Citeren16.05.20090 likes
Ik droomde...: Ik droomde over jou en mij. Ik droomde over samen met jou. over mooie dingen, over vrolijk zijn. Ik droomde iets wat niet uit te leggen is. Het was zo mooi, zo geweldig. Ik kan niet stoppen er over na te denken. Ik droomde over mijn toekomst. Samen met jou, verder komen is alles wat ik wou. Alles: Een gedachte is soms zinloos. Twee zijn er soms te veel. Dan slaat je hart op hol. Even te veel is het dan. Ga je dan door, of stop je ermee. Dat kom je dan snel te weten. Door te vertrouwen in jezelf, en in de wereld. Dan gaat je leven door. En ben je weer blij. Alle lasten van je schouders. Brengt weer rust bij jou en mij. Zonder antwoord: Je kunt mijn naam googelen met nul resultaten. Je kunt mij zoeken zonder antwoord. Je zal mijn naam vinden met duizend vragen. Ik ben je aan het zoeken in al mijn boeken. Ik heb je gevonden in mijn dagboek. Dat zal de laatste plek zijn waar ik zoek. Jou zien: Een dag vol zorgen. Maar hoe zit dat met morgen. De tijd kruipt traag voorbij. Maar hoe zit dat met mij? Mijn hoofd dwaalt af, elke dag weer. Al ik jou zie. Jij bent mijn hartendief. Mijn hart: Mijn hart is aan het smelten. Mijn hart smelt door jou lach. Ik ben met mijn gedachten altijd bij jou. Op school, thuis en in mijn dromen. Thuis kan ik niet eten en slapen. Je bent een obsessie voor mij geworden. Hoe moet ik nu verder? Jou als obsessie houden, of door gaan met mijn leven. Dit duurt nu veel langer dan even. Een dag: Een dag vol zorgen. Een dag vol haat. Is dat het enigste waar de wereld uit bestaat. Je geluksdag is geweldig. Dan gaat alles goed. Een dag zonder zorgen. geeft je weer moed. waarom steeds weer ruzie. waarom steeds maar vechten. wil je dan geen vrienden. alleen maar ruzie en ongeluk. en kijk eens verder dan jezelf. naar iedereen dat is wat telt. Mijn kamer: Mijn kamer is leeg en verlaten. En staat alleen nog een kist. een kist met een slot. ik heb geen sleutel, maar maak hem open. ik kan niet zien wat erin zit. Ik schreeuw, ik huil en ik kijk. Er zit een persoon in. een persoon wat doet die daar? het is een meisje, een meisje zonder gezicht. Met een papiertje. een gedicht. waarop staat. Ik wens, ik wens een wereld zonder haat. Dat ene woordje...: betekent zoveel. de een die vindt het fijn. maar bij een ander doet het pijn. het kan ook heel erg kwetsend zijn. maar schrik niet als ik het zeg. en denk vooral niet ik heb pech. maar soms moet je denken. niemand blijft me eeuwig trouw. maar soms zijn het vier woorden. zoals ik hou van jou. Voor jou: Elke traan die ik huil, is alleen voor jou. Elke lach die wordt gelachen, is alleen voor jou. Maar hoe zit het met hoop. De hoop gaat door. Maar één ding moet je weten. Dat ik jou nooit meer zal vergeten. Dromen... Duizend en nog meer. Dat is mijn antwoord keer op keer. Mijn vragen zal ik stellen. Maar of je het gaat beantwoorden dat weet alleen jij. Mijn droom zal uitkomen. Maar wanneer dat is weet ik niet precies. Het uren, dagen of nachten duren. De dag zal aanbreken. De dag zal eindigen. Maar nooit zal ik stoppen te geloven in mezelf. Nooit geef ik mijn dromen op. Ook al wil jij dat ik stop. Het is belangrijk om te dromen. Als je verder wilt komen. Zeg me niet om te stoppen. Want dan zal mijn hart breken. En helen?? Dat zal dan nooit meer gebeuren. Want mijn droom wordt werkelijkheid. Hoe dat weet ik niet. Wanneer dat kan ik niet weten. En echt nooit zal ik mijn droom vergeten. Kleuren Rood is de kleur van bloed en haat. Geel is de kleur die er voor staat, voor de zon,vrolijkheiden plezier. Met groen en oranje blijf je nog even hier. Om te kijken naar bloemblaadjes en vuur. Goud is de kleur van geld en is best wel duur. Blauw is de kleur van de lucht en de zee. doorzichtig kun je niet zien, net als de wind die neemt je mee. Al die kleuren zijn zo mooi en leuk, en ze laten je lachen in een deuk. Dat meisje...
Er zit een meisje in mijn kamer. Met bruine haren, Blauwe ogen. Ze huilt zonder tranen. Ze weet niet waar ze is. Ze zit ineengekropen . Bang dat ik haar pijn doe. Bang voor Slaag en haat. Zou ze weten dat ze niet meer alleen op de wereld staat? Weet ze wie ze is? Hoe moet ik haar dat vragen... Ze luistert niet. mijn stem klinkt vaag. Zou er iemand weten wie het is. Zonder haat, zonder slaag. Ik pak een spiegel en kijk. en kijk nog eens goed. Ik kan het zien. Dat meisje, Dat meisje. ben ik. een leven: Nog maar veertien jaar en je leven is kapot. Nog maar veertien jaar en nooit meer kunnen lopen. Nooit meer de grond kunnen voelen. Alleen verlangen om te lopen. Je maakt een harde val en je rug is kapot. Je zenuwen houden ermee op. Je kan schelden en huilen wat je wil. maar het heeft allemaal geen zin. Je bent opeens niet meer normaal. Niemand doet gewoon. alsof je niet bestaat. Je bent geen gebruiksvoorwerp. maar een mens van vlees en bloed. Invervolg denk is na voor je iets doet. Hoe wil je zelf behandeld worden. "normaal" zal iedereen zeggen. Normaal en niet als een muisje. Haal dat kluisje open. Vol liefde, vol mededogen. Je bent niet gek en gestoord. maar gewoon zoals het hoort. Kistje: Er staat een kistje. Bekleed met goud. Er staat een kistje. heel vertrouwd. Dat kistje maak ik open. maar het lukt me niet dat kistje maak ik open. en ik hoop dat je ziet. een fel licht begint te schijnen. ik doe mijn ogen dicht. ze zijn niet bestand tegen dat felle licht. een gouden hart met diamanten. een hart, een mooi hart heel vertrouwd. is langzaam in mij opgebouwd. Spring: spring is in town. everyone is happy. blossom fall down. I picked it up. I give it to your hart. I said "it is for a new start" I walk in my dreams. in fields of gold. With you in everywhere. With you in my dreams. I can't stop dreaming about spring. I have a flower with your name. I have a sky with your face. I wrote your name in my heart. I was:
I was dreaming about a world. where the birds are flying. I was dreaming about something. Butterflies, bees and flowers. I was dreaming about the spring. Sun is shining. everything is coming up. I can see my favorite flower. I can see the most wonder full colors. I would never want spring to end. Dagen: Soms gaan de dagen voorbij. Zonder mij. Dan zit je opgesloten in een wereld vol pech. Maar helpt het als ik zeg. Dat ik altijd ben je ben. In je hart en in je stem. Ik wil alleen maar helpen. Ik doe je heus geen pijn. Maar ik weet dat je het zal redden. Ook al ben je klein. Vriendschap: Ik droom elke dag weer een nieuw verhaal Je zult het niet merken. Maar het geeft best veel kabaal. Mijn dromen zijn aan het uitkomen. Dagen verstrijken. Jaren vergaan. Maar ik weet zeker. Onze vriendschap zal nog heel lang bestaan. Jou hart:
Waarom moet je luisteren naar anderen. Als je eigen hart de waarheid spreekt. Waarom moetje doen wat anderen willen. Je eigen hart doet ook iets. Waarom moet je willen wat anderen willen. Je eigen hart wil ook iets. Als je maar denkt wat anderen denken. Je eigen hart denkt ook. Ik hoop dat je dat gelooft. Slecht leven: Ik zit op de grond in mijn kamer. Een spiegel gevallen op de grond. Mijn hand bloed. Druppels bloed opgevangen door stukjes spiegel. De spiegel weerkaatst het licht. Dat toont mijn gezicht. Schrammen van rozen, poot afdrukken van een hond. Die net nog naast me stond. Armen kapot door haat. Voeten kapot door het lopen over straat. De regen spoelt al het bloed weg. Het huis valt uit elkaar. Verder heb ik niets. Geen leven, geen familie. Niets om van te houden. Niets om een goed leven op te bouwen. Meisje: Een jaar geleden heb ik ontdekt. Dat ze geslagen werd. Toen ik de krant kwam brengen Waren de gordijnen dicht. Er stak een hoofdje uit. Van een meisje. Achter haar stond een man. Ze schreeuwde help. En werd geslagen. Tranen liepen over haar gezicht. Dat leek net een zielig gedicht. Nu een jaar later is ze er niet meer. Ik ben op haar begrafenis geweest. Er werd veel gehuild. Het meisje heeft nooit geschuild Ik wou dat ik haar kon helpen. Zodat ze nog leefde. Dan zou ze dit jaar zeven jaar zijngeweest. Bang: Ik loop over straat. Mijn schoenen verscheurd door haat. Ik huil zonder tranen. Ik ben de weg kwijt. Waar moet ik heen. Voel me eindeloos allen. Dagen gaan voorbij. Vol pijn. Mijn ouders zijn er niet meer. Alleen, helemaal alleen. Kleren kapot. Schoenen gestolen. Blote voeten. Bang voor mezelf. Dat ben ik nu wel.
Er zit een meisje in mijn kamer. Met bruine haren, Blauwe ogen. Ze huilt zonder tranen. Ze weet niet waar ze is. Ze zit ineengekropen . Bang dat ik haar pijn doe. Bang voor Slaag en haat. Zou ze weten dat ze niet meer alleen op de wereld staat? Weet ze wie ze is? Hoe moet ik haar dat vragen... Ze luistert niet. mijn stem klinkt vaag. Zou er iemand weten wie het is. Zonder haat, zonder slaag. Ik pak een spiegel en kijk. en kijk nog eens goed. Ik kan het zien. Dat meisje, Dat meisje. ben ik. een leven: Nog maar veertien jaar en je leven is kapot. Nog maar veertien jaar en nooit meer kunnen lopen. Nooit meer de grond kunnen voelen. Alleen verlangen om te lopen. Je maakt een harde val en je rug is kapot. Je zenuwen houden ermee op. Je kan schelden en huilen wat je wil. maar het heeft allemaal geen zin. Je bent opeens niet meer normaal. Niemand doet gewoon. alsof je niet bestaat. Je bent geen gebruiksvoorwerp. maar een mens van vlees en bloed. Invervolg denk is na voor je iets doet. Hoe wil je zelf behandeld worden. "normaal" zal iedereen zeggen. Normaal en niet als een muisje. Haal dat kluisje open. Vol liefde, vol mededogen. Je bent niet gek en gestoord. maar gewoon zoals het hoort. Kistje: Er staat een kistje. Bekleed met goud. Er staat een kistje. heel vertrouwd. Dat kistje maak ik open. maar het lukt me niet dat kistje maak ik open. en ik hoop dat je ziet. een fel licht begint te schijnen. ik doe mijn ogen dicht. ze zijn niet bestand tegen dat felle licht. een gouden hart met diamanten. een hart, een mooi hart heel vertrouwd. is langzaam in mij opgebouwd. Spring: spring is in town. everyone is happy. blossom fall down. I picked it up. I give it to your hart. I said "it is for a new start" I walk in my dreams. in fields of gold. With you in everywhere. With you in my dreams. I can't stop dreaming about spring. I have a flower with your name. I have a sky with your face. I wrote your name in my heart. I was:
I was dreaming about a world. where the birds are flying. I was dreaming about something. Butterflies, bees and flowers. I was dreaming about the spring. Sun is shining. everything is coming up. I can see my favorite flower. I can see the most wonder full colors. I would never want spring to end. Dagen: Soms gaan de dagen voorbij. Zonder mij. Dan zit je opgesloten in een wereld vol pech. Maar helpt het als ik zeg. Dat ik altijd ben je ben. In je hart en in je stem. Ik wil alleen maar helpen. Ik doe je heus geen pijn. Maar ik weet dat je het zal redden. Ook al ben je klein. Vriendschap: Ik droom elke dag weer een nieuw verhaal Je zult het niet merken. Maar het geeft best veel kabaal. Mijn dromen zijn aan het uitkomen. Dagen verstrijken. Jaren vergaan. Maar ik weet zeker. Onze vriendschap zal nog heel lang bestaan. Jou hart:
Waarom moet je luisteren naar anderen. Als je eigen hart de waarheid spreekt. Waarom moetje doen wat anderen willen. Je eigen hart doet ook iets. Waarom moet je willen wat anderen willen. Je eigen hart wil ook iets. Als je maar denkt wat anderen denken. Je eigen hart denkt ook. Ik hoop dat je dat gelooft. Slecht leven: Ik zit op de grond in mijn kamer. Een spiegel gevallen op de grond. Mijn hand bloed. Druppels bloed opgevangen door stukjes spiegel. De spiegel weerkaatst het licht. Dat toont mijn gezicht. Schrammen van rozen, poot afdrukken van een hond. Die net nog naast me stond. Armen kapot door haat. Voeten kapot door het lopen over straat. De regen spoelt al het bloed weg. Het huis valt uit elkaar. Verder heb ik niets. Geen leven, geen familie. Niets om van te houden. Niets om een goed leven op te bouwen. Meisje: Een jaar geleden heb ik ontdekt. Dat ze geslagen werd. Toen ik de krant kwam brengen Waren de gordijnen dicht. Er stak een hoofdje uit. Van een meisje. Achter haar stond een man. Ze schreeuwde help. En werd geslagen. Tranen liepen over haar gezicht. Dat leek net een zielig gedicht. Nu een jaar later is ze er niet meer. Ik ben op haar begrafenis geweest. Er werd veel gehuild. Het meisje heeft nooit geschuild Ik wou dat ik haar kon helpen. Zodat ze nog leefde. Dan zou ze dit jaar zeven jaar zijngeweest. Bang: Ik loop over straat. Mijn schoenen verscheurd door haat. Ik huil zonder tranen. Ik ben de weg kwijt. Waar moet ik heen. Voel me eindeloos allen. Dagen gaan voorbij. Vol pijn. Mijn ouders zijn er niet meer. Alleen, helemaal alleen. Kleren kapot. Schoenen gestolen. Blote voeten. Bang voor mezelf. Dat ben ik nu wel.
