Citeren24.03.20070 likes
Ik heb een muur om me hart gebouwd.
Er zitten mensen binnen, maar ook mensen buiten.
De muur is er om mensen buiten te houden, en niet om ze vast te houden.
Maar als ze naar buiten gaan, ben ik bang dat ze me pijn gaan doen.
En elke keer als iemand me pijn doet, wordt de muur hoger.
En dat maakt het nog moeilijker om eruit te komen.
Maar de mensen van buiten willen erin.
Ze proberen de muur af te breken.
Maar dat kan alleen ik.
En toch heb ik het idee, dat er steeds meer mensen van buiten naar binnen gaan.
En als ze eenmaal binnen zijn durf ik ze niet meer los te laten, uit angst dat ze me pijn gaan doen.
Ik klamp me aan ze vast.
Ik smeek ze te blijven.
En als ze niet blijven, hoop ik maar dat me geen pijn gaan doen.
De muur heeft volgens mij een hoop zwakke plekken, en als mensen die gevonden hebben…
Dan hebben ze me vertrouwen gewonnen.
Komen ze door de muur naar binnen.
En toch vertel ik lang niet iedereen van binnen de muur wat me dwars zit.
Niet iedereen heeft namelijk mijn zwakke plek gevonden.
Of durf ik dat niet toe te geven?
Hebben ze het wel gevonden, maar durf ik ze niet te vertellen wat me zo dwars zit?
Misschien ligt het niet aan hen, maar aan mij…
Misschien wil ik ze niet met mijn problemen opzadelen.
Misschien wil ik niet van te veel kanten geholpen worden.
Misschien wil ik het zelf oplossen.
Misschien maar met een klein beetje hulp.
Of ben ik bang dat ze me er later pijn mee gaan doen?
Dat ze als ze weer buiten de muur staan het tegen me gaan gebruiken.
Dat ze mijn zwakke plekken leren kennen, en die gebruiken om mijn vrienden tegen me op te zetten.
Ik denk eigenlijk dat, dat het is.
Dat het aan mij ligt, en niet hen.
Maar waarom?
Ben ik echt zo bang voor de pijn die ze kunnen doen?
Zou ik niet sterk moeten zijn?
En zou ik er niet zo onder gebukt moeten gaan?
Zou ik alles van hen die mij pijn doen doorvertellen?
Alles wat zij mij in vertrouwen vertelt hebben?
Nee, zo ben ik niet.
Ik weet hoeveel pijn het doet, en ik weet ook dat het bijna niet te verdragen is, als het zich opstapelt.
Ik zou wat zij mij zeiden nooit, maar dan ook nooit aan iemand anders vertellen.
Zo ben ik niet.
Dat kan ik gewoonweg niet.
elvis
Er zitten mensen binnen, maar ook mensen buiten.
De muur is er om mensen buiten te houden, en niet om ze vast te houden.
Maar als ze naar buiten gaan, ben ik bang dat ze me pijn gaan doen.
En elke keer als iemand me pijn doet, wordt de muur hoger.
En dat maakt het nog moeilijker om eruit te komen.
Maar de mensen van buiten willen erin.
Ze proberen de muur af te breken.
Maar dat kan alleen ik.
En toch heb ik het idee, dat er steeds meer mensen van buiten naar binnen gaan.
En als ze eenmaal binnen zijn durf ik ze niet meer los te laten, uit angst dat ze me pijn gaan doen.
Ik klamp me aan ze vast.
Ik smeek ze te blijven.
En als ze niet blijven, hoop ik maar dat me geen pijn gaan doen.
De muur heeft volgens mij een hoop zwakke plekken, en als mensen die gevonden hebben…
Dan hebben ze me vertrouwen gewonnen.
Komen ze door de muur naar binnen.
En toch vertel ik lang niet iedereen van binnen de muur wat me dwars zit.
Niet iedereen heeft namelijk mijn zwakke plek gevonden.
Of durf ik dat niet toe te geven?
Hebben ze het wel gevonden, maar durf ik ze niet te vertellen wat me zo dwars zit?
Misschien ligt het niet aan hen, maar aan mij…
Misschien wil ik ze niet met mijn problemen opzadelen.
Misschien wil ik niet van te veel kanten geholpen worden.
Misschien wil ik het zelf oplossen.
Misschien maar met een klein beetje hulp.
Of ben ik bang dat ze me er later pijn mee gaan doen?
Dat ze als ze weer buiten de muur staan het tegen me gaan gebruiken.
Dat ze mijn zwakke plekken leren kennen, en die gebruiken om mijn vrienden tegen me op te zetten.
Ik denk eigenlijk dat, dat het is.
Dat het aan mij ligt, en niet hen.
Maar waarom?
Ben ik echt zo bang voor de pijn die ze kunnen doen?
Zou ik niet sterk moeten zijn?
En zou ik er niet zo onder gebukt moeten gaan?
Zou ik alles van hen die mij pijn doen doorvertellen?
Alles wat zij mij in vertrouwen vertelt hebben?
Nee, zo ben ik niet.
Ik weet hoeveel pijn het doet, en ik weet ook dat het bijna niet te verdragen is, als het zich opstapelt.
Ik zou wat zij mij zeiden nooit, maar dan ook nooit aan iemand anders vertellen.
Zo ben ik niet.
Dat kan ik gewoonweg niet.
elvis