vaak zelf ook een goed karakter.

Een zwaard zal door uw ziel gaan.

Ieder mens zal veel leed in zijn leven te verwerken krijgen.

Een zwaargewicht.

Een heel ervaren persoon die misschien wel te goed is voor de desbetreffende functie.

Een zwak voor iemand hebben.

Iemand heel erg aardig vinden.

Eendracht maakt macht tweedracht breekt kracht.

Door samenwerking en solidariteit bereik je meer dan als je elkaar tegenwerkt.

Eendracht maakt macht.

Door samenwerking en solidariteit staat men sterker.

Eens burgemeester altijd burgemeester.

Als je eenmaal een hoge positie hebt bekleed behoud je je aanzien.

Eens een dief altijd een dief.

Als je één keer zwaar in de fout gaat zal men je in de toekomst ook niet vertrouwen.

Eens gegeven blijft gegeven.

Je kunt een gegeven kado niet meer terugvragen.

Eens gezegd blijft gezegd.

Als je iets hebt beloofd dan moet je dat ook nakomen.

Eens onrecht altijd onrecht.

Het maakt niet uit wanneer het onrecht is geschied; het belangrijkste is het feit van het

Eenvoud is het kenmerk van het ware.

Iets wat waar is is ook eenvoudig.

Eer en bate zijn zelden bij malkaar.

Als je eerlijk bent wordt je meestal niet rijk.

Eer is teer.

Je moet uitkijken dat je niet iemands eer beschadigd.

Eerlijk duurt het langst.

Uiteindelijk wordt bedrog toch gestraft.

Eerst de kruim en dan de korst.

Als je eerst het lekkerste eet zul je je daarna tevreden moeten stellen met het minder lekkere

Eerst even indrinken.

Eerst thuis alcohol nuttigen voordat er uitgegaan wordt.

Eerst het kooitje klaar en dan het vogeltje erin.

Je moet pas aan een huwelijk beginnen als je je vrouw kunt onderhouden.

Eerst het kouwtje dan het vrouwtje.

Je moet pas aan een huwelijk beginnen als je je vrouw kunt onderhouden.

Eerst het nodigste en dan het allernodigste.

Zorg dat je je prioriteiten goed stelt: dat wat men het ‘allernodigste’ zou zijn is in de praktijk

Eerst lokkebrood dan stokkebrood.

Een vrouw valt in het huwelijk vaak tegen.

Eerst mensen dan hangoren.

Kinderen komen pas aan de beurt als ouderen zijn geweest.

Eerst oom en dan oomkens kinderen.

Iedereen denkt toch het eerst aan zichzelf.

Eet veel korsten dat geeft dikke borsten.

Tegenwoordig gebruiken ze hiervoor siliconen.

Effen is kwaad treffen.

Het is moeilijk om de middelen te vinden om alle mensen tevreden te stellen.

Effen rekeningen maken goede vrienden.

Je moet geen schulden hebben staan bij je vrienden dat komt de vriendschap niet ten

Eigen bier smaakt het best.

Wat je zelf gemaakt hebt is toch het beste.

Eigen gaat voor vreemd.

Je eigen familie ligt toch het meest aan je hart.

Eigen haard is goud waard.

Je gezin en je woning zijn het belangrijkste wat er is.

Eigen lof ijdel stof.

Het is niet goed om over jezelf op te scheppen.

Eigen lof stinkt vriendenlof hinkt vreemdenlof blinkt.

Het is niet goed om over jezelf op te scheppen en het is ook verdacht als je te positief bent

Eigen lof [roem] stinkt.

Het is niet goed om over jezelf op te scheppen.

Eigen rechter spelen.

Zelf bepalen wat goed en fout is zonder acht te slaan op de bestaande regels.

Eigen schuld plaagt het meest.

Je eigen familie ligt toch het meest aan je hart.

Eind goed al goed.

Als het goed is afgelopen kunnen de problemen die er zijn geweest worden vergeten.

Eind goed al goed.

Als iets goed is afgelopen vergeet je de problemen die je daarvoor hebt gehad.

Elf is het gekkennummer.

De elf is het getal dat staat voor de zot; de gek.

Elk hart heeft zijn smart.

Iedereen heeft zijn eigen problemen en verdriet.

Elk heeft genoeg in eigen tuin te wieden.

Je moet niet vallen over de gebreken van een ander want je bent zelf ook niet zonder

Elk is een dief in zijn eigen nering.

Iedereen komt voor zichzelf op ook als dit ten koste gaat van anderen.

Elk kind brengt duizend gulden mee.

Voor kinderen is altijd geld beschikbaar.

Elk meent zijn uil een valk te zijn.

Iedereen vindt zijn eigen werk / kind het best.

Elk moet haspelen volgens het garen dat hij heeft.

Je moet tevreden zijn met wat je hebt.

Elk prijst zijn Grietjen al is het begromd.

Iedereen is blij met zijn eigen vrouw.

Elk schot is geen eendvogel.

Niet alles lukt meteen.

Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is.

Iedereen heeft zijn eigen manier van converseren.

Elk waarom heeft zijn daarom.

Voor alles is een reden.

Elk zijn deel van de stokvis.

Geef iedereen het deel waar hij recht op heeft.

Elk zijn meug zei de boer en hij at vijgen.

Iedereen heeft zijn eigen smaak.

Elk [Ieder] wat van de stokvis.

Ieder moet zijn deel krijgen.

Elkaar de bal toespelen.

Elkaar helpen.

Elkaar de hand reiken.

De ruzie bijleggen.

Elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar.

Door gestaag werken kan uiteindelijk toch veel bereikt worden.

Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

Je moet je niet laten ontmoedigen door mogelijke toekomstige problemen.

Elke dag heeft zijn eigen kwaad.

Je moet je niet teveel zorgen maken om de toekomst.

Elke gek heeft zijn gebrek.

Niemand is perfect.

Elke ketter heeft zijn letter.

Iedereen heeft argumenten voor zijn afwijkende mening

Elke pijper heeft zijn deuntje.

Iedereen heeft zijn eigen manier van praten.

Elke soldaat heeft zijn maarschalkstaf in zijn ransel.

Iedereen heeft de gelegenheid om carière te maken.

Er bleef geen oud wijf achter het spinnewiel.

Iedereen kwam kijken.

Er blijft te veel aan de maat en de strijkstok hangen.

Er zijn te veel (dubieuze) onkosten voor tussenpersonen.

Er blijft te veel aan de strijkstok hangen.

Er zijn teveel mensen die onterecht geld krijgen.

Er bljft te veel aan de strijkstok hangen.

Er zijn te veel mensen die ten onrechte geld ontvangen.

Er de bezem doorhalen.

Een goede schoonmaakbeurt houden Er de bras aan geven.

Er de brui aan geven.

Er mee stoppen.

Er gaan meer kinderen dood dan ouderen.

In een kwaad vel steken.

Er gaan niet veel vrienden in een klein huis.

Arme mensen hebben niet veel vrienden.

Er gaan veel makke schapen in één hok.

Als iedereen zich een beetje inschikt passen er veel mensen in dezelfde kleine ruimte.

Er gaat bij hem een belletje rinkelen.

Het wordt hem duidelijk.

Er gaat veel gevlij in een zakje.

Als je met iemand slijmt krijg je vaak veel gedaan.

Er gebeurt in de wereld meer als in zeven dorpen.

Er gebeuren veel dingen op de wereld.

Er ging hem een licht op.

Ineens werd het hem duidelijk.

Er hangt onweer in de lucht.

Er gaat iets vervelends gebeuren.

Er horen geen twee hanen op één erf.

Er kan er maar één de baas zijn.

Er iets van terecht brengen.

Er iets van maken.

Er is altijd baas [meester] boven baas [meester].

Er is altijd wel iemand beter of succesvoller.

Er is bij hem een schroefje los.

Hij is niet normaal.

Er is eb in de handel.

Er gebeurt niet veel.

Er is een God voor dronkaards en voor kinderen.

Hoewel beiden niet voor zichzelf kunnen zorgen zorgt God ervoor dat zij ongeschonden

Er is een kink in de kabel gekomen.

Er is een onverwachts probleem opgetreden.

Er is een lek in de organisatie.

Er is iemand die geheime informatie openbaar maakt.

Er is een steen van zijn hart gevallen.

Hij heeft een groot probleem minder.

Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.

Niets duurt eeuwig; iedereen gaat dood.

Er is een vuiltje aan de knikker.

Er is iets bij de zaak dat niet deugt.

Er is geen koe zo bont of er is wel een vlekje aan.

Op iedereen is wel iets aan te merken.

Er is geen kracht noch heerlijkheid aan.

Het is onbeduidend en inhoudsloos.

Er is geen smijten met de muts naar.

Je kunt het niet raden.

Er is honger in het land.

We hebben trek.

Er is iemand uit het gezelschap weggegaan.

Nu zullen wij eens van batterij veranderen.

Er is kak aan de knikker.

Er klopt ergens iets niet.

Er is klei aan de knikker.

Er klopt daar iets niet.

Er is meer gelijk dan eigen.

Hoewel veel dingen op elkaar lijken zijn ze toch verschillend.

Er is met hem geen spit te wenden.

Je kunt niet met hem samenwerken.

Er is met hem rooi te schieten.

Je kunt niets met hem beginnen.

Er is niemand zonder dit of dat.

Op iedereen kun je wel iets aan te merken hebben; niemand is er perfect.

Er is niets nieuws onder de zon.

Het is allemaal nog hetzelfde gebleven.

Er is nog kabel op zolder.

Er is nog een voorraadje.

Er is ruimschoots voldoende.

Er is ruim voldoende aanwezig.

Er is stront aan de knikker.

Er is een probleem.

Er is te veel dak op het huis.

Er is teveel gezelschap die dingen horen die onder ons moeten blijven.

Er is veel kaf onder het koren.

Er zijn veel slechte mensen tussen de goede mensen.

Er is vis nog graat aan hem.

Hij kan niks.

Er is voor elk wat wils.

Iedereen vind er wel iets van zijn gading.

Er is wat op til.

Er gaat wat gebeuren.

Er is werk aan de winkel.

Er is veel te doen.

Er kaal van af komen.

Er geen voordeel van hebben.

Er kadee uitzien.

Er keurig uitzien.

Er komt leven in de brouwerij.

De zaken lopen beter.

Er loopt bij hem een streek door.

Hij is niet normaal.

Er loopt een scheepje van de helling.

Er wordt een baby geboren.

Er loopt een zwart schaap onder.

Er is een slecht persoon bij.

Er met kop en schouders boven uitsteken.

Duidelijk het beste zijn.

Er schuilt een addertje onder het gras.

Het lijkt mooi maar er zijn verborgen problemen.

Er staat een beer aan het hek te rammelen.

Ik moet naar het toilet om mijn behoefte te doen.

Er taart genoeg van hebben.

Er niets mee van doen willen hebben.

Er tabak van hebben.

Er niets mee van doen willen hebben.

Er valt een plotselinge stilte.

Het jaar heeft veel dagen en nog meer maaltijden.

Er vliegen geen uilen met bonte kraaien.

Mensen die niet bij elkaar passen gaan ook niet samen.

Er warmpjes bijzitten.

Vermogend zijn.

Er was hommeles.

Er was grote onenigheid.

Er zijn altijd veel honden om het aas.

Als er wat te halen is zijn er altijd ‘vrienden’ die graag met je omgaan.

Er zijn apostelen en martelaren.

De één verkondigd de leer en de ander moet er voor opdraaien. 

Er zijn daar Joden en Jodengenoten.

Er zijn daar mensen van verschillend pluimage.

Er zijn daar voetangels en klemmen.

Daar zitten nogal wat (verborgen) problemen aan.

Er zijn haaien op de kust.

Er zijn concurenten.

Er zijn kapers op de kust.

Er zijn mensen er met het goed/idee vandoor willen gaan.

Er zijn meer hondjes die Blom heten.

Je hebt iemand vals beschuldigt.

Er zijn meer huizen dan kerken.

Je kunt altijd nog wel ergens werk vinden.

Er zijn meer zwijgers dan sprekers.

De meeste mensen zeggen niet wat zij denken.

Er zijn nog rechters in Berlijn.

Een rechter zal altijd een eerlijk oordeel geven.

Er zijn veel ezels met twee benen.

Er bestaan veel domme mensen.

Er zit bij hem een draadje [snaar] los.

Hij is niet normaal.

Er zitten latten aan het huis.

Sommige mensen in het gezelschap mogen dit niet horen.

Er zonder kleerscheuren vanaf komen.

Er ongeschonden vanaf komen.

Ere bewaard Kosten gespaard.

Degene die puur uit beleefdheid is uitgenodigd is niet gekomen.

Ere wie ere toekomt.

Ieder heeft recht op zijn deel.

Ergens aan tornen.

Iets proberen te wijzigen.

Ergens aan zijn trekken komen.

Ergens krijgen wat je wilt.

Ergens acht op slaan.

Iets goed in de gaten houden.

Ergens bij stilstaan.

Ergens over nadenken.

Ergens blijven kleven.

Ergens gaan wonen.

Ergens de boter uitbraden.

Het ervan nemen.

Ergens de Franse zweep over leggen.

Iets slordig en snel afhandelen.

Ergens de kachel aan geven.

Iets niet meer willen.

Ergens de kanker aan hebben.

Ergens een grote hekel aan hebben.

Ergens de kantjes van aflopen.

Iets heel ongemotiveerd en half uitvoeren.

Ergens de puist aan hebben.

Ergens een hekel aan hebben.

Ergens de reuk van hebben.

Iets door hebben.

Ergens de scherpe kantjes van afhalen.

Iets minder hard maken.

Ergens de schouder onder zetten.

Zich ergens erg voor inzetten.

Ergens de smaak van te pakken hebben.

Iets heel erg leuk (of lekker) vinden.

Ergens de vruchten van plukken.

Van iets waarvoor je een tijdlang hebt gewerkt het voordeel krijgen.

Ergens deel aan hebben.

Ergens aan meedoen.

Ergens druk gebruik van maken.

Iets ten volle benutten.

Ergens een dam tegen opwerpen.

Proberen iets tegen te houden.

Ergens een draai aangeven.

Om de waarheid te verdoezelen ergens een logische verklaring voor proberen te geven.

Ergens een flink plak hebben.

Ergens op rekening kunnen kopen.

Ergens een kruis over maken.

Ergens zand over gooien.

Ergens een lange saus bij maken.

Iets langdradig vertellen.

Ergens een plooi aan geven.

Iets goedpraten.

Ergens een punt aan zuigen.

Proberen zich ergens uit te redden.

Ergens een punt achter zetten.

Ergens niet meer over doorgaan.

Ergens een schepje bovenop doen.

Het een beetje overdrijven.

Ergens een slaatje uit slaan.

Ergens een voordeel uit weten te behalen.

Ergens een slag naar slaan.

Ergens naar raden.

Ergens een sluier over gooien.

Ergens geheimzinnig over doen.

Ergens een steentje aan bijdragen.

Ergens aan meehelpen.

Ergens een stokje voor steken.

Iets verhinderen.

Ergens een streep onder zetten.

Iets afsluiten.

Ergens een vuurtje stoken.

Ergens ruzie gaan maken.

Ergens een zwaar [hard] hoofd in hebben.

Ernstig twijfelen over de goede afloop.

Ergens ei of kuiken van willen hebben.

Willen weten wat er precies speelt.

Ergens geen vinger naar uitsteken.

Er helemaal niets voor doen.

Ergens heilig mee doen.

Doen alsof iets heel belangrijk is.

Ergens idee in hebben.

Ergens zin in hebben.

Ergens iets bij inschieten.

Ergens iets op verliezen.

Ergens in de verste verte niet aan denken.

Iets beslist niet willen.

Ergens in te kort schieten.

Ergens mee falen.

Ergens kijk op hebben.

Ergens verstand van hebben.

Ergens kippenvel van krijgen.

Van schrik of van de koude trekt de huid samen waardoor bultjes ontstaan.

Ergens kopij uit slaan.

Ergens voordeel uit halen.

Ergens kort spel mee maken.

Zorgen dat iets stopt.

Ergens lak [schijt] aan hebben.

Iets totaal negeren.

Ergens maling aan hebben.

Hij negeert dat.

Ergens mee omhoog zitten.

Met een probleem geen raad weten.

Ergens mee verguld zijn.

Ergens bijzonder blij mee zijn.

Ergens mee verlegen zijn.

Met een klein probleempje zitten.

Ergens met de roffel overheen gaan.

Zich er gemakkelijk van af maken.

Ergens met man en macht aan werken.

Met alle mogelijke middelen eraan werken.

Ergens met volle teugen van genieten.

Ergens heel erg van genieten.

Ergens munt uit slaan.

Ergens voordeel uit slaan.

Ergens naar hengelen.

Iemand uitlokken iets te vertellen dat je nog niet weet.

Ergens naar hunkeren.

Ergens sterk naar verlangen.

Ergens naar snakken.

Ergens erg naar verlangen.

Ergens niet buiten kunnen.

Niet zonder iets kunnen leven.

Ergens niet naar talen.

Ergens niet naar vragen.

Ergens op hameren.

Ergens nadrukkelijk op wijzen.

ergens op te bieden.

Galgberouw is een arm beschut.

Ergens op vlassen.

Ergens op loeren om te verkrijgen.

Ergens over kwijlen.

Ergens over blijven zeuren.

Ergens over struikelen.

Zich ergens aan ergeren.

Ergens over vallen.

Ergens een probleem van maken.

Ergens penen opscheppen.

Ergens ophef over maken.

Ergens raar langs komen.

Zich moeten behelpen.

Ergens rekening mee houden.

Voorzien dat iets kan gebeuren.

Ergens rond voor uitkomen.

Iets ongegeneerd vertellen.

Ergens slag van hebben.

Ergens ervaring mee hebben.

Ergens stad en land voor aflopen.

Ergens veel moeite voor moeten doen( om iets te kunnen kopen.

Ergens te veel want overhoop halen.

Ergens te veel heisa over maken.

Ergens tuk op zijn.

Ergens dol op zijn.

Ergens vaart achter zetten.

Snel aktie ondernemen.

Ergens van schubben.

Ergens een hekel aan hebben.

Ergens voor moeten opdraaien.

Ergens voor gestraft worden.

Ergens voor warmlopen.

In iets geïnteresseerd zijn.

Ergens zijn haak inslaan.

Zich ongevraagd mengen in een gesprek.

Ergens zijn hoofd over klauwen.

Ergens verdriet om hebben.

Ergens zijn huid aan wagen.

Zij leven wagen.

Ergens zijn kaas bij inschieten.

Ergens aan doodgaan.

Ergens zijn krukken tussen steken.

Ergens te hulp snellen.

Ergens zijn slinger in hebben Iets met plezier doen.

Ergens zijn tanden inzetten.

Ergens zijn tanden inzetten.

Zich ergens helemaal op concentreren.

Eten als een delver.

Vreten.

Eten als een wolf.

Veel eten.

Eten van de verboden vrucht.

Iets doen dat verboden is.

Eureka! Ik heb het gevonden! Eva’s dochters.

Nieuwsgierige vrouwen.

Eva’s dochters.

Nieuwsgierige vrouwen.

Even stoom afblazen Even tot rust komen.

Ezel geboren moet ezel sterven.

Ezel geboren moet ezel sterven.

Zonder aanleg bereik je niet veel.

Ga tot de mieren gij luiaard! Ga aan het werk.

Ga zo voort mijn zoon en je zult spinazie eten.

Galgberouw is een arm beschut.

Als je berouw toont als het kwaad al is geschiedt kun je het leed niet meer

Galgehumor.

Humor die men maakt om iets vervelends draagbaar te maken.

Gapen als een sprutter

Heel erg moe zijn, veel moeten gapen
Groningse uitdrukking

Gapen en bij niet dreigen en smijt niet.

Je moet je niet laten afschrikken door dreigementen.

Garnaal is ook vis als er anders niet is.

Je moet tevreden zijn met wat je kunt krijgen.

Gasten en vis blijven maar drie dagen fris.

Je moet als gast niet te lang blijven.

Gasten zijn lasten.

Als bezoek te lang blijft wordt dit op den duur vervelend.

Gauw en goed is de kunst vanhet koken.

Het is niet moeilijk om iets snel af te raffelen maar het gaat erom dat je iets ook goed doet.

Gauw is dood en langzaam leeft nog.

Je moet iets niet te gehaast willen doen.

Ge moet uw ogen of uw beurs open doen.

Je moet erg goed opletten als je iets koopt.

Gedane zaken nemen geen keer.

Iets wat is gebeurd laat zich niet ongedaan maken.

Gedeeld geheim verloren geheim.

Iets wat geheim is moet je niet aan iemand in vertrouwen zeggen want voor je het weet wordt

Gedeelde smart is halve smart.

Verdriet voelt minder als je niet de enige bent die lijdt.

Geduld is een pleister voor alle zere plekken.

Als je maar genoeg geduld hebt komt uiteindelijk alles goed.

Geduld is een schone zaak.

Het is goed om geduldig te zijn.

Geduld is lijdens troost.

Als je maar genoeg geduld hebt komt uiteindelijk alles goed.

Geduld overwint alles.

Als je maar genoeg geduld hebt komt uiteindelijk alles goed.

Geef een ezel haver hij loopt naar de distels.

Iedereen heeft zijn eigen smaak.

Geef een ezel klaver hij loopt naar de biezen.

Iedereen heeft zijn eigen smaak.

Geef een ieder waar hij recht op heeft.

Geeft den stoffer een brood de klager heeft geen

Geef het heilige niet aan de honden.

Je moet geen mooie dingen geven aan iemand die de schoonheid ervan niet ziet.

Geeft ge met grepen ge trekt met schepen.

Als je geeft aan de armen kom je in een goed blaadje te staan bij God.

Geen baren gaan hem te hoog.

Hij ziet nergens tegenop.

Geen beter gemak dan eigen dak.

Je voelt je thuis toch het meest op je gemak.

Geen blijf met iets weten.

Niet weten hoe iets aan te pakken.

Geen duimbreed wijken.

Absoluut niet van zijn standpunt wijken.

Geen erger doven dan die niet horen willen.

Tegen beter weten in iets niet willen zien of horen.

Geen erger venijn dan kwade tongen.

Er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.

Geen ezel en kan zijn eigen oren afbijten.

Het onmogelijke hoef je niet te doen.

Geen geld niet geteld.

Als je geen geld hebt heb je ook vaak geen vrienden.

Geen geluk zonder druk.

Je krijgt geen geluk als je helemaal nergens moeite voor doet.

Geen genuchten zonder zuchten.

Je krijgt geen geluk als je helemaal nergens moeite voor doet.

Geen golf gaat hem te hoog.

Hij kan alles aan.

Geen goud zonder schuim.

Zelfs aan het beste wil wel iets mankeren.

Geen groter venijn dan vriend tonen en vijand zijn.

Er is niets ergers dan om bedrogen te worden door je eigen vriend(en).

Geen handbreed wijken.

Niet toegeven.

Geen haring zo mager of men braadt er vet uit.

Zelfs uit het vervelendste werk valt wel wat voordeel te behalen.

Geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben.

Iedereen wil graag waardering voor zijn werk hoe onbelangrijk dit ook mag zijn.

Geen honing zonder werk.

Zonder moeite te doen krijg je ook geen beloning.

Geen jaarmarkt zonder ezel.

Bij een grote groep mensen is er altijd wel iemand waar wat mee mis is.

Geen krieken zonder stenen.

Niemand is er perfect.

Geen levende ziel ontkwam.

Niemand ontsnapte.

Geen markten zonder ezels.

Overal zijn domme mensen.

Geen mens is zijn eigen maker.

Je moet mensen niet plagen om hun uiterlijk.

Geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek.

Ieder mens heeft wel zijn goede eigenschappen.

Geen nieuws goed nieuws.

Zolang je geen berichten hoort is er meestal ook niets ergs aan de hand.

Geen potje zo scheef of er past wel een deksel op.

Hoe lelijk een meisje ook is er is altijd wel een man voor haar te vinden.

Geen profeet is in zijn eigen land geëerd.

In eigen kring heeft een verdienstig persoon vaak minder aanzien dan bij vreemden.

Geen rijker kroon dan eigen schoon.

Het is het beste als je jezelf kunt redden.

Geen rok aan het gat hebben.

Erg weinig hebben.

Geen rook zonder vuur.

Als er geruchten zijn dan is er bijna altijd wel iets van waar.

Geen schoner gewaad als een zedig gelaat.

Je kan aan iemand’s gezicht zien of hij een goede aard heeft.

Geen talent mag braak liggen.

Je moet je gaven en mogelijkheden benutten.

Geen vin kunnen veroeren.

Zich niet kunnen bewegen.

Geen water is hem te diep.

Hij is nergens bang voor.

Geen werk zonder honing.

Elk werk levert je wel een beloning op.

Geen woorden maar daden.

Je moet niet praten maar doen.

Geen zorgen vóór de tijd.

Je moet je geen zorgen maken over problemen die heel misschien in de toekomst zouden

Gekken grijzen niet.

Grijs haar is een teken van wijsheid.

Geladen zijn.

Erg boos zijn.

Geld baart onrust.

Door geld is er veel ruzie en onenigheid in de wereld.

Geld geeft geen steert.

Geld is ervoor om uitgegeven te worden.

Geld geweld en gunst breken recht zegel en kunst.

Met genoeg geld en vrienden kun je alles naar je hand zetten.

Geld in het water gooien.

Geld verkwisten.

Geld is de ziel van de negotie.

Zonder geld kun je niet handelen.

Geld is een sleutel die op alle sloten past.

Met geld krijg je alles voor elkaar.

Geld moet rollen.

Geld is ervoor om uitgegeven te worden.

Geld moet rollen.

Het is goed voor de economie om geld uit te geven.

Geld regeert de wereld.

Als je maar over genoeg geld beschikt kun je alles naar je hand zetten.

Geld stinkt niet.

Het maakt niet uit hoe het geld verkregen wordt als je het maar hebt.

Geld verzoet de arbeid.

Als er maar voldoende geld tegenover staat worden zelfs de meest vervelende

Geld zoekt geld.

Rijke mensen zoeken vaak ook een partner uit de betere kringen.

Geldeloos vriendeloos.

Als je geen geld hebt heb je vaak ook geen vrienden.

Gelegenheid maakt genegenheid.

Als verliefden de gelegenheid krijgen om te vrijen volgt de liefde vanzelf.

Geliefdes kijven doet liefde bedrijven.

Als twee geliefden twist hebben gehad wordt dit naderhand dubbel en dwars goedgemaakt.

Gelijk met gelijk vergelden.

Wraak nemen op dezelfde manier.

Gelijk oversteken.

Als twee mensen elkaar niet vertrouwen bij een ruil dan steken ze gelijk over; oftewel de ruil

Gelijk zoekt zijn gelijk.

Mensen voelen zich aangetrokken tot andere mensen die veel onderlinge overeenkomsten

Gelijke monniken gelijke kappen.

Iedereen heeft recht op een gelijke behandeling.

Gelijke schotels maken geen schele ogen.

Je krijgt geen ontevreden gezichten als je alles eerlijk verdeelt.

Geluk en glas breekt even ras.

Het geluk kan altijd veranderen.

Gelukkig in het spel ongelukkig in de liefde.

Als je veel geluk hebt heb je vaak in de liefde geen geluk.

Gelukkige zotten hebben geen wijsheid van doen.

Sommige dwaze mensen bereiken met wat geluk nog heel wat in de wereld.

Gemene last wordt lichtst gedragen.

Verdriet voelt minder als je niet de enige bent die lijdt.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Genoeg is meer dan veel.

Als je vindt dat je genoeg hebt ben je gelukkig.

Genoeg ligt op het kerkhof.

Mensen hebben nooit genoeg tijdens hun leven.

Gereed geld dingt scherp.

Als je kontant betaalt kun je de hoogste korting krijgen.

Gescheiden zijn van tafel en bed.

Nog wel getrouwd zijn maar niet samenwonend en in afwachting van de officiële scheiding.

Geslachtsgemeenschap met haar hebben.

Met hangen en wurgen.

Gestolen drank is zoet.

Vaak heeft men liever iets waar men op een oneerlijke manier aankomt dan iets wat men

Gestolen goed gedijt niet.

Oneerlijk verkregen goederen zullen op den duur tot problemen lijden.

Gestolen wateren zijn zoet.

Vaak heeft men liever iets waar men op een oneerlijke manier aankomt dan iets wat men

Gestuurd vlees smaakt niet.

Je moet een man en vrouw niet proberen aan elkaar te koppelen.

Gevaarlijke lui moet je te vriend zien te houden.

Eén kwade dag maakt de winter niet.

Gevaart is dood en Lenaart is een been af.

Zij lenen niets uit en geven ook niets weg.

Gevaert is dood maar Hebbaert leeft.

De meeste mensen zijn hebberig.

Geven armt niet.

Je wordt heus niet arm als je wat weggeeft.

Gezondheid is de grootste schat.

Een goede gezondheid is het belangrijkste in het leven.

Gierigheid is de wortel van alle kwaad.

Veel slechte dingen worden door hebzucht en gierigheid veroorzaakt.

Gierigheid [Zuinigheid] bedriegt de wijsheid.

Als je al te zuinig bent kom je vaak voor hoge kosten te staan.

Gif en gal spuwen.

Alle kwaadheid naar voren brengen.

Giften en gaven maken nichten en magen.

Door veel te geven wordt je snel geliefd.

Gissen doet missen.

Als je iets niet zeker weet moet je het niet als waarheid vertellen.

God borgt wel maar en scheldt niet kwijt.

Als je op aarde niet gestraft wordt voor je slechte daden dan straft God je wel als je naar

God geeft het dubbel weer als men goed doet.

Als je goed doet op aarde wordt je er in later in de hemel voor beloont.

God is geen spreker doch op Zijn tijd een wreker.

Als je op aarde niet gestraft wordt voor je slechte daden dan straft God je wel als je naar het hiernamaals gaat.

God laat ons zinken maar niet verdrinken.

Je kunt op God vertrouwen als je zelf ook je best doet.

God niet van je houdt.

De hekken zijn verhangen.

God spijst de vogels maar ze moeten er om vliegen.

Om in je levensonderhoud te voorzien zul je er wel voor moeten werken.

God wreekt daar hij niet spreekt.

Als je op aarde niet gestraft wordt voor je slechte daden dan straft God je wel als je naar

God zijn we allemaal even belangrijk.

Wat is er aan de hand? Wat gebeurt er?

God zijn we allemaal even belangrijk.

We zullen de kinderen eens opdirken.

Goed geladen is half gereden.

Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat het werk beter verloopt.

Goed gereedschap hangt onder een afdak.

Ik ben wel te dik maar mijn ‘gereedschap’ (de penis) werkt nog goed.

Goed gewonnen is ruste verloren.

Als je veel geld verkijgt brengt dit ook weer veel zorgen met zich mee.

Goed gezelschap maakt korte mijlen.

Als je in prettig gezelschap verkeerd lijkt een lange reis korter te duren.

Goed rond goed Zeeuws.

Je kunt van een Zeeuw op aan.

Goed voordoen doet verkopen.

Als je iets goed presenteert verkoop je het sneller.

Goede alm maakt goed werk.

Met goed gereedschap kun je een klus beter klaren.

Goede moed is half teergeld.

Als je een karwei kordaat aanpakt is het sneller gereed.

Goede raad is duur.

Het is moeilijk om iemand die in problemen verkeert van nuttig advies te voorzien.

Goede waar prijst zich zelf.

Iets dat goed is wordt vanzelf wel gewild.

Goede waar wenkt de kopers.

Iets dat goed is wordt vanzelf wel gewild.

Goedkoop is duurkoop.

Goedkope produkten zijn vaak van mindere kwaliteit en daardoor eigenlijk helemaal niet

Goedrijk bloedrijk.

Als je veel geld hebt heb je meestal ook veel vrienden.

Goesting is koop.

Over smaak valt niet te twisten.

Gooi geen spek in een hondenest.

Verspil je energie niet aan dingen waaraan je niets hebt.

Grijs haar wijs haar.

Iemand met grijs haar heeft vaak ook veel wijsheid.

Grijze haren groeien op geen zotte bollen.

Gekken krijgen meestal geen grijs haar.

Grillen zei de snijder en hij beet in de tafel.

Hij doet raar.

Groot in de wapens klein in de beurs.

Zich voornaam en rijk voordoen maar weinig bezitten.

Grote heren hebben lange handen.

Belangrijke mensen hebben vaak ook veel macht.

Grote lantaarn klein licht.

Hij is niet zo slim.

Grote pracht weinig macht.

Menigeen die zich voornaam voordoet is vaak helemaal niet rijk.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Grote pronker kale jonker.

Mensen die zich groot en voornaam voordoen zijn vaak minder rijk en belangrijk dan je denkt.

Grote ruiten zonder duiten.

Iemand die in een groot en mooi huis woont heeft vaak zoveel hypotheek dat hij amper kan

Grote vissen scheuren het net.

Belangrijke mensen die de boel hebben bedonderd ontlopen vaak hun straf.

Gunst baart nijd.

Als iemand succes heeft wordt hem dat vaak niet gegund.

Guus Geluk.

Iemand die altijd geluk heeft.

Haal er de spons maar over.

Denk er maar niet meer aan; vergeet het.

haalt te veel laken door het oog.

Die man handelt niet helemaal eerlijk met de

Haar een beurt [een veeg] geven.

Met haar geslachtsgemeenschap hebben.

Haar pot is aangebrand.

Zij is zwanger.

Haar tong gaat als een lammerstaartje.

Zij praat maar door.

Haarlem ook.

Je zult je netter moeten kleden anders kom je

Haas-op spelen.

Vluchten.

Haast u langzaam.

Je kunt beter iets langzaam goed doen dan haastig iets slecht afraffelen.

Haastig getrouwd lang berouwd.

Als je met iemand trouwt dan zit je er voor altijd aan vast.

Hakken.

Ritmisch op een stijve manier op house muziek dansen.

Halfjes en motregen dringen door.

Als je vaak een klein slokje drinkt word je op den duur ook dronken.

Hals over kop.

Zo snel mogelijk.

Hand- en spandiensten verrichten.

Ondersteunende werkzaamheden verrichten.

Handelt gij pek ge krijgt een vlek.

Als je met slechte mensen omgaat neem je al snel hun slechte gewoontes over.

handelt het heel snel af.

Hij gaat er op af als Paulus op de Korinthirs.

Handen in de schoot dat geeft geen brood.

Je zult moeten werken voor de kost.

Handen stil tanden stil.

Je zult moeten werken voor de kost.

Handje contantje.

Cash.

Handjeplak spelen met iemand.

Iemand helpen omdat men denkt er zelf ook beter van te worden.

Handwerk heeft een gouden bodem.

Als je een goed vakman bent kun je altijd wel aan werk komen.

Hangen heeft geen haast.

Doe maar rustig aan.

Hans Worst.

Een clown.

Hansje in de kelder.

De nog ongeboren baby-jongen.

Hard van stapel lopen.

Met iets beginnen zonder goede voorbereiding en overleg.

hard vriezen en zal de dooi gaan inzetten.

Sint-Niklaas is wel goed maar niet gek.

Harde stenen slijpen ijzer harde stoten maken wijzer.

Hardlopers en zachtlopers komen in dezelfde

Hardlopers zijn doodlopers.

Je kunt iets beter niet te snel doen.

Haring in het land dokter aan de kant.

Haring is gezond.

heb je ruzie.

De tong raakt los.

Hebben de zotten geld de kramers hebben neringe.

Je moet als handelaar gebruik maken van de dwaasheid van de mensen.

Hebben is hebben en krijgen is de kunst.

Sommige zaken zijn zeer moeilijk te krijgen.

Heet in de mond vast in de kont.

Iemand die veel sexuele opmerkingen maakt hoeft dit nog niet in de praktijk uit te voeren.

Heintje Pik De Duivel.

Help uzelf zo helpt u God.

Help uzelf zo helpt u God.

God wil dat u werkt.

Hem uit de droom helpen.

Hem laten zien dat het niet zo goed gaat als hij denkt.

Hemel en aarde bewegen.

Smeken.

Heren bevel is knechten order.

Als ondergeschikte moet je doen wat je baas je opdraagt.

Herenzonden boerenleed.

Wat de belangrijke mensen fout doen daar draait de gewone man voor op.

Herodes en Pilatus zijn verzoend.

Twee voormalige vijanden werken nu samen voor een belangrijke zaak.

Het beestje moet een naam hebben.

Je moet overal een naam aan kunnen geven om duidelijk te maken waarover het gaat.

Het begint te krieken.

De morgen is begonnen.

Het beste geloof is gereed geld.

Als je meteen je rekeningen betaalt heeft men het grootste vertrouwen in je.

Het beste paard van stal.

De expert; de beste vakman.

Het bezit van de zaak is het einde van het vermaak.

Zodra je iets dat je graag wilde hebben hebt gekregen raak je er vaak al snel op uitgekeken.

Het bier is niet voor de ganzen gebrouwen.

Neem nog een biertje.

Het bit op de tanden nemen.

Op hol slaan.

Het blaadje is gekeerd.

Na jaren van voorspoed is nu een slechte periode aangebroken.

Het blijft hem in de keel spreken.

Hij heeft van ontroering moeite om te praten.

Het blijft in de slof.

Het wordt niet gedaan.

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Je bloedverwantschap en aard openbaren zich steeds weer.

Het bloed stolt hem in de aderen.

Hij is verschrikkelijk geschrokken.

Het bolletje wassen.

Toasten op de geboorte van een baby.

Het Boze Oog.

Het boze oog brengt onheil.

Het brandt [gaat] als een lier.

Het brandt heel erg goed.

Het brood der dienstbaarheid eten.

Afhankelijk zijn van uw meester.

Het doel heiligt de middelen.

Het maakt niet uit wat voor middelen je gebruikt om het doel te bereiken zolang het doel

Het dunkt elke uil dat zijn jong een valke is.

Iedereen vindt zijn eigen werk / kind het best.

Het een ongeluk roept het ander.

Als je met één ding pech hebt dan blijkt heel vaak dat er meer tegenvallers komen.

Het een stuivertje op het ander bouwt het huis.

Door gestaag te sparen krijg je ongemerkt steeds meer.

Het ei is vuil bij haar.

Zij is zwanger.

Het ei wil beter wezen dan de hen.

Het kind denkt het beter te weten dan zijn moeder.

Het ei wil wijzer zijn dan de kip.

Het kind denkt het beter te weten dan zijn ouders.

Het ei wil wijzer zijn dan de kip.

Kinderen willen het beter weten dan hun ouders.

Het eind zal de lasten dragen.

De vervelende gevolgen zullen pas later blijken.

Het einde kroont het werk.

Als een klus eenmaal is afgerond heb je daarover veel voldoening.

Het eindje draagt de last.

De problemen komen altijd pas als je bijna klaar bent.

Het ene mes houdt het andere in de schede.

Angst voor de tegenstander weerhoud mensen van de aanval.

Het ene ongeluk kan niet op het andere wachten.

Als je met één ding pech hebt dan blijkt heel vaak dat er meer tegenvallers komen.

Het ene woord brengt het andere voort.

Als iemand iets onaardigs zegt tegen een ander geeft die ander ook weer een onaardige

Het ene zwaard houdt het andere in de schede.

Als beide partijen goed bewapend zijn schrikt dat zo af dat geen van de partijen durft aan te vallen.

Het erf voor de pacht laten liggen.

Weggaan zonder te betalen.

Het fatsoen hangt bij de goudsmid.

Om fatsoenlijk te zijn hoef je niet veel geld uit te geven.

Het fortuin heeft hem de rug toegekeerd.

Hij heeft alleen maar tegenslag.

Het fortuin lacht hem toe.

Het zit hem erg mee.

Het gaat als een dertien.

Het verloopt erg soepeltjes.

Het gaat als een lopend vuurtje door het dorp.

Dat is een bericht dat heel erg snel wordt doorverteld en dus snel bij iedereen bekend is.

Het gaat bergaf met hem.

Het gaat steeds slechter met hem.

Het gaat daar zoals op de garenmarkt.

Er wordt daar een hoop onzin verteld.

Het gaat er bovenarms toe.

Daar wordt een behoorlijke ruzie gemaakt.

Het gaat hem als de vlieg om de kaars.

Hij stelt zich zo vaak aan gevaar bloot dat hij er toch eens het slachtoffer van zal worden.

Het gaat hem als de vlieg om de kaars.

Hij zoekt het gevaar op maar het gaat nog eens verkeerd.

Het gaat hem naar den vleze.

Het gaat hem naar wens.

het gaat hen nog niet zo slecht.

In gezegende omstandigheden.

Het gaat met kunst- en vliegwerk.

Het gaat zeer moeilijk.

Het gaat om de gunst en niet om de kunst.

Niet de beste maar degene die het meest in de gunst staat krijgt een baan.

Het gaat van een leien dakje.

Het gaat erg gemakkelijk en voorspoedig.

Het gaat z’n gangetje.

Het loopt zoals het moet verlopen.

Het galgenmaal.

Het laatste maal.

Het gebit op de tanden nemen.

Hard weglopen.

Het geen men heden ort is morgen goed voeder.

Wat nu niet goed genoeg is is straks als je het arm hebt wel goed genoeg.

Het gelaat is de spiegel der ziel.

Aan iemands uiterlijk kun je ook zijn karakter aflezen.

Het gelag moeten betalen.

De kosten/straf moeten betalen die anderen veroorzaakt hebben.

Het geld blijft in de wereld en wij moeten er uit.

Je moet af en toe ook eens van je geld genieten.

Het geld danst in zijn zak.

Hij heeft moeite om zijn geld niet meteen aan iets uit te geven.

Het geld doet alle deuren open.

Als je maar over genoeg geld beschikt kun je alles naar je hand zetten.

Het geld glijdt hem door de vingers.

Hij heeft zijn uitgaven niet in bedwang.

Het geld groeit me niet op mijn rug.

Ik kan niet gemakkelijk geld uitgeven want ik moet er hard voor werken en heb niet zoveel.

Het geld is de zenuw van de oorlog.

Zonder voldoende geld kun je geen oorlog winnen.

Het geld is rond.

Geld is ervoor om uitgegeven te worden.

Het geld over de balk gooien.

Roekeloos geld uitgeven.

Het geld over de balk smijten [gooien].

Geld verkwisten.

Het geluk heeft hem de rug toegekeerd.

Hij heeft geen geluk meer.

Het geluk is wisselvallig en vaak van korte duur.

Heden geeerd morgen verneerd.

Het geluk kan altijd veranderen.

Goed begonnen half gewonnen.

Het geluk komt in de slaap.

Het geluk kan altijd onverwachts plaatsvinden.

Het geluk vliegt; die het vangt die heeft het.

Als je geluk hebt krijg je alles.

Het gemeste kalf slachten.

Een gast een zeer goed gevulde dis aanbieden.

Het getij laten verlopen.

Een goede kans onbenut laten.

Het getij wacht naar niemand.

Als je een kans krijgt moet je deze benutten want als je die kans niet pakt zal hij meestal

Het gevaar onder ogen zien.

Niet bang zijn voor het gevaar en het bestrijden.

Het gezin is de hoeksteen van de samenleving.

Het gezin is de basis van de samenleving.

Het gezin is de hoeksteen van de samenleving.

Het gezin vormt de basis waarop de Nederlandse samenleving is gebouwd.

Het ging daar heet van het rooster.

Er was daar een behoorlijke onenigheid.

Het ging het ene oor in en het andere weer uit.

Hij hoorde het wel maar was het ook meteen weer vergeten.

Het ging piano aan.

Het ging heel rustig.

Het gouden kalf aanbidden.

Zeer veel hechten aan rijkdom.

Het gras is altijd groener bij de buren.

Men denkt altijd dat een ander het beter heeft.

Het grondschop is voor de goddelozen.

Je krijgt het laatste restje uit de drankfles.

Het Haagse pluche.

De tweede kamerleden.

Het haar van de hond erop.

Je moet een kwaal met hetzelfde bestrijden als de oorzaak.

Het hangt aan elkaar als los [droog] zand.

Er zit geen enkele samenhang in.

Het hangt aan zijn lijf als aan een kapstok.

Hij loopt er slonzig bij.

Het hangt mij de keel uit.

Ik heb er hoegenaamd geen zin meer in.

Het harnas aangespen.

Zich voorbereiden op een pittige discussie.

Het harnas voor iemand aantrekken.

Iemand verdedigen.

Het hart klopt in mijn keel.

Met angst.

Het hart zinkt hem in de schoenen.

Hij durft het niet meer.

Het heeft slot nog zin.

Het is onduidelijk en inhoudsloos.

Het heert wel maar het knecht kwalijk.

Dat is alleen maar geschikt voor iemand uit de betere kringen.

Het Heilige der Heiligen.

De mooiste kamer van het huis.

Het Heilige graf.

Het graf van Jezus.

Het hek is van de dam.

Er is geen enkele belemmering meer om te doen wat men wil.

Het hek is van de dam.

Het toezicht ontbreekt.

Het hele kadaster is in de war.

Alles gaat fout.

Het hemd is nader dan de rok.

Men denkt het eerst aan zichzelf of zijn bloedverwanten.

het hen slecht.

De room is er af.

Het hinkend paard komt achteraan.

De problemen komen altijd pas als je bijna klaar bent.

Het hinkende paard komt achteraan.

Straks volgt de rekening.

Het hinkende paard komt achteraan.

Wees niet te snel tevreden er kan altijd nog slecht nieuws komen.

Het hoge woord is er uit.

Het belangrijkste wat hij te vertellen had heeft hij uiteindelijk toch gezegd.

Het hoofd loopt mij om.

Ik heb het zo druk dat ik het niet allemaal meer kan bijbenen.

Het hoogste woord voeren.

Het meest op de voorgrond dringen met het praten.

Het hooi is op en de koe is dood.

Alles is weg.

Het hooi moet het paard niet volgen.

Een (jonge) vrouw moet niet achter haar vriend aanlopen.

Het huilmes trekken.

Meteen huilen als je de waarheid te horen krijgt.

Het huis heeft zilveren pannen.

Ze hebben een hele hoge hypotheek.

Het huis is licht en dicht.

Het huis is slecht gebouwd.

het huwelijk is geboren.

Het is een zieltje zonder zorg.

Het ijs breken.

De (onprettige) stilte in een gezelschap breken door een vriendelijk gesprek aan te spannen.

Het ijzeren gordijn.

De streng bewaakte grens tussen de Warschau Pact landen en de Navo-landen.

Het is als met de koeien van de Farao.

Er is niets aan te doen.

Het is belangrijk om dingen goed te overleggen.

Wat het eerst in de zak komt komt er het laatst weer

Het is best met winst uit het spel te scheiden.

Je kunt het stoppen als het nog goed gaat want later kan het altijd tegen gaan vallen.

Het is beter de bakkers te paard als de dokters.

Je kunt beter voldoende en gezond eten dan straks naar de dokter te moeten.

Het is beter de schoenen versleten als het bed.

Je kunt beter gezond zijn en moeten werken dan ziek te bed liggen.

Het is beter stil gezwegen als kwalijk gesproken.

Je kunt beter zwijgen dan verkeerde dingen zeggen.

Het is beter te mogen geven als te mogen hebben.

Als je dingen weggeeft geeft dat een goed gevoel terwijl als je iets ontvangt je je daarvoor

Het is bij de konijnen af.

Het is heel erg.

Het is bij hem edelman of bedelman.

De ene keer doet hij of hij welgesteld is de andere keer doet hij zich arm voor.

Het is boter aan de galg.

Vergeefse moeite voor een verloren zaak.

Het is boter tot de boom.

Er is een overvloed van.

Het is botertje tot de boom.

Alles is naar wens.

Het is brandhout voor de hel.

Hij deugt niet en zal zijn leven ook niet beteren.

Het is broertje en zusje.

Het is bijna hetzelfde Het is daar altijd elf ogen.

Het is daar altijd elf ogen.

Er is daar altijd onenigheid.

Het is daar armoe troef.

Er heerst daar armoe.

Het is daar de ark van Noach.

Het is een groot en gemengd gezelschap.

Het is daar dood stroom.

Het is daar erg saai; er is daar geen handel Het is daar een Augiasstal.

Het is daar een Babel van verwarring.

Het is daar een janboel.

Het is daar een dooie boel.

Het is daar erg saai.

Het is daar een echt Nazareth.

Het is daar een slechte onbelangrijke woonplaats.

Het is daar een open hof.

Ze zijn daar gastvrij.

Het is daar een slordig en vies huishouden.

Ze werken als gekken.

Het is daar een Spaans bordeel.

Het is daar een rommeltje.

Het is daar galgen of burgemeesteren.

Je kunt daar alleen maar slagen of mislukken; een tussenweg is daar niet.

Het is daar hommeles.

Er is daar ruzie.

Het is daar honderd.

Er is daar ruzie.

Het is daar iedere dag gezoden en gebraden.

Het is daar iedere dag feest.

Het is daar Jantje Contantje.

Je moet daar meteen afrekenen.

Het is daar kermis.

Daar wordt ruzie gemaakt.

Het is daar krabben op de naad.

Het is daar armoe troef.

Het is daar maar krot.

Er heerst daar veel armoe.

Het is daar niet pluis.

Daar klopt iets niet.

Het is daar niet zuiver.

Er is daar iets niet in orde.

Het is daar ook niet het land van belofte.

Er heerst daar ook geen overvloed.

Het is daar rosse maan.

Er is daar ruzie.

Het is daar rozengeur en maneschijn.

Het is daar heel fijn.

Het is daar zeilen of verzuipen.

Het zal er om spannen of de zaak nog gered kan worden.

Het is David en Jonathan.

Het zijn twee boezemvrienden.

Het is de stem van de roepende in de woestijn.

Niemand luistert naar wat hij te zeggen heeft.

Het is dief en diefjesmaat.

Zij zijn beiden even slecht.

Het is een arme Duivel.

Het is iemand waarmee je meelij moet hebben.

Het is een Babylonische spraakverwarring.

Er is verschil van mening en iedereen praat door elkaar heen.

Het is een bezoeking.

Het is een niet te voorkomen ramp.

Het is een blikken pannetje zo koud en zo weer heet.

Het is iemand die snel kwaad wordt maar meestal niet lang kwaad blijft.

Het is een bodemloos vat.

Al het geld dat daarin steeds maar weer wordt geïnvesteerd gaat verloren.

Het is een bouwdoos.

Het is een tot vrouw omgebouwde man.

Het is een druppel in de emmer.

Het is iets onbelangrijks.

Het is een dwarsligger.

Het is iemand die altijd tegenwerkt.

Het is een gek die zijn geest uitzegt.

Het is niet verstandig alles te zeggen wat je denkt.

Het is een goed jong dat naar zijn ouder tiert.

Het kind doet iets op dezelfde manier als zijn ouder.

Het is een goeien om biggen te vangen.

Het is iemand met O-benen.

Het is een hachje.

Het is een waaghals.

Het is een huishouden van Jan Steen.

Het is er een wanboel.

Het is een huishouden van Kea Het is er een wanboel.

Het is een kale rat.

Het is een kale rat.

Het is iemand die geen geld bezit.

Het is een kalf Mozes.

Het is een goedaardig mens.

Het is een kind van Ninive.

Het is een domkop.

Het is een kluwentje dat vanzelf afloopt.

In de toekomst zal blijken hoe het afloopt.

Het is een koekje van eigen deeg.

Het is iets dat je zelf hebt gedaan.

Het is een kranke bruid.

Het is een teer object.

Het is een lamp zonder olie.

Het is een sufferd.

Het is een Laodiceeër Het is een koelbloedig persoon.

Het is een lastig zeeschip.

Het is een lastig zeeschip.

Het is iemand die moeilijk is in de omgang.

Het is een leerling op sloffen.

Het is een leerling die niet goed kan leren.

Het is een lelijk mirakel.

Het is een lelijk persoon.

Het is een leuke pisang.

Het is een leuk persoon.

Het is een lust voor het oog.

Het is heel prettig om naar te kijken.

Het is een mager scharminkel.

Het is een lelijk mager persoon.

Het is een man als David.

Het is een prima kerel.

Het is één moeders goed.

Het komt op hetzelfde neer.

Het is een onbekookt plan.

Daar is niet goed over nagedacht.

Het is een oud paard uit de Openbaring.

Het is een erg oud paard.

Het is een pekelzonde.

Het is een klein vergrijp waar je niet te zeer over moet vallen.

Het is één pot nat.

Het is allemaal hetzelfde.

Het is een rare kwast.

Het is een vreemd figuur.

Het is een rare snijboon.

Het is een vreemd persoon.

Het is een rare stoethaspel.

Het is een aanstellerig vreemd persoon.

Het is een rare [vreemde] snoeshaan.

Het is een vreemd persoon.

Het is een schip van bijleg.

Dat levert niets op maar kost alleen maar geld.

Het is een schobbejak.

Het is een schurk.

Het is een schoeltje.

Het is een gemene kerel.

Het is een sigaar uit eigen doos.

Het lijkt een aantrekkelijk aanbod maar het komt erop neer dat je er toch zelf voor opdraait.

Het is een slag in de lucht.

Het is een aktie zonder effect.

Het is een slagboeg.

Het is een buitenkansje.

Het is een slecht dorp waar het nooit kerstmis is.

Je moet af en toe de tijd nemen om feest te vieren.

Het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is.

Een bruiloft is een goede gelegenheid voor de jongeren om met elkaar in kontakt te komen.

Het is een slechte hond die zijn brood pakken laat.

Je moet voor jezelf opkomen.

Het is een storm in een glas water.

Het is een hoop drukte om niets.

Het is een stuk ongeluk.

Het is iemand waar je alleen maar verdriet van krijgt.

Het is één toetmem.

Het is precies hetzelfde.

Het is een verschil als tussen kussen en geselen.

Het is een groot verschil.

Het is een vlag op een modderschuit.

Het is iets moois op iets lelijks.

Het is een volkje van deux aas.

Het zijn eenvoudige mensen Het is een wassen neus.

Het is een wassen neus.

Het is voor de vorm maar niet oprecht.

Het is een wijze man die maat ramen kan.

Als je alles met mate doet is dat goed.

Het is een wittebroodskind.

Het is een verwend kind.

Het is een wonderlijke heilige.

Het is een vreemd persoon.

Het is een zee om uit te drinken.

Dat is te veel werk.

Het is een zieltje zonder zorg.

Het is een zorgeloos persoon.

Het is een zondagskind.

Het is iemand die nooit tegenslagen heeft gehad.

Het is eer gespaard als vergaard.

Door beetje bij beetje te sparen kun je toch nog wat bereiken.

Het is er als dood katoen.

Het is er doods.

Het is er de dood in de pot.

Er is niemand.

Het is er een geweldige keet.

Het is er een grote troep.

Het is er een heidens leven.

Het is daar een vreselijke herrie.

Het is er een huisje van hou-aan.

Iedereen is daar welkom en wordt goed onthaald.

Het is er een pan.

Het is er een zooitje.

Het is er een van de bedplank.

De baby is precies na negen maanden huwelijk geboren.

Het is er zo veilig als vlees in een hondekot.

Het is er onveilig.

Het is erop of eronder.

Het is een laatste kans om het te proberen: of het lukt of het mislukt.

Het is familie van de zelfkant.

Het is verre familie.

Het is gedaan met Kaatje.

Je kunt er niets meer aan veranderen.

Het is geen wet van Meden en Perzen.

Daar mag van worden afgeweken.

Het is geklets [gezwets] [gezwam] [gelul] in de ruimte.

Het is onzin.

Het is geschied onder het zegel van geheimhouding.

Het is gebeurd op voorwaarde dat er geen ruchtbaarheid aan wordt gegeven.

Het is God geklaagd.

Het is heel erg; het is schandalig.

het is goed om eenvoudig maar gezond te eten.

Zout en zuur Krenkt de natuur.

Het is goed riemen snijden van andermans leer.

Het is makkelijk om kwistig om te gaan met geld of goederen die voor een ander bedoeld zijn.

Het is goed spinnen van andermans garen.

Geld van een ander wordt altijd gemakkelijker uitgegeven dan eigen geld.

Het is haat en nijd tussen hen.

Zij hebben een hekel aan elkaar.

Het is heet van de [het] rooster.

Het is pas klaar en meteen gebruikt.

Het is hels donker.

Het is heel erg donker.

Het is hem in de bol geslagen.

Hij heeft grootheidswaanzin.

Het is hem in de schoot geworpen.

Hij heeft er niets voor hoeven te doen.

Het is het katje van de baan.

Hij is de grote vlegel van de straat.

Het is hier de verkeerde [omgekeerde] wereld.

Alles is hier anders dan het zou moeten wezen.

Het is hier een Egyptische duisternis.

Je kunt hier niets zien.

Het is hier een eldorado.

Het is hier paradijselijk.

Het is hier een paradijs.

Het is hier een heel fijn en prettig oord.

Het is hier net een Jodenkerk.

Ze spreken hier allemaal door elkaar.

Het is hier tjokvol.

Het is hier heel erg druk.

het is hier zo donker als de hel.

Het is heel erg donker.

Het is hoed.

Het is niet goed gegaan.

Het is hooien en weerom hooien.

Voor de verleende hulp wordt een wederdienst gevraagd.

Het is hooitijd voor hem.

Hij heeft het erg druk.

Het is in de komkommertijd.

Het is in de rustige tijd.

Het is in de muizevreugd.

Het is een ongeregeld huishouden.

Het is in de soep gelopen.

Het is misgegaan.

het is in de verf verbrand.

Het is onherstelbaar.

Het is in het huisje.

Ik heb voldoende gehad.

Het is in kannen en kruiken.

Het is helemaal geregeld.

Het is Job in het elfde.

Het is steeds weer hetzelfde verhaal.

Het is kapot gevallen.

Zo heer zo knecht.

Het is kermis in de hel.

De zon schijnt maar het regent ook.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Het is klaar als de dag.

Het is duidelijk.

Het is koek en ei tussen die twee.

Zij kunnen het prima met elkaar vinden.

Het is krabben en bijten.

Het gaat zeer moeizaam.

Het is kreupel of koning.

Het is alles of niets.

Het is krul aan met hem.

Het zijn twee hele goede vrienden.

Het is kwaad kammen daar geen haar is.

Als iemands niets heeft valt er ook niets te halen.

Het is kwaad knijpen zonder vingers.

Als je niet over de juiste middelen beschikt kun je ook niets doen.

Het is kwaad oude vossen te vangen.

Oude ervaren mensen laten zich niet zo snel beetnemen.

Het is kwaad stelen waar de waard een dief is.

Het is niet eenvoudig om iemand die zelf niet te vertrouwen is te misleiden.

Het is licht dansen op andermans vloer.

Het is gemakkelijk geld van ander uit te geven.

Het is lood om oud ijzer.

Het maakt geen verschil.

Het is maar mondjesmaat.

Het is maar een klein beetje.

Het is makkelijk dansen op andermans vloer.

Het is makkelijk om geld van een ander uit te geven.

Het is met een sisser afgelopen.

Het leek heel erg maar het bleek mee te vallen.

Het is met hem altijd hollen of stilstaan.

Hij valt van het ene uiterste in het andere.

Het is met zeggen niet te doen.

Het komt uiteindelijk aan op de uitvoering.

Het is moeilijk alle hoofden in één zak te krijgen.

Het is moeilijk om het iedereen naar de zin te maken.

Het is moeilijk de oude mens af te leggen.

Het is niet zo makkelijk om slechte gewoontes te verbeteren.

Het is moeilijk kromhouten rechten.

Je kunt een kwaade man moeilijk tot inkeer brengen.

Het is moeilijk oude apen leren muilen maken.

Je kunt oude mensen niet veel meer leren.

Het is monnikenwerk.

Het is een langdurend en precies werk.

Het is muis als moer een staart hebben ze allemaal.

Ze lijken allemaal op elkaar.

Het is naadje pet.

Het lijkt helemaal nergens op.

Het is nacht in zijn portemonee.

Hij zit zonder geld.

Het is Nahum twee vers vier.

Het zijn de schutters.

Het is neef neef zo lang ik leef.

Zolang mensen beter van je kunnen worden houden ze je te vriend.

Het is nergens perfect.

Men vindt veel grijzen Maar weinig wijzen.

Het is nergens perfect.

Oostenwind Koningskind want hij staat pas laat op.

Het is net een kat als een andermans kat.

Het is niets bijzonders.

Het is net of de Duivel er los is.

Het is daar een lawaaierige bende.

Het is net of het spel spreekt.

Het is heel toevallig dat het zo verloopt.

Het is niet al geld dat klinkt.

Het is niet altijd zo mooi als het lijkt.

Het is niet al goud wat er blinkt.

Het is niet altijd zo mooi als het lijkt.

Het is niet altijd rozengeur en maneschijn.

Er kan niet altijd geluk zijn.

Het is niet eerder deeg voor het te ondeeg is.

Iemand die ongeduldig en onrustig is wordt pas rustig als de boel fout is gegaan.

Het is niet goed als een vrouw de baas is.

Waar het nooit waait is het stil.

Het is niet overal kermis waar het vaantje uitsteekt.

Niet alles is zoals je op het eerste gezicht denkt.

Het is niet overal zomer waar de zonne schijnt.

Niet alles is zoals het lijkt.

Het is niet vastenavond.

Het kan niet altijd feest zijn.

Het is niet veel soeps.

Het is niet zo goed.

Het is niet voor de varkens gebrouwen.

Sterke drank is voor alcoholisten.

Het is nog niet in het vaatje waar het in zuren moet.

het is nog niet helemaal geregeld.

Het is nooit volle mane van de eerste dag.

Voor sommige dingen moet je de tijd nemen.

Het is of de drommel er mee speelt.

Het zit van alle kanten tegen.

Het is of de Duivel er mee speelt.

Het zit onverwachts erg tegen.

Het is of de stenen spreken.

Het is een wonder dat dit bekend is geworden.

Het is of er een engeltje in mijn mond pist.

Dat smaakt erg goed.

Het is om het goedje maar niet om het bloedje.

Hij trouwt vanwege het geld; niet uit liefde.

Het is onbestaanbaar.

Het is schandalig.

Het is pappen en nathouden.

Het wordt niet grondig aangepakt maar men moddert maar wat door.

Het is peperduur.

Het is heel erg duur.

Het is saus naar de kom of naar de pan.

Dat komt op hetzelfde neer.

Het is schorriemorrie.

Het is tuig.

Het is schuim van volk.

Het is tuig.

Het is spel van hangen en verlangen.

Hij zit er vol ongeduld naar te verlangen.

Het is stil waarhet nooit en waait.

Het is heel normaal als er eens in een huisgezin ruzie is.

Het is te hei of te fij.

Het valt van het ene uiterste in het andere.

Het is te laat geroerd als de pap aangebrand is.

Er wordt vaak pas aktie ondernomen nadat er iets fout is gegaan.

Het is te vinden als een naald in een voer hooi.

Het is onvindbaar.

Het is te vinden als een snoek op zolder.

Het is onvindbaar.

Het is thee met witte puntjes.

Het is niet zo goed.

Het is tijd dat ik mijn anker licht.

Het is tijd dat ik vertrek.

Het is Truydeman [Truieman] en zijn wijf.

Zijn vrouw heeft veel in te brengen.

Het is tuig van de richel.

Het is slecht volk.

Het is tuig [vee] van Laban.

Het is slecht volk.

Het is uilen naar Athene brengen.

Het is onzinnig werk.

Het is uit de verf.

Het is uitstekend.

Het is uit mijn gat en in mijn gat.

Het zijn twee vrienden die de deur bij elkaar platlopen.

Het is vaak groter kunst te zwijgen dan te spreken.

Het is moeilijk om iets geheim te houden.

Het is vandaag een kleine wereld.

Het is mistig.

Het is vetpot moeder heeft een daalder gewisseld.

Moeder heeft flink wat op tafel gezet.

Het is vlees van mijn vlees.

Het is een nazaat van mij.

Het is voor de bakker.

Het is goed geregeld.

Het is voor hem een martelgang.

Het is voor hem heel erg vervelend om te doen.

Het is water en vuur.

Zij zijn precies het tegenovergestelde en kunnen het helemaal niet met elkaar vinden.

Het is water naar de zee dragen.

Het is onzinnig werk.

Het is wijd en zijd bekend.

Iedereen weet dat al.

Het is wik of wak.

Het is of het een of het ander; je zult moeten kiezen.

Het is zaliger te geven dan te ontvangen.

Als je dingen weggeeft geeft dat een goed gevoel terwijl als je iets ontvangt je je daarvoor

Het is zijn schuld niet dat de oorlog zo lang duurt.

Hij is niet zo slim.

Het is zo lang als het breed is.

Dat is hetzelfde.

Het jaar heeft veel dagen en nog meer maaltijden.

Om iedere dag te eten te hebben kun je beter zuinig zijn.

Het juk afrukken.

Zich bevrijden.

Het kaf van het koren scheiden.

De slechte en de goede dingen onderscheiden.

Het kalf moet uit zijn natuur dansen.

Je moet iemand niet dwingen zelfs niet tot feesten.

Het kalfsvel volgen.

In het leger gaan.

het kan beter van de kerk als van de kapelle.

Het kan beter op de kosten van de rijke dan van de arme.

Het kan beter van de schoof dan van de band.

Het kan beter op de kosten van de rijke dan van de arme.

Het kan beter van een stad dan van een dorp.

Rijke mensen kunnen makkelijker iets betalen dan arme mensen.

Het kan vriezen of dooien.

De afloop is onbekend.

Het kastje bij het muurtje laten blijven.

De zaak niet teveel opkloppen.

Het keur baart angst.

Als je moet kiezen is het vaak moeilijk om een beslissing te nemen.

Het kind bij de naam noemen.

Zeggen waar het op staat.

Het kind is de vader van de man.

Aan een kind kun je al zien hoe hij later wordt.

Het kind sliep als een roos.

Het kind sliep heel vredig en vast.

Het kind zette een keel op.

Het kind begon luid te schreeuwen.

Het kleed van een weduwe is lang; ieder trapt er op.

Men zegt van een weduwe vaak dat zij een minaar heeft en snel weer gaat trouwen.

Het komt goed uit de verf.

Het gaat precies zoals het moet gaan.

Het komt hem niet aan de lever.

Dat is niet genoeg om hem te helpen.

Het komt mijn strot uit.

Ik heb er genoeg van! Het komt op als kakken.

Het komt op als kakken.

Het komt ineens en is niet tegen te houden.

Het komt te paard enhet gaat te voet.

Een ongeluk of ziekte krijg je snel maar het duurt vaak lang eerdat je er weer van hersteld

Het kost maar een prikje.

Het is erg goedkoop.

Het krijt ruimen.

het opgeven.

Het krullen van de steert is het fatsoen van de hond.

Zelfs de eenvoudigste man heeft nog wel iets waarop hij trots kan zijn.

Het kuiken wil wijzer zijn dan de kip.

Jongeren denken het vaak beter te weten dan de ouderen.

Het kwaad loont zijn meester.

Als je kwaad doet wordt je ervoor gestraft.

Het kwaad met wortel en tak uitroeien.

Het slechte geheel vernietigen zodat het niet meer terug kan keren.

Het kwaad straft zichzelf.

Als je kwaad doet wordt je ervoor gestraft.

Het kwaad wordt bestraft.

Die een varken is moet in het schot.

Het kwaad wordt bestraft.

Die naar het kundige pad vraagt wordt in de sloot

Het kwartje [De frank] valt.

Hij (of zij) snapt het eindelijk.

Het lag mij op de leden.

Zoiets vermoedde ik al.

Het laken door het oog van de schaar halen.

Een deel voor zichzelf houden.

Het land hebben aan iemand.

Een hekel hebben aan iemand.

Het land van de Rijzende zon.

Japan.

Het leven heeft meer in dan eten en drinken.

In het leven zijn er vele zaken die belangrijk zijn.

Het leven is een droom.

Het leven is mooi.

Het leven is een ons vreugde en een pond verdriet.

Er zijn veel vervelende en trieste dingen in het leven en maar weinig gelukkige momenten.

Het leven is geen krentenbol

Het leven gaat niet altijd zoals je wilt, soms zit het tegen.

Het leven is zo sterk als pottenbakkerswerk.

Het leven is fragiel.

Het leven kent veel verdriet en weinig vreugd Van voren af aan.

Opnieuw vanaf het begin.

Het leven laten.

Sterven.

Het levenspad.

Het verloop van het leven.

Het licht zien.

Geboren worden.

Het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man.

Men zoekt de schuld meestal niet bij zichzelf maar liever bij het materiaal.

Het lijkt wel de Chinese muur.

Er is niet doorheen te komen.

Het lijkt wel de kruik der weduwe.

Het lijkt wel een onuitputtelijke voorraad.

Het loon verzoet de arbeid.

Een goede beloning maakt vervelend werk draagbaar.

Het loopt als een tiet.

Er is veel animo voor.

Het loopt daar storm.

Er is daar veel volk op afgekomen.

Het loopt de spuigaten uit.

Het wordt te erg.

Het loopt over veel schijven.

Er zijn veel verschillende personen (of afdelingen) bij betrokken.

Het lopen is niet voor de zotten gemaakt.

Als er gevaar dreigt kun je beter vluchten.

Het lopen is voor de zotten niet gemaakt.

Als er gevaar dreigt kun je beter vluchten in plaats van de held uit te hangen.

Het lot valt altijd op Jonas.

Het zijn altijd dezelfde personen die onheil meemaken.

Het lot valt altijd op Jonas.

Hij krijgt altijd narigheid.

Het meisje wil verleidt worden.

Als het hooi vanzelf naar de wagen gaat dan zijn de

Het mensdom valt als bladeren af.

Het leven is voorbij voordat je er erg in hebt.

Het mes bij iemand leggen.

Bij iemand te gast zijn.

Het mes snijdt aan twee kanten.

Beiden partijen hebben hier voordeel aan.

Het met een helikopterview bekijken.

Niet de details maar het grove geheel bekijken.

Het muist wat van katten komt.

Kinderen hebben vaak hetzelfde karakter als hun ouders.

Het naadje van de kous willen weten.

De details van iets willen weten.

Het onderspit delven.

Verliezen.

Het Onze Vader.

Gebed waarin God wordt geëerd; Het Onze Vader wordt veelal gebeden voor het eten.

Het oog sluiten voor iemands tekortkomingen.

Iemands gebreken niet willen zien.

Het oog van de meester maakt de paarden vet.

Je moet als baas zelf toezicht houden want anders wordt je bedrijf verwaarloosd.

Het oog van de meester maakt het paard vet.

Je bestuurt je eigen zaken beter dan een ander dit zou doen.

Het oog was groter dan de maag.

Hij had meer opgeschept dan hij kon opeten.

Het oog wil ook wat hebben.

Iets moet niet alleen functioneel zijn; het is ook prettig als het er leuk uitziet.

Het oog ziet altijd van zich af.

Je ziet altijd de slechte dingen van een ander en niet die van jezelf.

Het op een akkoordje gooien.

Het met elkaar eens worden.

Het Oranje legioen.

De Nederlandse supporters.

Het over een andere boeg gooien.

Het op een andere manier proberen.

Het paard in de wieg.

Een bordeel.

Het paard moet tot de kribbe komen.

Als je ergens belang bij hebt moet je voor jezelf opkomen.

Het pad warm houden.

Steeds hetzelfde pad gebruiken.

Het papier is geduldig.

Je kunt van alles op papier zetten; het papier accepteert alles.

Het penningske der weduwe.

Een kleine gift maar afkomstig van iemand die niet veel heeft.

Het plan viel in duigen.

Van het plan kwam niets terecht.

het plezier verdween.

Dat was een hele openbaring.

Het poldermodel.

Een manier van overleg waarbij de verschillende partijen net zolang overleggen

Het recht is daar verbogen.

Ze zijn daar niet eerlijk.

Het recht krommen.

Onrechtvaardig te werk gaan.

Het regent pijpestelen.

Het stortregent.

Het rijk inhebben.

De baas zijn.

Het roer aan de scheg hangen.

De zaak verkeerd besturen.

Het roer omgooien.

Het geheel anders aanpakken.

Het ruikt aangebrand.

Daar is iets niet in orde.

Het scheelt hem in de hersens.

Hij is niet normaal.

Het scheelt hem in de pijnappel.

Hij is niet normaal.

Het scheelt hem onder de muts.

Hij is niet normaal.

Het schip der woestijn.

Een kameel.

Het schip gaat naar de kelder.

Het schip zinkt.

Het schip van Staat.

De Nederlandse Staat.

het schort hem in de bovenste verdieping.

Hij is niet normaal.

Het schort hem in de kruin.

Hij is niet goed snik.

Het schuurtje moet bij het huisje blijven.

Je moet de zaken zo regelen dat je niet in geldnood geraakt.

Het slechtste wiel van de wagen kraakt meest.

Domme mensen voeren vaak het hoogste woord.

Het snoeien doet bloeien.

Het is goed om als ouder je kinderen in toom te houden.

Het sop is de kool niet waard.

Het is de moeite niet waard.

Het spat uit elkaar als een zeepbel.

Het leek heel mooi maar het bleek op lucht gebaseerd te zijn.

Het spel is op de wagen.

Er is ruzie.

Het spel moet zijn gerechtigheid hebben.

Je moet je aan de regels houden.

Het spijt gaapt wijd en is het leste altijd.

Je krijgt altijd te laat spijt van een verkeerde daad.

Het spijt is het leste het is van de Duivel gemaakt.

Je krijgt altijd te laat spijt van een verkeerde daad.

Het spit in de rug hebben.

Zich niet kunnen veroeren door een stijve rug.

Het spits afbijten.

Als eerste beginnen met iets vervelends.

Het spoor bijster zijn.

Hij weet niet meer hoe verder te gaan.

Het staal wordt in de wind gehard.

Door tegenslagen te verwerken word je sterk.

Het staat achter de schuine deur.

Het is naar het pandjeshuis gebracht.

Het staat daar schots en scheef.

De dingen staan daar niet netjes op hun plaats.

Het staat hem zo handig als de mot het haspelen.

Hij kan er niet goed mee omgaan.

Het staat op zijn vierkant.

Het hangt erom.

Het staat voor de deur.

Het kan ieder moment gaan plaatsvinden.

het steeds weer mislukken.

Het is boter aan de galg.

het steeds weer mislukken.

Twaalf boeren en een hond zijn dertien rekels.

Het stof van de voeten schudden.

Vertrekken omdat je niet welkom bent.

Het strop van de hals en de galge is vergeten.

Er zal nu geen straf meer volgen.

Het tafellaken doorsnijden.

Niets met iemand te maken willen hebben.

Het te bont maken.

Het te erg maken.

Het te kwaad krijgen.

Overmand worden door emoties.

Het tij gaat zijn keer het past op prins noch heer Je moet de gelegenheid benutten als hij komt.

Het tij is verlopen.

Het tij is verlopen.

De gunstige gelegenheid is voorbij.

Het tij wacht op niemand.

Als zich een buitenkans voordoet moet je niet aarzelen maar die meteen benutten.

Het tocht als een sluis.

Het tocht heel erg.

Het tonnetje ruikt altijd naar de haring.

Door de manier van optreden herken je altijd iemands (lage) afkomst.

Het tranendal.

De wereld met al zijn leed.

Het uitverkoren volk.

De Joden.

Het vaantje strijken.

Flauwvallen.

Het valt er in als God woord in een ouderling.

Dat hoort hij graag / Hij houdt wel van een borrel.

Het varken is op een oor na gevild.

Het is bijna afgerond.

Het varken [den os] [de bok] is vet.

Er is een goed gedekte tafel.

Het vege lijf redden Zich in veiligheid brengen.

Het veld behouden.

Het veld behouden.

Het voor het zeggen hebben.

Het veld ruimen.

Verloren hebben.

Het veld van eer.

Het slagveld.

Het venijn zit in de staart.

Het gevaar zit vaak pas aan het eind.

Het verdwijnt als sneeuw voor de zon.

Het is snel weg en onduidelijk waar het gebleven is.

Het verloren schaap is terecht.

Ik heb het terug gevonden.

Het verstand komt met de jaren.

Naarmate men ouder wordt wordt men wijzer.

Het verstand komt met het ambt.

Hij is benoemd in een functie waarvan hij geen verstand heeft.

Het vet is er van de soep.

Daar valt niets meer aan te verdienen.

Het vet is van de ketel.

Het meeste voordeel is al verdwenen.

Het vet wil boven drijven.

De rijke man wil altijd de baas zijn.

Het vet zit hem niet in de weg.

Hij is erg dun.

het Vlaamse woord voor kikker) Snacken.

Naar de snackbar gaan.

Het voer valt om voor de deur van de schuur.

Het mislukt net voordat het doel wordt bereikt.

Het voor de deuren van de hel moeten weghalen.

Het met heel veel moeite voor elkaar krijgen.

Het voor zijn kiezen krijgen.

Een flinke berisping krijgen.

het voordeel krijgen.

Ergens deel aan hebben.

Het vossevel aan een leeuwehuid naaien.

Slimheid en moed gebruiken.

Het vossevel aandoen.

Sluwheid gebruiken.

Het vriest steen en been.

Het vriest heel erg hard.

Het vuur aanblazen.

De ruzie verergeren.

Het vuurtje aan het branden maken.

Ergens ruzie over gaan maken.

Het walletje moet bij het schuurtje blijven.

Je moet de zaken zo regelen dat je niet in geldnood geraakt.

het waren allebeiden vuilaards.

De een verwijt de ander iets waaraan hij zich

Het was of hem een luis over de lever liep.

Hij werd heel driftig.

Het water komt aan de lippen.

De nood wordt nu wel groot.

Het water komt op de dijk.

Daar komen de tranen.

Het water loopt altijd naar de zee.

Rijke mensen worden alsmaar rijker.

Het werd hem groen en geel voor de ogen.

Hij werd misselijk.

Het werk loont zijn meester.

Iemand die vakwerk aflevert wordt daar uiteindelijk ook voor beloond.

Het werk prijst zijn meester.

Aan het resultaat van iemands werk kun je zien of het door een vakman is gemaakt of niet.

Het werk wel overleid is half voltrokken.

Door de dingen van te voren goed te overleggen vlot het werk beter.

Het werk wordt afgeroffeld.

Het werk wordt snel en zonder aandacht afgemaakt.

Het werk wordt met de Franse slag gedaan.

Het werk wordt afgeraffeld.

Het werkt als medicijn.

Het werkt heel goed.

o_-
Citeren14.05.20150 likes

Het wiegstro hangt haar nog aan de rokken.

Zij trouwt op hele jonge leeftijd.

Het wil tussen hen niet boteren.

Ze kunnen niet goed met elkaar opschieten Het Wilde Westen.

Het witte goud.

Electriciteit opgewekt d.

Het woord gaat verder dan de man.

Een slechte naam raakt bekend bij iedereen zelfs bij mensen die de man nog niet kennen.

Het woord van één is het woord van geen.

Eén getuige is geen goed bewijs.

Het zal daar flink waaien.

Dat zal op een behoorlijke ruzie uitlopen.

Het zal daar honden.

Daar zal een pak slaag worden gegeven.

Het zal daar knijpen.

Daar zal ruzie gemaakt gaan worden.

Het zal hem slecht vergaan.

Het zal niet goed met hem gaan.

Het zal niet lukken.

Het zal wel uitkomen zei de zot en hij zaaide

Het zal vannacht een koekje bakken.

Het zal vannacht hard gaan vriezen.

Het zal vast wel goed komen.

Als het op de een regent drupt het op de ander.

Het zal wat wezen als het voor de heren komt.

Het zal nog moeilijkheden geven als het nader onderzocht wordt.

Het zal wel dood bloeden.

Snel zal niemand er meer aandacht aan besteden.

Het zal zo’n vaart niet lopen.

Het zal niet zo erg worden als je nu denkt.

Het zeil in top halen.

Veel uitgeven terwijl dat eigenlijk niet verantwoord is.

Het zeiltje strijken.

Flauwvallen.

Het ziet er bruin uit.

Het ziet er niet goed uit.

Het ziet er tiptop [piekfijn] uit.

Het ziet er heel erg goed en verzorgd uit.

Het zijn daar Amerikaanse toestanden.

Het zijn overdreven toestanden.

Het zijn dikke vrienden.

Het zijn hele goede vrienden.

Het zijn harde noten om te kraken.

Het is lastig maar noodzakelijk om te doen.

Het zijn niet al ridders die sporen dragen.

Je kunt niet alleen aan iemands uiterlijk afleiden of hij ergens geschikt voor is.

Het zijn niet alleen koks die lange messen dragen.

Je moet niet op het uiterlijk van mensen afgaan.

Het zijn niet allen jagers die op de hoorn blazen.

Je kunt niet op alleen het uiterlijk van iemand afgaan.

Het zijn niet allen monniken die kappen dragen.

Je mag iemand niet op zijn uiterlijk beoordelen.

Het zijn peren uit mijn eigen tuin.

Deze dingen heb ik vroeger zelf gezegd maar nu worden ze door iemand anders aan mij

Het zijn Sibyllijnse bladen.

Het zijn raadselachtige voorspellingen.

Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen.

Wie over veel rijkdom of roem beschikt vertoont al gauw buitensporig gedrag.

Het zijn twee handen op één buik.

Ze vallen elkaar nooit af; ze spreken met één mond.

Het zijn twee handen op één buik.

Zij spannen samen.

Het zijn vogels van eender veren.

Het zijn dezelfde soort mensen.

Het zijn vogels van verscheiden veren.

Het zijn totaal verschillende mensen.

Het zijn vrienden als Herodes en Pilatus.

Twee voormalige vijanden werken nu samen voor een belangrijke zaak.

Het zit daar bomvol.

Het zit daar helemaal vol.

Het zit daar eivol.

Het zit daar helemaal vol.

Het zit hem erg tegen.

Hij is op een schoen en een slof hier aangekomen.

Het zit propvol.

Het zit op elkaar gepropt; er kan niets meer bij.

Het zoet en zuur des levens.

De prettige en akelige dingen van het leven.

Het zwaard des geestes.

De kracht van de geest.

Het zwaard om zijn lendenen gorden.

Zich voorbereiden op het gevecht.

Heulen met de vijand.

Samenspannen met de vijand.

Hier komt het varken onder zijn magen.

Hier komt hij bij zijn soortgenoten.

Hier stond de spreker stil.

De spreker wist niet meer wat hij moest zeggen.

Hij barst van de glorie.

Hij is erg zelfvoldaan.

Hij beging een flater.

Hij maakte een hele domme fout.

Hij begint te kweken.

Hij gaat een baard krijgen.

Hij beheert de Judas Hij beheert de kas.

Hij behoort tot de zelfkant van de maatschappij.

Hij belooft gouden bergen.

Hij belooft heel veel moois maar zal het niet waar maken.

Hij betaald met wortelplakken.

Hij kan niet betalen.

Hij betaalt als het schip met geld komt.

Hij betaalt niet.

Hij betaalt met een wissel op de eeuwigheid.

Hij betaalt niet.

Hij betert als scharrebier op de tap.

Hij wordt een steeds slechter mens.

Hij bewaakt zijn tong.

Hij kijkt goed uit met wat hij zegt.

Hij bezat de tegenwoordigheid van geest.

Hij handelde in een noodsituatie op de juiste wijze.

Hij bezit niets ter wereld.

Hij is arm.

Hij bidt een onzevader in alle kapelletjes.

Hij bezoekt alle café’s op zijn weg.

Hij bijt aan de angel.

Hij laat zich makkelijk foppen.

Hij bindt wat in.

Hij wordt wat redelijker.

Hij blaast de chamade.

Hij maakt zich uit de voeten.

Hij blaast koud en heet uit één mond.

Tegen de een zegt hij wat anders als tegen de ander; je kunt hem dus niet vertrouwen.

Hij blijft bij zijn woord als de haas bij de trommel.

Hij houdt zich niet aan zijn beloftes.

Hij blijft buiten spel.

Hij is er niet bij betrokken.

Hij blijft dood op een duit.

Hij is een gierigaard.

Hij blijft in zijn kot.

Hij blijft rustig.

Hij bloedt als een medicijnzak.

Hij heeft een klein wondje.

Hij bloost als een raap.

Hij ziet erg bleek.

Hij brandt van nieuwsgierigheid.

Hij is heel erg nieuwsgierig.

Hij breidt de kous in het gelijk.

Hij weet tot overeenstemming te komen met iemand.

Hij brengt een beetje kleur in zijn leven.

Hij maakt zijn leven wat leuker.

Hij brengt zijn eieren goed naar de markt.

Hij is met een welgestelde vrouw getrouwd.

Hij broedt een slang in zijn boezem.

Hij is goed geweest voor iemand die hem daarvoor met ondankbaarheid zal belonen.

Hij bulkt van het geld.

Hij heeft heel erg veel geld.

Hij dacht dat hij wonder wat te vertellen had.

Hij meende dat hij iets heels speciaals te zeggen had maar dat bleek niet het geval te

Hij danst eer de fiedel gaat.

Hij is te voorbarig.

Hij deelt daar de lakens uit.

Hij is daar de baas.

Hij delft zijn eigen graf.

Hij veroorzaakt zijn eigen ondergang.

Hij denkt dat de koning zijn oom is.

Hij maakt overal excuses voor.

Hij denkt dat er goud te graven is.

Hij denkt dat het om het geld te doen is.

Hij denkt klein van iemand.

Hij denkt slecht over iemand.

Hij doet alsof zijn neus bloedt

Hij doet alsof hij van niets weet.

Hij doet het enkel voor de leus.

Hij doet het niet uit zijn hart maar omdat het nu eenmaal moet.

Hij doopt zijn pen in de gal.

Hij gaat iets onaardigs op papier zetten.

Hij dorst koren in andermans schuur.

Hij heeft een verhouding met andermans vrouw.

Hij draagt de gek in de mouw.

Hij weet zijn gekke dingen goed te verbergen.

Hij draagt de muts op drie haartjes.

Hij draagt de muts schuin.

Hij draagt een wisseldaalder bij zich.

Hij heeft altijd genoeg geld bij zich.

Hij draagt het hart hoog.

Hij is trots.

Hij draagt het hart op de tong.

Hij zegt direct wat hij vindt.

Hij draait het rad.

Hij is een oproerkraaier.

Hij drinkt als een spons.

Hij drinkt erg veel.

Hij drinkt als een trechter.

Hij consumeert erg veel alcoholische drank.

Hij droomt van schol maar hij eet graag platvis.

Hoewel hij graag rijk zou willen zijn is hij (ook met zijn armoede) best tevreden.

Hij drukt zijn snor.

Hij maakt zich snel uit de voeten.

Hij eet dat hij zweet en arbeidt dat hij kou lijdt.

Je zult moeten werken voor de kost.

Hij eet een bord wasem zonder mes.

Hij eet alleen maar om zijn honger te stillen maar vindt het eten niet lekker.

Hij eet mee uit de grote pot van Egypte.

Hij is een gast die niet hoeft te betalen voor zijn eten.

Hij eet met de tien geboden.

Hij eet met zijn vingers.

Hij eet met lange tanden.

Hij eet maar heeft helemaal geen trek.

Hij eet met vuile lepels.

Het zal slecht met hem aflopen.

Hij eet zoveel als zijn paardje trekken kan.

Hij eet erg veel.

Hij gaat daar waar zelfs de keizer te voet gaat.

Hij gaat naar het toilet.

Hij gaat de bocht om.

Hij gaat dood.

Hij gaat de krekels biechten.

Hij gaat een tukje doen.

Hij gaat er als een haas vandoor.

Hij rent hard weg.

Hij gaat er driftig op los.

Ergens kwaad naar toe gaan om ze flink de waarheid te vertellen.

Hij gaat met de kuikens slapen.

Hij gaat vroeg slapen.

Hij gaat met de ladder uit.

Hij gaat op inbrekerspad.

Hij gaat met de mand om melk.

Hij doet het niet goed.

Hij gaat met de winst strijken.

Hij krijgt alle opbrengsten.

Hij gaat met het spek naar bed.

Hij houdt het beste voor zichzelf.

Hij gaat ongemakkelijk van de schaar.

Hij krijgt een pak rammel.

Hij gaat pompende de grond in.

Hoewel hij hard zijn best doet gaat het financieel steeds slechter met hem.

Hij gaat rijden en rossen.

Hij is onvoorzichtig bezig.

Hij gaat te werk volgens de wet en de profeten.

Hij doet precies wat er van hem wordt verlangd.

Hij gaat tekeer als een bosje vlooien.

Hij is niet rustig.

Hij gaat zijn boekje te buiten.

Hij doet iets dat hij officieel niet mag doen.

Hij gaf de geest.

Hij ging dood.

Hij gebruikt zeemanschap.

Hij weet in een moeilijke situatie zijn mensen goed aan te sturen.

Hij geeft antwoord op de naam Jan.

Hij heet Jan.

Hij geeft daar de toon aan.

Hij geeft daar de instructies.

Hij geeft er de maan aan.

Hij heeft de moed verloren.

Hij geeft hem van Jetje.

Hij slaat er flink op.

Hij geeft hem van lantaarn.

Hij loopt erg hard.

Hij geeft het hem in tienen te doen.

Hij weet dat hij dat niet kan.

Hij ging bij het walletje langs.

Het ging nog maar net goed.

Hij ging er als een haas vandoor.

Hij rende hard weg.

Hij ging met een rood paspoort de laan uit.

Hij is ontslagen wegens slecht gedrag.

Hij gooit er met de muts [pet] naar.

Hij doet helemaal zijn best niet.

Hij gooit zijn fortuin te grabbel.

Hij verspilt zijn geld.

Hij gooit zijn gat [kont] tegen de kribbe.

Hij werkt niet meer mee.

Hij gooit zijn naam te grabbel.

Hij verspeelt zijn goede naam.

Hij grijnst als de drommel tegen de dageraad.

Hij kijkt heel kwaad.

Hij grijnst als de Duivel tegen het morgenrood.

Van zijn gezicht is de tegenzin af te lezen.

Hij groeit tegen de verdrukking in.

Ondanks moeilijke omstandigheden gaat het toch goed met zijn zaak.

Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.

Hij is erg jaloers.

Hij gunt hem het wit in zijn oog niet.

Hij haat hem.

Hij had een gezicht van oude lappen.

Hij had een nors en ontevreden gezicht.

Hij hangt aan de latten.

Hij kan zijn schulden niet betalen.

Hij hangt de gebraden haan uit.

Hij is een opschepper.

Hij hangt de mantel op beide schouders.

Hij is bevriend met beide partijen.

Hij hangt van leugens aan elkaar.

Hij spreekt zelden de waarheid.

Hij heeft aan de pan gelikt.

Het is niet goed met hem gegaan.

Hij heeft aan de voeten van Gamaliël gezeten.

Hij heeft een goede opleider gehad.

Hij heeft aardappelenbloed.

Hij ziet er ongezond uit.

Hij heeft Abraham gezien.

Hij is vijftig geworden.

Hij heeft averij geleden.

Hij heeft schade opgelopen.

Hij heeft benen als een ooievaar.

Hij heeft hele lange benen.

Hij heeft bloed aan zijn handen.

Hij is een moordenaar.

Hij heeft bot gegeten Hij is dom.

Hij heeft bot gevangen.

Hij heeft bot gevangen.

Hij heeft zijn doel niet bereikt.

Hij heeft brood op de plank.

Hij heeft een voldoende inkomen.

Hij heeft buiten de waard gerekend.

Hij heeft er niet aan gedacht dat iemand anders ook nog zeggenschap heeft.

Hij heeft daar de kruiken besteld.

Hij heeft het daar voor het zeggen.

Hij heeft daar een broertje aan dood.

Hij ziet daar verschrikkelijk tegenop.

Hij heeft daar een tafel en een bed.

Hij heeft daar kost en inwoning.

Hij heeft daar een trekpleister.

Hij heeft daar zijn geliefde.

Hij heeft daar een woord in het vat.

Zijn stem doet daar ter zake.

Hij heeft daar zijn gat neergeplakt.

Hij is daar gaan zitten.

Hij heeft daarbij het loodje gelegd.

Hij is daarbij omgekomen.

Hij heeft de aap binnen.

Hij heeft het geld te pakken.

Hij heeft de boter en de kaas te dik gesneden.

Hij heeft al zijn geld verspild.

Hij heeft de dampen in.

Hij heeft een slecht humeur.

Hij heeft de drinkbeker tot de bodem geledigd.

Hij heeft alle leed ondergaan.

Hij heeft de Duivel in.

Hij is kwaad.

Hij heeft de fles de nek gebroken.

Hij heeft flink wat drank op.

Hij heeft de gebreken zijner deugden.

Hij overdrijft zijn goede eigenschappen zo erg dat ze slecht zijn geworden.

Hij heeft de gelegenheid laten glippen.

Hij heeft geen gebruik gemaakt van een mogelijkheid.

Hij heeft de gelegenheid niet benut.

Hij is in staat om een duit in tweeën te bijten.

Hij heeft de hakken los.

Hij is onafhankelijk van zijn ouders.

Hij heeft de hakken uitgestoken.

Hij is doodgegaan.

Hij heeft de hand mee in het spel.

Hij is er bij betrokken.

Hij heeft de hel [pest] in.

Hij is er kwaad om.

Hij heeft de hoek in de keel.

Hij is verliefd.

Hij heeft de hommel in het hoofd.

Hij is niet goed bij zijn hoofd.

Hij heeft de hondewacht.

Hij heeft de rotste en zwaarste taak.

Hij heeft de horzel in de kop.

Hij is niet normaal.

Hij heeft de jaren des onderscheids bereikt.

Hij heeft een leeftijd bereikt waarop hij zaken kan beoordelen.

Hij heeft de kachel aan.

Hij is bezopen.

Hij heeft de kat gestuurd.

Hij is niet komen opdagen.

Hij heeft de kinderschoen uitgetrokken.

Hij is volwassen geworden.

Hij heeft de klem in de mond.

Hij weet niet wat te zeggen.

Hij heeft de kleren aan.

Hij is een geestelijke.

Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt

Hij heeft iets gehoord en denkt het begrepen te hebben, echter blijkt toch het verhaal heel anders te liggen

Hij heeft de kolder in zijn kop.

Hij springt uit de band.

Hij heeft de koning [reus] gezien.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft de kooi lek gevaren.

Hij heeft als schipper zijn ontslag gekregen.

Hij heeft de kop door het helster.

Hij heeft genoeg geld om van te rentenieren.

Hij heeft de kost bij Sint-Joris.

Hij leeft op kosten van de familie.

Hij heeft de kost voor het kauwen.

Hij is verzekerd van een goed bestaan.

Hij heeft de lading.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft de lat los.

Hij krijgt overal een lening.

Hij heeft de lepel neergelegd.

Hij is gestorven.

Hij heeft de lepelziekte.

Hij eet te weinig.

Hij heeft de meiboom in kap.

Hij heeft het doel bereikt.

Hij heeft de naam maar een ander de daad.

Men verdenkt hem ten onrechte van iets dat een ander heeft gedaan.

Hij heeft de paal door de oven gewerkt.

Hij is bankroet gegaan.

Hij heeft de palm weggedragen.

Hij heeft gewonnen.

Hij heeft de Paus van dichtbij gezien.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij heeft de pijp aan Maarten gegeven.

Hij is dood.

o_-

Adverteer hier