Gezicht tegen de muur

'S avonds als de sterren aan de hemel staan.
En de straat verlichting gaat aan.
Als het geluid van het verkeer verstomd.
Vraag ik me af hoe het jou bekomt.
Ik kan je niet zien en ook niet voelen.
Hoe moet dan in hemelsnaam door je haar kroelen?
En als ik je niet kan kussen,
Hoe moet ik dan dit vuur blussen?

Tranen op mijn wangen
Ik hoor zacht mensen over de gangen.
Mijn gezicht tegen de muur.
Hiertegen is maar 1 kuur.
Dit vuur dat brand van binnen.
Hoe kan ik jou toch winnen.

Ik keek mijn hondje aan.
Ze trok me zachtjes door de laan.
Ze nam me mee naar huis en haard.
Alwaar mijn tranen zijn bedaard.
Ik kreeg haar pootje in mijn hand.
Zij volgt mij door gans het land.
Ik leg mijn hoofd maar op mijn kussen.
En laat mijn dromen mijn gemoed maar sussen.