Een jong ventje van het platteland gaat solliciteren in de stad en wordt aangenomen als verkoper in een grote winkelwaar men werkelijk alles kan kopen.
Na zijn eerste werkdag komt zijn manager vragen: “En? Heb je veel klanten gehad?”
“Eentje”, antwoordt de knul.
“Eentje?” zegt de manager verbaasd. “De meeste verkopers zitten aan twintig tot dertig verkopen per dag. Voor hoeveel heb je verkocht dan?”
“Voor 589.431,27 euro”, zegt het ventje.
De ogen van de manager rollen van verbazing bijna uit hun kassen.
“Wat heb je die klant in godsnaam verkocht dan?”
“Wel”, zegt hij, “eerst verkocht ik hem een klein vishaakje, daarna een middelgrote vishaak en als laatste een grote vishaak. Toen heb ik de man een complete visuitrusting verkocht. Toen vroeg ik
de man waar hij wilde gaan vissen. De man antwoordde:’Bij zee’.
Ik heb toen voorgesteld of een klein bootje niet handig zou zijn voor
op zee. Dus verkocht ik hem een boot en bijhorende trailer. Toen de man zei dat zijn klein autootje dat niet zou kunnen trekken heb ik hem in één moeite door ook een 4 X 4 Landcruiser verkocht.”
De baas beluistert vol verbazing het hele verhaal aan en zegt dan: “Dus je vertelt me nu dat er een man binnenkwam die enkel een klein vishaakje wilde en dat jij hem een boot en een auto hebt verkocht?”
“Nee”, zegt het ventje. “Hij kwam voor een doos tampons. En toen heb ik gezegd: “Och meneer, je weekend is toch al verpest, waarom ga je niet eens lekker vissen?”